Je leest:

Een virtueel gemaskerd bal

Een virtueel gemaskerd bal

Auteur: | 15 april 2007

“Ff koffie brb”, " ’ z w i j g t * " , “lekkerrrrr”. In de duizenden chatboxen op internet wordt taal in een strak keurslijf gedwongen: alles moet snel, kort en losjes. Het resultaat is een geschreven spreektaal waar nieuwkomers nauwelijks een touw aan vast kunnen knopen. Toch maken steeds meer mensen zich het ‘Chats’ eigen. Waarom? En hoe wijs te worden uit die brij van ogenschijnlijk onsamenhangende zinnen?

Stel, u staat op een feestje tussen een groepje bekenden. Het is een merkwaardig feestje, merkt u al snel. Alle gasten praten namelijk even luid tegen elkaar. Of iemand nu vlak naast een ander staat of een eind verderop, het volume is gelijk. Bovendien komen er steeds mensen bij en nemen anderen afscheid – soms geruisloos, soms met veel bombarie. Het is een dolmakende kakofonie, ook al omdat er nu en dan een vreemde bij komt staan die luidkeels roept: ‘Zijn er nog geile wijven hier?’ U staat bloot aan een spervuur van melige opmerkingen, oerkreten en gebral. U probeert wat gesprekslijnen te volgen, maar dat valt niet mee in een dergelijk pandemonium. Het is lang niet altijd duidelijk wie tegen wie praat. Het is ook lang niet altijd vanzelfsprekend dat iemand een antwoord krijgt op een vraag. Wat doet u?

U gaat weg, natuurlijk. U gaat liever naar een feestje waar u wat minder moeite hoeft te doen om een gesprek te volgen. Zo niet de bezoekers van een chatbox. Zij komen speciaal voor de chaos van een virtuele huiskamer waarin tientallen mensen met elkaar én door elkaar praten. In leesbare zinnen weliswaar, maar de verwarring is er niet minder om.

Hilarische taferelen

De zinnen verschijnen in volgorde van binnenkomst op het scherm (de ‘scroll’), waarbij nieuwe zinnen steeds de oudere naar beneden drukken. Zo rolt er het transcript voorbij van een virtuele bijeenkomst van tientallen mensen uit het hele land, die in wisselende samenstellingen met elkaar converseren – allemaal in een gemeenschappelijke ‘ruimte’. Tussen een vraag en het antwoord van de gesprekspartner staan doorgaans flarden uit de gesprekken van anderen. Iedereen heeft een eigen naam (een ‘nickname’ of ‘nick’), maar het blijft opletten geblazen. Al naar gelang de drukte schiet een ingetikte zin binnen enkele seconden voorbij.

Alertheid is dus geboden. Wie niet snel genoeg de voor hem bestemde informatie uit de woordenbrij filtert, reageert te laat en kan schampere opmerkingen verwachten. Wie ad rem is, maakt goede sier. Iedereen wil zich onderscheiden met een gevatte opmerking. Soms ontstaan er hilarische taferelen als de spitsvondigheden over elkaar heen buitelen. Ik chat inmiddels enkele jaren en maak het vaak genoeg mee dat ik hardop zit te lachen voor het scherm. Chatten wordt steeds populairder; er zijn boxen voor jongeren, voor ouderen, maar ook voor zwangere vrouwen, voor motorliefhebbers en andere specifieke doelgroepen. Niet dat iedereen zich aan een vastgesteld gespreksonderwerp houdt, overigens. Seks is de rode draad in de chatwereld.

Wie nieuw is, kan zich wellicht nog mateloos ergeren aan de talloze voorbijrollende geslachtsdelen. Stamgasten lezen eroverheen. Zij komen louter voor degenen die ze graag mogen. Met hen is het lachen om gevatte opmerkingen, woordspelingen, dubbelzinnigheden en trivialiteiten. Kortom: om dezelfde dingen als in ieder ander informeel gezelschap.

Tekstballonnen

Dagelijks begeven vele tienduizenden mensen zich op deze wijze in zo’n virtueel café. Het is een café waarin een aparte taal wordt gebezigd, een taal die min of meer noodgedwongen is ontstaan vanuit de beperkingen – de snelheid vooral – van het medium. Op het oog doet chattaal denken aan sms-taal: ook daar draait het erom zo veel mogelijk informatie in een zo klein mogelijk aantal karakters over te brengen. Het ‘Chats’ heeft echter een eigen dynamiek door de rechtstreekse interactie met de gesprekspartner en de andere aanwezigen. Er is minder tijd om over een chatzin na te denken, hij is leesbaar voor anderen dan de ‘geadresseerde’ en hij kan allerlei ruimtelijke elementen bevatten.

Chatters spelen namelijk graag dat ze in hetzelfde vertrek zijn. Iemand kan plots melden ‘zet raampje open’ (de asterisken duiden op een handeling), een ander zegt ‘gaat met Sophie op een bankje zitten’. Tussen de asterisken kunnen ook andere acties worden gestopt, zoals "*rolt sjekkie*’ of ‘kust Rob’, en zelfs gedachten: ‘denkt dat Mick uit zijn nek lult’ of ‘droomt van vakantie’. Ook een veelbetekenende stilte aangeven is mogelijk: ‘zwijgt’ In dit opzicht is chattaal uniek, aldus de Deense linguïst Mads Orbesen Troest van de Universiteit van Aalborg. Op het scherm kun je gedachten uitspreken waarover je ‘irl’ (‘in real life’, ook al zo’n chatterm) zwijgt. Ook het uiten van klanken is heel gewoon: ‘hahaha’, ‘hm’, ‘kuch’, ‘gaap’. Het doet allemaal wat denken aan de tekstballonnen in stripverhalen. Volgens Orbesen Troest is chattaal een zelfstandige vorm van taal, samen met gebarentaal de enige die geen gesproken versie kent.

Probleem

Harley: ik was vorig jaar in Alanya Jennifer: was het leuk? Harley: jazeker jennifer: ik in Antalya Harley: is collega van me geweest jennifer: ik naar familie Harley: dit jaar ga ik nergens ga volgend jaar naar Australië jennifer: ik ga ook een keer naar Australië Harley: wanneer Harley: ff sigaret draaien Jennifer: over 2 jaar denk ik Harley: ah zo loont zich wel mooi land Harley: ik ga daar naar familie Harley: dus lekker 3 maanden down under Casanova: hey! girls Jennifer: whatsup? Casanova: hoest hier?? Harley: hoi fleur Jennifer: saai Harley: saai Casanova: hmmm…jammer Ashley: ’gaap* Mark1: ik heb een vraag kan iemand mij helpen met een probleem van mij Harley: en dat probleem is Fleurtje: en jij Lisette: hoi allemaal! Harley: hoi lisette Lisette: hoe is het? JW: hoi lisette Harley: goed met jou Roswita: hier ben ik weer Harley: wb roswita Mark1: mijn probleem is dat ik iets moet vertellen tegen vrienden en familie maar durf niet ben bang ze kwijt te raken JW: gewoon vertellen mark1 Harley: oooo ben je homo dan? Harley: ja echte vrienden blijven je trouw Mark1: ja en wil het niet zijn JW: waarom wil je het niet zijn? Lisette: als het goede vrienden zijn wel JW: waarom ontkennen watje bent? Harley: ja anders heb je er toch niks aan he? Debby: JW woon jij in Crubbenvorst? JW: nee sorry debby das een andere JW Marki: ja makkelijk gezegd ben mijn hele leven al zo maar hoe zeg je zoiets tegen de mensen van wie je houd? Harley: ff weg roken kan nu niet hier vanwege de kleine

(Chatcity. 13.00 uur)

Zelfverkozen metamorfose

Met formeel taalgebruik val je hopeloos uit de toon in een chatbox. Zelfs de toonzetting van een e-mail is niet los genoeg; het moet echt spreektaal zijn. En omdat er voortdurend haast is geboden, worden woorden en zinnen zo veel mogelijk ingekort en afgekort. Hoofdletters en interpunctie worden gemeden. Als een Engelse term beter van toepassing lijkt, dan wordt die moeiteloos met het Nederlands verweven. En zo wordt ‘Ik ga even koffie halen, ben zo terug’ uitgekleed tot ‘ff koffie brb’ (“ff” is ‘even’, “brb” is ‘be right back’). Van ‘Ben ik weer’ blijft niet meer over dan ‘biw’. Een ‘wb’ (‘welcome back’) wordt beantwoord met een ‘thnx’ (‘thanks’). ‘Hoe is het ermee?’ wordt ‘hoest?’ of ‘hoessie?’, ‘dat is’ wordt ‘das’, ‘het is’ wordt ‘tis’. Ik zie ook woorden voorbijkomen als nonnie (‘nog niet’), vinnik(‘vind ik’) en drom (‘daarom’). Woorden worden ook vormgegeven volgens de klank die ze ‘in het echt’ teweeg (zouden moeten) brengen: ‘lekkerrrrr’, ‘kusssss’, ‘doeiiiii’, en er zijn relatief veel zinnen waarin met puntjes een denkbeeldige pauze wordt aangeven, zoals ‘het gaat ok hier…meestal’.

Er zijn chatters die hun eigen taaltje hebben ontwikkeld en dat consequent volhouden. Zo is er Mikki (nickname: Ikkim), zéér herkenbaar aan haar teksten in knalroze kapitaalletters, die al jarenlang louter zinnen produceert in gemankeerd Nederlands, vermengd met fonetisch uitgeschreven Engels en zelfverzonnen en aaneengeschreven woorden. Er ontstaan zinnen als “ENNIEWEEJ IK MIK MUTSJ MOET WERK TOEDEEJ” (‘Maar goed, ik moet veel werken vandaag’), “FF LUNSJ UIT BLIEP HAAL” (‘Even mijn lunch uit de magnetron halen’) en “IKMIKIKUUHEBLAATMEET” (‘Ik, Mik, heb mijn IQ laten meten’). Wie Mikki via een apart schermpje onder vier ogen spreekt, leest keurige Nederlandse volzinnen, maar op de scroll vindt er een zelfverkozen metamorfose plaats die inmiddels met goed fatsoen niet meer terug te draai- en is. Internet is dé plaats voor een verkleedpartij. De Israëlische communicatiewetenschapper Brenda Danet noemt chatten een virtueel mimespel: “In het echte leven zijn het de maskers en de kostuums die carnavalsvierders een gevoel van vrijheid geven. Hier zijn dat het computerscherm, de tekst en de nicks.”

Koekje

DomDing: melk en suiker? Mariska: lou knuff, alles okee? Kuki: Donders :) Poison: en waarom niet mike? Louise32: hello Donders :) Mariska: Sky Camaro: dank je proost Mary26: ja hoor rasta Donders: dag louise Ikkim: HAAJ KnappeMan: laat ons zingen Poison: nou? Kuki: lou waar blijft mijn tweede koekje? Ikkim: HAAJ Louise32: met jou Maris? KnappeMan: kmoet weer ff wennen Ikkim: :) Ikkim: JAH Louise32: ja nou Kuki was hard bezig maar liep vast :) Poison: in goede gezondheid he? Clau25: alweer Henri? Kuki: hebbie er nog wat dan? DomDing: alweer Hen? DomDing: hahaha Clau Clau25: hihihi DD Nicole20jaar: hallo en goedenavond allemaal Louise32: * kijkt in koekjestrommel* Donders: hoe was je dag? Ikkim: DRUKKIES Kuki: jaaaaaaaaa Louise32: yep nog 1 hebben? Poison: weetje niet tot je het probeert Mike Louise32: of zal ik hem zelf opeten??? Poison: hahaha Kuki: neeeee dat kan je me niet aandoen

(Focus-ln, Darkroom, 20.00 uur)

Scoren met taalvondsten

Doorgewinterde chatters halen het maximale uit hun toetsenbord. Ze gebruiken leestekens om er kopjes koffie, sigaretten en bloemetjes mee te ‘tekenen’. Net als in het sms-circuit is het gebruik van ‘emoticons’ gemeengoed: vooral lachende en treurende gezichtjes :) en :( . Het zijn non-verbale signalen die als uiting ook op zichzelf kunnen staan. Louter een :) tikken kan, al naar gelang de context, op van alles duiden: op een glimlach, een teken van verstandhouding, een teken van herkenning, enzovoort. Het gebruik van emoticons is dikwijls noodzaak, omdat een bijbehorende zin anders wellicht verkeerd wordt begrepen. Een :) achter een zin duidt op een kwinkslag; het getikte dient luchtig te worden bezien. Op de scroll is overigens sowieso geen plaats voor zwaarmoedigheid; wie de diepte in wil, kan beter met een afzonderlijke medechatter ‘privé’ gaan. Dan kan er tekst worden uitgewisseld zonder dat anderen kunnen meelezen.

Voor taalpuristen zijn chatboxen een gruwel. Een boodschap moet snel worden overgebracht, de vorm is ondergeschikt. Wie er wat van zegt, krijgt de wind van voren; iedereen snapt toch wat er wordt bedoeld? “Kwil dr nix van zegguh, da kank nie makuh”, las ik laatst. Natuurlijk wordt erover getwist of het schadelijk is als bijvoorbeeld de jeugd veel tussen mensen verkeert die al schrijvend de spelling- en grammaticaregels aan hun laars lappen. Er zijn onderzoekers die dat geen ramp vinden. Normaliter krijg je geen onmiddellijke respons op wat je schrijft, zeggen ze. Het interactieve karakter – dat tijdens ‘spitsuren’ zeer intensief kan zijn – dwingt je om heel geconcentreerd met eigen en andermans taalgebruik bezig te zijn.

Een chatbox is een plaats om te scoren met taalvondsten – en dat stimuleert. Het is een plaats waar iedereen een gelijke kans krijgt om zich een positie te verwerven; aanvankelijk kent niemand elkaars uiterlijk, afkomst of achtergrond. Wie niet persoonlijk kennismaakt met medechatters, kan ervoor kiezen zich uitsluitend door taal te manifesteren. Er is geen andere dynamische, sociale omgeving waar dat óók kan. CU (‘see you’)!

Dit artikel is een publicatie van Genootschap Onze Taal.
© Genootschap Onze Taal, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 15 april 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.