Uit het onderzoek met de High-Resolution Fly’s Eye (HiRes), een (inmiddels uitgeschakelde) grote detector van kosmische straling in de Amerikaanse staat Utah, kan worden geconcludeerd dat de meest energierijke deeltjes die de aarde vanuit de ruimte bereiken van grote afstanden afkomstig zijn.
De High-Resolution Fly’s Eye (HiRes) detector in Utah werd speciaal gebouwd om de oorsprong van kosmische straling te achterhalen. Die bestaat uit energierijke deeltjes die met bijna de lichtsnelheid inslaan op de aardse atmosfeer. De oorsprong is nog steeds onbekend.
GZK-limiet
De HiRes-waarnemingen bevestigen namelijk een voorspelling uit 1966, gedaan door de onderzoekers Greisen, Zatsepin en Kuzmin, dat de energie van kosmische straling een bovengrens heeft. Dat komt doordat deeltjes met energieën boven deze zogeheten GZK-limiet reageren met de alom aanwezige fotonen van de kosmische achtergrondstraling. Concreet betekent dit dat de meeste (maar niet alle) ultra-energierijke kosmische stralingsdeeltjes die op afstanden groter dan 160 miljoen lichtjaar zijn ontstaan veel energie zijn kwijtgeraakt voordat ze de aarde bereiken.
Eind vorig jaar publiceerden onderzoekers van een andere detector van kosmische straling, het Pierre Auger-observatorium, een vergelijkbare conclusie. Zij meenden echter ook te hebben vastgesteld dat de hoogenergetische kosmische stralingsdeeltjes die ons wél bereiken uit de kernen van zogeheten actieve sterrenstelsels afkomstig zijn. De HiRes-resultaten kunnen dit echter niet bevestigen, waardoor er opnieuw twijfel is over de bron van de meest energierijke kosmische straling. Het enige dat zeker is, is dat deze deeltjes van ver komen.
Zie verder
- Rare cosmic rays are from far away (Engels)
- Kosmische superdeeltjes (Kennislinkartikel)