In eerste instantie werden die toegeschreven aan vulkanische activiteit. In 2001 werd het gebied echter bij vanuit de lucht magnetisch in kaart gebracht, en daarbij bleek een min of meer cirkelvormige zone met een doorsnede van 15-25 km duidelijk zwakkere magnetische eigenschappen te hebben dan de gesteenten rondom. Daarop werd besloten nieuw veldonderzoek ter plaatse uit te voeren. Bij dat onderzoek werden verschijnselen aangetroffen die wijzen op de inslag, met grote snelheid, van een bolide.
De Yarrabubba-structuur maakt deel uit van de Yilgarn krater
Van de inslagkrater blijkt in het veld niets meer waar te nemen, doordat erosie inmiddels de ringwal heeft doen verdwijnen. De structuur is nu bedekt met ondermeer kalkachtige korsten die zijn ontstaan door chemische neerslag van kalk uit grondwater dat door de capillaire werking van de bodem opsteeg en aan de (warme) buitenlucht verdampte. Andere sedimenten die de structuur bedekken zijn zandpakketten en sedimenten die in woestijnachtige, vaak droogvallende, meertjes werden afgezet.
Plaatselijk zijn er niettemin nog enkele gesteenten te zien die getuigen van de inslag. Een van die plaatsen toont een gesteente (breccie) dat uit hoekige fragmenten bestaat van graniet, met kwartskorrels en veldspaatkristallen. Het breccieuze karakter zou een gevolg kunnen zijn van de inslag, waarbij getroffen gesteente in meer en minder grote stukken werd versplinterd. Interessant is dat deze breccie ook glasachtig materiaal bevat dat waarschijnlijk bestaat uit gesteentemateriaal dat is gesmolten toen de inslag plaatsvond. Mede omdat dit gesteente, dat slechts een halve meter dik is en dat slechts een paar meter te vervolgen is (verder wordt het bedekt door jonger materiaal), sterk verweerd is, kan het helaas echter niet dienen als een definitief bewijs voor een inslag.
Dat ligt gelukkig anders met de structuren die op een andere locatie gevonden zijn. Het gaat daarbij om zogeheten schokkegels. Dat zijn structuren die lijken op een stapel in elkaar geschoven trechters; veelal worden er diverse ‘stapels’ van deze ‘trechters’ naast elkaar gevonden. Op de vindplaats, een 4 km ten NNW van Barlangi Rock, variëren deze schokkegels in grootte van ongeveer 10 cm tot een meter. Dergelijke schokkegels zijn bekend van tal van andere plaatsen waar en inslag heeft plaatsgevonden.
Daarnaast zijn bij microscopisch onderzoek in tal van mineralen (o.a. kwarts) structuren aangetroffen die wijzen op een plotselinge grote schok. Alles bij elkaar zijn de aanwijzingen voor een inslag daarom zo divers en zo overtuigend dat er niet meer aan een inslag hoeft te worden getwijfeld. Met dat gegeven in het achterhoofd wordt ook het voorkomen van een graniet met een voor dit gebied uitzonderlijk hoog kaliumgehalte begrijpelijk. De kaliumrijke mineralen kunnen zijn ontstaan doordat kalium bij de inslag in een groot gesteentepakket is gemobiliseerd, en zich plaatselijk heeft geconcentreerd.
Al deze processen moeten zich lang geleden hebben afgespeeld: de ouderdom van de (vrijwel geheel verdwenen) inslagkrater wordt op 2 miljard jaar geschat. Daarmee is het de oudste inslagkrater op land die we kennen. Waarschijnlijk vertegenwoordigen de huidige restanten het onderste deel van de oorspronkelijke inslagkrater; ook in dat opzicht gaat het om een uniek fenomeen.
Bronnen:
McDonald, F.A., Bunting, J.A. & Cina, S.E., 2003. Yarrabubba – a large, deeply eroded impact structure in the Yilgarn Craton, Western Australia. Earth and Planetary Science Letters 213, p. 235-247.
Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews