
Mede onder invloed van de bekende taalwetenschapper en filosoof Noam Chomsky, maar ook door de nog steeds gangbare computermetafoor, wordt taalgebruik in wetenschappelijk onderzoek vaak gezien als het belangeloos via een soort intermenselijk TCP/IP heen en weer schuiven van informatie. “Maar mensen zijn geen modems, mensen zijn dieren die altijd van alles willen”, aldus Van Berkum. “En daarmee ook altijd van alles voelen. Dat gevoel is een cruciale factor in hoe we taal gebruiken en beleven.”
Doelen en belangen
Van Berkum: “Mensen hebben door biologische evolutie, cultuur, en hun eigen ontwikkeling altijd allerlei doelen en belangen. Eten, hitte en kou vermijden. Maar ook: gerespecteerd worden, verbinding, je kinderen helpen hun weg te vinden. We streven nogal wat na in het leven. En al deze doelen worden onophoudelijk bewaakt door ons affectieve systeem, de delen in ons brein die betrokken zijn bij onze emoties, stemmingen, voorkeuren en attitudes.”
Gevoelens kleuren onze waarneming
Uit emotieonderzoek dat Van Berkum in zijn oratie bespreekt blijkt hoe belangrijk dat affectieve systeem is. “Dit systeem kleurt voortdurend onze waarneming, ons redeneren, en de keuzes die we maken; we zien de wereld nooit objectief, maar altijd vanuit wat we wel en niet willen”, aldus Van Berkum. “Dat heeft ook invloed op taal en communicatie.”
Zonder gevoelens geen taal
Zo blijken woordjes die onze belangen raken voorrang te krijgen in het brein. Gesprekspartners doen van alles om maar niet op elkaars tenen te trappen. En in een sombere stemming kijken lezers minder vooruit, naar hoe een zinnetje zal aflopen. “Allemaal tekenen van de sterke verwevenheid van taal en gevoel”, aldus Van Berkum. “Van losse woordjes tot romans, van roddel tot kamerdebat: niks ontsnapt aan de aandacht van ons gevoel. En het wordt hoog tijd om die gevoelskant van taal meer te onderzoeken.”