Asef Bayat werkt in de voormalige Leidse studeerkamer van koningin Beatrix. Hij zwaait er als wetenschappelijk directeur de scepter over het International Institute for the Study of Islam in the Modern World (ISIM). Terwijl Beatrix nog zweette op wetsvoorstellen en rechtersuitspraken, breekt Asef Bayat zich het hoofd over heel andere zaken: over de islam, de samenleving en verandering. Hij onderzoekt een nieuwe stroming binnen de politieke islam. In een interview legt de sociale wetenschapper zijn ideeën op tafel.
“De islam wordt door mensen gemaakt. Wíj maken islam, net zoals wíj democratie maken. Veel mensen vragen zich af of islam en democratie samengaan. Maar dat is de verkeerde vraag. Het gaat erom hoe wij kunnen maken dat ze beide samengaan,” zegt Bayat. De socioloog groeide op in Iran, promoveerde in Engeland op onderzoek naar arbeiders en de Iraanse revolutie en was jarenlang professor aan de American University in Cairo, Egypte.
Iraanse studentes tijdens de verkiezingen in 2005.
Wilders en Fortuyn
In het Nederlandse debat over de islam, zie je wat Bayat bedoelt. Het aantal mensen dat de islam gevaarlijk vindt, lijkt te groeien. Ze geloven dat de islam een gewelddadige, traditionele en intolerante religie is en associëren islam met jihad, boerka’s en handen afhakken. Politici zoals Pim Fortuyn en Geert Wilders zijn berucht en beroemd geworden door hun anti-islam uitspraken. Fortuyn noemde de islam ‘een achterlijke cultuur’ en Wilders meent dat de ‘Nederlandse cultuur duizend keer beter is dan de islam.’ De islam is in hun ogen een bedreiging voor Nederlandse waarden en de westerse democratie.
Niet iedereen is het met deze standpunten eens. Wilders en Fortuyn worden tegengesproken door mensen die denken dat de islam helemaal niet zo gevaarlijk is. Zij vinden dat de islam vrede predikt en menen dat islam goed kan samengaan met democratie.
Niet één islam
Volgens Bayat hebben beide partijen in dit soort discussies het aan het verkeerde eind: “In deze discussies gaan mensen ervan uit dat ze weten wat de islam precies is. Ze denken dat je voorgoed kunt vaststellen wat de islam is. Maar er is niet één islam. Er zijn verschillende vormen van islam. Uiteenlopende interpretaties worden constant bediscussieerd en aangevochten. Hetzelfde zie je ook bij democratie. Niet iedereen is het eens over wat de beste democratie is, daar denken feministen, vrije marktdenkers, links en rechts heel anders over. Met moslims en de islam is het net zo.”
Asef Bayat is wetenschappelijk directeur van het ISIM en verbonden aan de Universiteit Leiden.
Wat volgens Bayat geldt voor islam, geldt eigenlijk ook voor de Nederlandse cultuur. Want wie weet nu precies wat de Nederlandse cultuur is? Iemand uit Noord-Brabant of Friesland heeft een heel ander idee over Nederland dan iemand uit Amsterdam. Jong en oud, rijk en arm, gereformeerd, katholiek of moslim: iedereen heeft een andere visie op de Nederlandse cultuur. Wat de Nederlandse cultuur nou precies inhoudt, staat niet in een wet of geschiedenisboek: de Nederlandse cultuur leeft. Wat de islam precies inhoudt, staat ook niet in steen gebeiteld. De heilige geschriften uit de koran zijn weliswaar belangrijk voor moslims, maar ze worden steeds anders geïnterpreteerd: door oud, jong, man, vrouw, boer, universiteitsstudent, Marokkaan, Syriër, Pakistaner, vroeger en nu.
Verlichte islam
Bayat bestudeert een stroming onder moslims die volgens hem een nieuwe visie op de islam uitdraagt: het post-islamisme. “Het post-islamisme is een onorthodoxe, of een verlichte, islam. Het komt voort uit het islamisme. Islamisten willen dat islamitische normen bepalen wat er gebeurt in de politiek, het recht en het openbare leven. Vaak hebben zij strenge en orthodoxe opvattingen over de islam. Zij benadrukken religieuze plichten (en niet rechten), en zien religie als een totaalpakket waar je niet zelf het beste uit mag kiezen. Islamistische bewegingen hebben daarom een erg uitgesproken idee over de juiste islam, en sluiten andersdenkenden buiten.”
Voormalig Iraans president Khatami (1997-2005) staat bekend als hervormingsgezinde politicus.
“Het post-islamisme, daarentegen, wordt gekenmerkt door openheid, tolerantie en flexibiliteit. Post-islamisten vinden dat religie een belangrijke plaats inneemt in het openbare en privé-leven van moslims, maar laten tegelijkertijd ruimte voor mensen met een afwijkende mening.” Bayat noemt dit een inclusive Islam: een islam die andersdenkenden niet buitensluit maar verschillen accepteert. Post-islamisme is een soort tussenweg: het is niet helemaal seculier of liberaal, maar ook niet orthodox islamitisch. Sommige post-islamisten willen bijvoorbeeld hervormingen binnen een islamitische staat, terwijl anderen streven naar een seculier staatsbestel.
Iran
Als Iraniër heeft Bayat de kans gehad om zowel het islamisme als het post-islamisme van dichtbij mee te maken. In 1979 was hij getuige van de Iraanse revolutie die een streng islamitisch bewind aan de macht bracht. In de jaren tachtig zag Bayat hoe het islamisme vorm kreeg. Iran kreeg een geestelijke leider, Ayatollah Khomeini, als hoofd van de regering. De shari’a (islamitische wetgeving) werd ingevoerd en streng islamitische gedragsregels gingen gelden. Vrouwen moesten bijvoorbeeld buitenshuis verplicht een chador dragen. Khomeini’s Iran werd steeds autoritairder en stemmen van protest werden onderdrukt.
De chador bedekt het haar en lichaam, maar laat het gezicht onbedekt.
“In de jaren negentig zag ik de stemming veranderen,” vertelt Bayat. “Veel van de groepen die de revolutie eerst hadden gesteund, leken moe van het islamistische Iran. Studenten, vrouwen, intellectuelen en de bourgeoisie wilden een meer open en vrijere samenleving, maar wel één waarin islam een belangrijke plaats in zou nemen. Zij zochten naar manieren om zowel modern als islamitisch te zijn. Ook in de politieke arena zag je dat de hervormingsgezinden, waaronder de toenmalige president Khatami, meer aanhang kregen. Post-islamisme is dus een sociale beweging en een project, een visie. Ik vroeg mij eerst af of het post-islamisme alleen in Iran vorm kreeg, maar het bleek dat soortgelijke ontwikkelingen zich ook in Turkije, Egypte en Libanon voordeden.”
Post-islamisme succesvol?
Je kunt je afvragen hoe sterk het post-islamisme is. Tijdens de Iraanse verkiezingen van 2005 hield de Raad van Toezichthouders, een raad met conservatieve geestelijke leiders, de kandidaatsstelling van veel hervormingsgezinde politici tegen. De conservatieve Ahmadinejad werd gekozen tot president. Dat zijn geen tekenen die wijzen op winst voor de post-islamistische politiek. “In zekere zin heeft het post-islamisme in Iran gefaald. De tegenstanders zijn te sterk gebleken. Als politiek project moet het post-islamisme nog door trial and error groeien.” Maar volgens Bayat neemt dat niet weg dat de filosofie achter het politieke project nog steeds belangrijk is. Ook als sociale beweging van bijvoorbeeld studenten en vrouwen heeft het post-islamisme niet aan betekenis ingeboet.
In 1999 braken in Iran studentenprotesten uit. De directe aanleiding voor deze protesten was de uitspraak van de rechter dat de hervormingsgezinde krant Salam opgeheven moest worden. Op de foto studenten van de Universiteit van Teheran (1999).
Post-islamisme in Nederland
Post-islamistische ideeën over een open islam kunnen volgens Bayat ook in Nederland en Europa van belang zijn. Het post-islamisme is een antwoord op de vraag hoe je islam en moderniteit, democratie en tolerantie samen kunt laten gaan. Dit is een belangrijke vraag voor moslims in Europa en vooral ook voor jongeren uit migrantengezinnen die meer willen weten over hun islamitische achtergrond. Als zij op zoek gaan naar informatie over de islam dan komen zij soms terecht bij extreme en islamistische vormen van de islam, omdat orthodoxe interpretaties makkelijker te vinden zijn dan meer gematigde interpretaties. In deze context kan het post-islamisme volgens Bayat ook in Nederland een rol spelen. Bayat: “De post-islamistische uitgangspunten kunnen een tegenwicht bieden voor allerlei orthodoxe interpretaties van de islam.”
Een islamitische politieke beweging in Nederland ziet Bayat niet ontstaan. In een eerder interview met het tijdschrift De Helling (nr. 5, 2005) zei hij: “Ik verwacht in geen enkel land een nationale moslimbeweging. Eén Nederlandse moslimbeweging zie ik er ook niet komen om de reden dat moslims hier enorm etnisch gescheiden zijn. Op een bijeenkomst met de Iraanse Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi zie ik alleen maar Iraniërs, geen Marokkanen. Komt Tariq Ramadan, dan zijn er geen Iraniërs, alleen maar Marokkanen. Toch begrijp ik niet waarom in Nederland mensen bang zijn voor een islamitische partij. Waar zijn ze bang voor? Er zijn toch ook christen-democratische partijen.” Bayat meent dat er niets inherent democratisch of ondemocratisch aan de Bijbel is: het zijn christenen die democratie en christendom samen hebben laten gaan. En volgens hem geldt hetzelfde voor moslims.
In april 2007 verschijnt een boek van Asef Bayat over dit onderwerp: “Making Islam Democratic?: Social Movements and the Post-Islamist Turn.” Stanford: Stanford University Press.
Zie ook:
- Terug naar het dossier islamisme (Kennislinkdossier)
- 30 jaar Iraanse revolutie (Kennislink)
- Moderne politieke islam (Kennislinkartikel)
- Op zoek naar identiteit: Marokkaanse jongeren in de virtuele wereld (Kennislinkartikel)
- Van haram naar halal: over post-islamisme in India (kennislinkartikel)
- Interview met Bayat uit tijdschrift De Helling
- Artikel van Bayat What is Post-Islamism? (Engels)
- Artikel van Bayat Street politics in the Arab World (Engels)
- Interview met Bayat op Al-Ahram Weekly (Engels)
- Website van Dr. Soroush, Iraanse post-islamistische intellectueel (Engels en Farsi)
- Nederlandse website van en over progressieve moslims
- Islamisme op Wikipedia