Je leest:

Een proces-verbaal opschrijven: de verschillen en de gevolgen

Een proces-verbaal opschrijven: de verschillen en de gevolgen

Rechercheurs maken geen letterlijk verslag, maar vatten verhoren altijd samen als zij proces-verbaal opmaken. Bovendien verschillen de manieren waarop processen-verbaal worden opgemaakt van elkaar. Deze verschillen kunnen de rechter op een verkeerd been zetten, zo blijkt uit nieuw onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).

Het dossier

Verdachten en getuigen worden vaak al vóór de zitting verhoord. Die verhoren worden opgeschreven in processen-verbaal (pv’s). Op de zitting bespreekt de rechter deze pv’s met de verdachte. Maar de pv’s geven verhoren zelden tot nooit letterlijk weer.

De afgelopen jaren is er veel discussie over het politieverhoor. In een aantal Amerikaanse zaken bleek de verkeerde te zijn veroordeeld. Deze ten onrechte veroordeelden hadden soms vals bekend, zo bleek nadat de echte daders dankzij DNA-onderzoek waren ontmaskerd. Toch werden hun bekentenissen geaccepteerd als bewijs.

Deze valse bekentenissen hadden vaak te maken met de wijze waarop verdachten waren verhoord, zo ontdekten de rechtsgeleerden Garrett en Kassin. Verdachten werden door de politie onder druk gezet om te bekennen. Maar uit pv’s valt dit zelden op te maken: het is immers de politie die ze opstelt. Onjuiste bekentenissen worden dan ook niet altijd op tijd ontdekt.

In Nederland worden verhoren vaak niet opgenomen. Het opgeschreven proces-verbaal is voor de rechter de belangrijkste informatiebron.
newsphoto!

Monoloog of vraag-en-antwoord

Nederlandse pv’s hadden vroeger meestal de vorm van een monoloog. De verklaring lijkt dan op een lopend verhaal, verteld door de verdachte. De vragen die zijn gesteld, worden niet weergegeven. Het is dan echter niet altijd duidelijk of er misschien druk is uitgeoefend op de verhoorde, zo blijkt uit onderzoek van Komter. Twijfels en onzekerheden bij de verhoorde, de vragen die zijn gesteld en eventuele sturing door de verhoorder blijken niet uit het pv. Tegenwoordig wordt daarom steeds vaker een vraag-antwoordvorm gebruikt. Maar net als vroeger zijn pv’s samenvattingen en geen letterlijke weergaven. Slechts een heel klein deel van alle verhoren wordt opgenomen, zo heeft eerder onderzoek laten zien.

Omdat de rol van pv’s in de rechtszaal groot kan zijn, hebben wij onderzocht hoe pv’s opgesteld worden. Worden pv’s altijd op dezelfde wijze samengevat? Welke verschillen zijn er? En wat is de invloed van mogelijke verschillen op het oordeel van de jurist?

Een verhoor op DVD

Van de Politieacademie ontvingen wij een DVD met een verdachtenverhoor, die wordt gebruikt voor de opleiding van rechercheurs. Een vrouw wordt verdacht van het stelen van geld uit het kantoortje van een benzinepomp op het moment dat daar niemand aanwezig is. De verdachte ontkent. Zij wordt over het feit verhoord door een rechercheur.

Wij vroegen vijf rechercheurs om deze DVD te bekijken en proces-verbaal op te maken zoals zij gewend waren dat altijd te doen. Verbalisanten (de rechercheurs die het proces-verbaal opstellen) schrijven het pv meestal tijdens het verhoor. Dus: er wordt een vraag gesteld, de verhoorde geeft antwoord en dan typt de verbalisant dit antwoord. Of de verbalisant praat een tijdje met de verhoorde en typt dan de antwoorden. Dit is de meest gebruikelijke vorm van verbaliseren van een verhoor.

Studenten moesten de geloofwaardigheid van verschillende pv’s van hetzelfde verhoor beoordelen.

De pv’s die wij van de verbalisanten kregen, hebben wij met elkaar vergeleken. Wij selecteerden uit deze vijf pv’s de drie die het meest van elkaar verschilden: een pv met een monoloog-karakter, een pv dat het verhoor zakelijk weergaf en het meest uitvoerige pv. Deze drie processen-verbaal hebben wij laten lezen aan een groep van 1013 rechtenstudenten. Wij deelden deze pv’s voorafgaand aan een hoorcollege uit en vroegen de studenten een aantal vragen te beantwoorden.

De studenten beoordeelden de aannemelijkheid van het verhaal van de verdachte (Hoe consistent is dit? Hoe plausibel en hoe geloofwaardig?) en de kwaliteit van het verhoor (Was de verhoorder bevooroordeeld? Gaf hij genoeg ruimte aan de verdachte om haar verhaal te vertellen? Behandelde hij haar met respect?). Daarnaast is gevraagd of de respondent dacht dat de verdachte -kort door de bocht gezegd- schuldig was.

Verschillen

De voorgelegde processen-verbaal verschilden behoorlijk van elkaar. Het originele verhoor op de DVD bevat 2451 woorden. De pv’s bevatten allemaal een (veel) kleiner aantal woorden, respectievelijk: 980, 983, 1038, 1242, en 1464 woorden. Het langste pv is bijna anderhalf maal zo lang als het kortste pv. En de letterlijke transcriptie is tweeënhalf maal zo lang als het kortste pv.

In het verhoor werden 64 vragen aan de verdachte gesteld. In het meest uitvoerige pv staan bijna alle vragen, de ‘monoloog’ geeft maar één van deze vragen weer. Verbalisanten voegden bovendien vaak vragen samen.

Het blijkt dat verbalisanten pv’s van eenzelfde verhoor opmaken die sterk van elkaar verschillen. Dat is verbazend, omdat de wet zegt dat zij het verhoor zo veel mogelijk in de woorden van de verdachte moeten opschrijven.

Het belang van “Euh…”

Non-verbale uitingen (“euh”, stiltes) kwamen tijdens het verhoor regelmatig voor maar zijn slechts in één van de vijf pv’s weergegeven. Het lijkt in de praktijk dus niet erg gebruikelijk om non-verbale uitingen en stiltes te ‘verbaliseren’. Maar ze kunnen wel de indruk wekken dat de verdachte onzeker is. Als een stilte wordt weergegeven nadat de verbalisant belastend bewijs aan de orde heeft gesteld, kan dit de suggestie wekken dat de verdachte moet nadenken over een antwoord. Dit kan invloed hebben op het oordeel over de schuld.

Waar mensen praten, ontstaat nu eenmaal vaak miscommunicatie en misrepresentatie. En in de verhoorkamer is dat kennelijk niet anders.
joshfassbind.com

Maken veel woorden schuldig?

De verschillende pv’s worden verschillend beoordeeld door de studenten. Het verhaal van de verdachte wordt in het meest uitgebreide pv het minst aannemelijk gevonden.

De studenten vonden bovendien dat de verdachte in het ‘monoloog’-pv beter haar verhaal kon doen en de verhoorder minder bevooroordeeldheid was dan in de twee andere pv’s.

Bij het meest uitgebreide pv denkt een groter deel van de respondenten dat de verdachte schuldig is dan bij de twee andere pv’s (77% versus 68%).

Anders opgeschreven, anders beoordeeld

Verschillende verbalisanten schrijven verschillende pv’s van één en hetzelfde verhoor. Die verschillen beïnvloeden onder andere het oordeel over de schuld van de verdachte. Dit is een opvallende bevinding. Rechters in Nederland baseren zich namelijk bij hun beslissingen voor een groot deel op schriftelijke pv’s. Het is belangrijk dat die in orde zijn. Er wordt veel vertrouwen gesteld in schriftelijke pv’s, maar het is dus maar de vraag of dit altijd terecht is en of rechters niet soms op het verkeerde been worden gezet.

Pv’s in de vorm van een monoloog zijn moeilijk te controleren. De vragen die zijn gesteld staan er niet in en het is ook niet duidelijk of de verhoorder druk heeft uitgeoefend op de verdachte. De lezers lijken zich ook om de tuin te laten leiden want zij denken dat de verdachte veel ruimte heeft gekregen en vrijelijk haar verhaal heeft kunnen doen, terwijl dat in werkelijkheid niet of veel minder het geval was; er zijn immers veel vragen gesteld aan de verdachte.

Wij gebruikten een kort verhoor over een niet bijzonder ernstig strafbaar feit voor ons onderzoek. Bij pv’s van ingewikkelde, langdurige verhoren treden waarschijnlijk nog grotere verschillen op dan wij al vonden. En die verschillen kunnen leiden tot uiteenlopende oordelen over bijvoorbeeld de schuld van de verdachte. Dat is verontrustend, zeker in een tijd waarin er veel aandacht is voor rechterlijke dwalingen. Wij pleiten dan ook voor het opnemen van verhoren op een veel grotere schaal dan nu gebeurt.

Literatuur

  • Garrett (2009). The substance of false confessions. University of Virginia Law School. Public Law and Legal Theory Working Paper Series, Paper 136.
  • Kassin et al. (2010). Police-induced confessions: risk factors and recommendations. Law & Human Behavior, 43, 3-38.
  • Komter (2002/2003). The construction of records in Dutch police interrogations. Information Design Journal + Documents Design, 11, 2/3, 201-213.
  • Malsch et al. (2008). De gevaren van het proces-verbaal. Nederlands Juristenblad, 41, 2578-2582.

Dit bericht is een samenvatting van Malsch, M., Keijser, J.W. de, Kranendonk, P.R. & Gruijter, M. de (2010). Het verhoor op schrift of op band? De gevolgen van het ‘verbaliseren’ van verhoren voor het oordeel van de jurist. Nederlands Juristenblad, 37, 2402-2407.

Dit artikel is een publicatie van Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).
© Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 26 november 2010

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.