Je leest:

Eigenwijze stamcellen getemd

Eigenwijze stamcellen getemd

Auteur: | 17 februari 2010

Stamcellen, gekweekt uit je eigen lijf, zijn dé belofte om ingewikkelde ziektes in de 21e eeuw te genezen. Maar stamcellen blijken onvoorspelbaar en eigenwijs te zijn. Stamcellen temmen is moeilijk, maar Amerikaanse wetenschappers laten in een nieuw onderzoek zien dat het best kan.

Sommige ziektes, zoals Alzheimer of kanker, zitten zo ingewikkeld in elkaar dat onderzoekers over de exacte oorzaken nog steeds in het duister tasten. Maar ze hebben een troefkaart in handen: zogenaamde stamceltherapie, waarbij een arts stamcellen in een zieke patiënt spuit. Stamcellen zijn cellen die in elke weefselsoort kunnen veranderen en zo kapotte organen repareren. Spuit je ze bijvoorbeeld in een ziek Alzheimerbrein, dan zullen de stamcellen in hersencellen veranderen en de taken van de zieke hersencellen deels overnemen. Kleine successen van de therapie bij muizen wijst erop dat het best eens zou kunnen werken.

Een muis die opzettelijk Alzheimer van onderzoekers krijgt, blijkt te kunnen genezen dankzij stamcellen.

Helaas: bij mensen wil stamceltherapie nog niet bepaald vlotten. Een van de redenen is dat stamcellen niet vaak genoeg doen wat ze moeten doen: in gezond weefsel veranderen. Deze week komen Amerikaanse biologen met een manier om eigenwijze stamcellen te temmen en ze vaker in het juiste weefsel te laten veranderen dan eerder mogelijk was. Dat schrijven ze in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).

Normaal gesproken lukt het grofweg één op de tien keer om een stamcel in iets nuttigs zoals bijvoorbeeld een zenuwcel te veranderen. Met de nieuwe methode van de biologen gaat het een stuk beter: dan veranderen vier op de tien stamcellen in gezond weefsel.

De wetenschappers kregen meer stamcellen in het gareel door een gen in de stamcellen te onderdrukken. Ze kwamen op dat idee door eerder onderzoek aan – daar komt ‘ie – de fruitvlieg. Fruitvliegstamcellen veranderen namelijk makkelijker in zenuwcellen wanneer het zogenaamde SMAD-gen is uitgezet. De onderzoekers probeerden hetzelfde met menselijke stamcellen en inderdaad: dik vier keer zoveel stamcellen waagden de sprong naar zenuwcel.

Stamcellen worden inmiddels tien jaar als de beloofde oplossing voor onoplosbare ziektes gezien, maar de obstakels voor werkende therapie zijn talloos. Deze week wordt slechts een kleine hindernis genomen.

Meer stamcellen kunnen temmen is belangrijk omdat er aan stamcellen voor therapie een tekort bestaat. Stamcellen die het meest geschikt lijken voor therapie komen van de patiënt zelf: de arts neemt dan huid- of vetcellen van de patiënt en laat ze verder kweken tot stamcellen. Zulke stamcellen heten ook wel adulte stamcellen. Omdat het onderzoek van Amerikanen helpt om adulte stamcellen beter te benutten, hoeven artsen hun toekomstige patiënt minder vaak lek te prikken om aan stamcellen te komen.

Adulte en embryonale stamcellen: het verschil

Er zijn grofweg twee soorten stamcellen: adulte en embryonale. In dit onderzoek staan adulte stamcellen centraal. Dat zijn stamcellen uit het lichaam van een volgroeid mens. Ze zijn te oogsten uit huid-, vet- en ander type cellen. Het voordeel van deze stamcellen is dat patiënten hun eigen stamcellen zouden kunnen inzetten tegen ziektes. Omdat de stamcellen van henzelf zijn accepteert het lichaam ze prima. Embryonale stamcellen komen van een menselijke foetus. Die ‘luisteren’ als stamcel zijnde veel beter dan adulte stamcellen, maar je loopt hier weer het risico dat patiënten ze afstoten. En bovendien vindt niet iedereen het een prettig idee om menselijke embryo’s te oogsten voor medische doeleinden.

De onderzoekers denken dat ze meer dan vier op de tien stamcellen kunnen disciplineren tot zenuwcellen. In het experiment wat ze nu deden werkte hun truc namelijk niet op alle soorten adulte stamcellen. Zo bleven stamcellen, verkregen uit longweefsel, hartstikke koppig en wilden nauwelijks in zenuwcellen veranderen. Daar is dus meer aan de hand, aldus de biologen. Als ze achterhalen wat die stamcellen precies tegenhoudt, kunnen ze daar misschien ook aan sleutelen om de voorraad gedisciplineerde stamcellen op te krikken.

Maar zelfs als het voorraadprobleem bij adulte stamcellen kunt oplossen, betekent dat niet dat stamceltherapie meteen in actie kan komen. Biologen stuiten namelijk ook op andere obstakels die ze eerst moeten omzeilen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de herinneringen van Alzheimer-patiënten die stamceltherapie ondergaan? Niemand weet het precies.

Het grootste obstakel is dit: een stamcel kan per ongeluk in een tumor veranderen, in plaats van nuttige zenuwcellen. Erg onhandig: denk je dat je geneest van een ziekte, krijg je er nieuwe, mogelijk ernstigere ziekte bij. Dat is niet alleen ironisch, maar vooral een reden voor meer stamcelonderzoek.

Zie ook

Meer biotechnologie op Ditisbiotechnologie.nl

Dit artikel is een publicatie van Ditisbiotechnologie.nl.
© Ditisbiotechnologie.nl, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 17 februari 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.