
De aardbevingen vonden alle drie plaats ten noordoosten van Bologna, op een afstand van ongeveer 40 kilometer van deze stad. Het epicentrum van de beving van 20 mei lag slechts 12 kilometer ten oosten van die van de bevingen van 29 mei, en alle drie hadden ze een diepte van ongeveer 10 kilometer. Het waren forse aardbevingen: op 20 mei vielen zeker zes doden, op 29 mei zeker zestien, en de schade was enorm.
Het optreden van aardbevingen in deze regio is niet verrassend. Italië ligt zo ingeklemd tussen de bewegende aardschollen dat er geen ontkomen aan is. De laatste zwerm (iets lichtere) aardbevingen in het gebied in Noord-Italië dateert van afgelopen januari.
Opschuivingen
De bevingen waren het gevolg van opschuivingen (zie kader hieronder) langs breuken die werden veroorzaakt door de krachten van een dubbele botsing: de Afrikaanse plaat komt vanuit het zuiden op Italië af en botst met de Euraziatische plaat, terwijl Italië zelf tegelijkertijd tegen de Adriatische microplaat aan drukt die aan de oostzijde van het land ligt.

Karta24, via wikimediacommons, public domain
Verschillende soorten aardbevingen
Aardbevingen vinden plaats als stukken aardkorst met een schok langs een breukvlak in het gesteente bewegen. Als de delen van de aardkorst aan beide zijden van de breuk van elkaar af bewegen is er sprake van een afschuiving (B). Als de breukblokken naar elkaar toe bewegen wordt het gesteente opgeduwd langs de breuk en vindt er een zogenaamde opschuiving plaats (C ). Een derde mogelijkheid is de zijschuiving (A), waarbij de breukblokken niet over elkaar maar langs elkaar bewegen.
Afrika
Het hele Middellandse Zeegebied is regelmatig onderhevig aan aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. De oorzaak is de gestage nadering van de Afrikaanse plaat. Met een gemiddelde snelheid van 4 tot 10 millimeter per jaar beweegt Afrika zich ruwweg naar het noordwesten. Daarbij botst de plaat in slow motion op de Euraziatische plaat waar Europa op ligt.
Dit proces is al ongeveer vijftig miljoen jaar aan de gang en heeft gezorgd voor aardbevingen – vaak met verwoestende gevolgen – langs de hele lijn waar de Afrikaanse plaat onder de Euraziatische duikt. De gevarenzone loopt langs Midden- en Zuid-Griekenland, Zuid-Italië, Cyprus, Sicilië, Kreta, de Nijldelta, Noord-Libië, het Atlasgebergte in Noord-Afrika en Spanje.


De Adriatische plaat
Wie echter de kaart met het ‘seismische risico’ van Italië bekijkt (zie afbeelding hierboven) – die aangeeft waar de kans op een flinke aardbeving het grootst is – ziet een dikke oranje band van het noordoosten naar het zuidwesten over het hele schiereiland heen lopen. Hoe kan dat dan? Aardbevingen ontstaan langs breukzones, en die zijn in heel Italië ruimschoots voorhanden. Naast de Euraziatische en de Afrikaanse plaat heeft het land nog te maken met de Adriatische microplaat, ten oosten van het land. Deze kleine plaat wordt in het krachtenveld van de aanvaring tussen de platen ingedrukt door Italië, dat er vanuit het westen min of meer overheen schuift. De Adriatische plaat zelf duikt daarbij onder Italië – hoewel veel geologen denken dat dit subductieproces inmiddels gestopt is.
De gebergten in Italië
Gebergteketens ontstaan loodrecht op de richting van de compressiekrachten – net als remribbels in het asfalt voor een stoplicht. De beweging van de Afrikaanse plaat naar het noorden is dan ook verantwoordelijk voor het ontstaan van de Alpen, terwijl de botsing tussen de Adriatische plaat en Italië de drijvende kracht is achter het onstaan van de Apennijnen.
Rek
Om de verwarring compleet te maken wordt het gebied ten westen van Italië, de Tyrreense Zee, niet samengedrukt maar juist opgerekt. In dit gebied komt heet mantelmateriaal omhoog en vormt zich een nieuwe zeebodem. Ook de Apennijnen bevinden zich momenteel in een fase van rek. Dit bleek onder meer uit de analyse van twee eerdere grote aardbevingen in het gebergte, namelijk in Assisi (1997) en in l’Aquila (2009). Deze bevingen bleken door afschuivingen langs breuken veroorzaakt te zijn – een mechanisme dat optreedt al de korstdelen aan beide kanten van de breuk van elkaar af bewegen.
Voor het oprekken van de Apennijnen zijn verschillende redenen te bedenken. Het is mogelijk dat het oprekkingsgebied van de Tyrreense Zee zich langzaam uitbreidt, en de korst onder de Apennijnen er inmiddels deel van uitmaakt. Het kan ook zijn dat de Apennijnen onder hun eigen gewicht aan het instorten zijn, en delen van de bergketen dus langzaam maar zeker aan het afglijden zijn. Een derde verklaring die de laatste jaren wel geopperd wordt is dat de opheffing van de Apennijnen niet (alleen) veroorzaakt is door de botsing met de Adriatische plaat, maar ook door warm omhoogkomend mantelmateriaal. In dat geval wordt de korst die hier bovenop ligt omhoog gestuwd en opgerekt – zoals de bovenkant van een cake in de oven .
Po-vlakte
Tot alle gegevens geanalyseerd zijn is de exacte oorzaak van de aardbevingen van mei 2012 niet te bepalen, maar omdat de bevingen het gevolg waren van opschuivingen kan al wel worden vastgesteld dat er geen sprake is geweest van rek, maar juist van druk. De aardbevingen moeten dus in elk geval met de botsing van de platen in verband gebracht worden. Maar is de positie van de bevingen, in de Povlakte tussen de Apennijnen en de Alpen in, dan niet merkwaardig?

“Het is inderdaad opvallend dat de bevingen zo ver van het front van het gebergte zijn opgetreden”, zegt Paul Meijer, die als aardwetenschapper werkzaam is bij de afdeling Tectonofysica van de Universiteit Utrecht, “maar het is ook weer niet uniek.” Kaarten van aardbevingen door de tijd heen laten zien dat de bevingen nog net binnen de noordgrens van een gordel met activiteit vallen.
Meijer denkt zelf dat de aardbevingen veroorzaakt zijn door de druk die Afrika op Europa uitoefent, en die ook op enige afstand van de plaatgrens een compressieve kracht veroorzaakt. “De subductie van de Adriatische microplaat onder de Apennijnen in Noord-Italië is waarschijnlijk niet meer actief”, zegt hij.
Wel kan het zijn dat het oprekken van de Apennijnen een bijdrage levert aan het spanningsveld in de vlakte ernaast. “Rek in het gebergte zorgt juist voor meer druk in het laagland”, aldus Meijer. “De vraag is alleen of de bevingen hiervoor niet te noordelijk zaten.” Het laatste woord zal er dus nog wel niet over gezegd zijn ..
Bronnen:
- Website United States Geological Survey
- Paul Meijer Aardbeving Italië is gevolg van afschuiving (op website Universiteit Utrecht, over aardbeving l´Aquila, 2009)
- Website European and Mediterranean Seismological Centre
Zie ook:
Aardbevingen (Kennislinkdossier) Drijvende krachten (Kennislinkartikel) Puzzel in evolutie Alpen opgelost (Kennislinkartikel) Aardbeving schokt Italië (Kennislinkartikel over l´Aquila-aardbeving 2009) Italiaanse aardwetenschappers voor rechter (Kennislinkartikel)