
Sommige dieren, waaronder krokodilachtigen, hebben verhardingen binnenin de huid, die in veel opzichten te vergelijken zijn met holle botten. Deze zogeheten osteodermen (ostis = bot; dermis = huid) zijn ook bekend van sommige sauropoden, de plantenetende dino’s met een zeer lange nek.
Tot de sauropoden behoren onder meer de titanosauriërs, de reusachtige kolossen zoals de bekende Apatosaurus (vroeger bekend onder de naam Brontosaurus). Een van de titanosauriërs waarvan nu osteodermen bekend zijn geworden is Rapetosaurus, een geslacht waarvan slechts één soort bekend is (R. krausei_). Deze dino leefde gedurende het Laat-Krijt%28periode%29 in Madagaskar, waar restanten gevonden zijn in de Maevarano Formatie.

Mileu
Het milieu waarin Rapetosaurus leefde, kende sterk wisselende seizoenen. In combinatie met het semi-aride klimaat wijst dat erop dat er langdurig droge perioden moeten zijn geweest, waarin waarschijnlijk veel dieren omkwamen.
Met name de enorme titanosauriërs moeten het vanwege gebrek aan voedsel vaak zwaar te verduren hebben gehad; vooral door een gebrek aan de mineralen die onder meer noodzakelijk waren voor het onderhoud van hun beenderstelsel en voor de vaak grote nesten eieren die ze legden. Daarbij kon gemakkelijk een tekort aan calcium en fosfor ontstaan.
Osteoderm
Hoe Rapetosaurus dat oploste, suggereert onderzoek van een team met zowel geologen en paleontologen als biomedici. Zij bestudeerden osteodermen die toebehoorden aan een volwassen en een jong (juveniel) individu van deze soort. Van beide dieren werd een gedeeltelijk skelet aangetroffen, evenals een osteoderm. Hoewel volledig ingesloten in de huid, waren dat grote ‘botten’, met een vorm die wat op een rugbybal lijkt. De osteoderm van de volwassen dino had een volume van bijna 100 cm3, maar iets meer dan de helft hiervan bestaat uit een holte. Daarentegen was de osteoderm van het juveniele exemplaar kleiner, maar wel massiever.

Door deze osteodermen in dunne plakjes te snijden en te onderzoeken, met onder andere een CT-scan, kon inzicht worden verkregen in de ontwikkeling van deze ‘huidbotjes’. Daaruit blijkt dat de osteodermen zich aanvankelijk als massieve voorwerpen ontwikkelen, maar dat later holtes worden gevormd, waarin mineralen – in de vorm van chemische verbindingen – worden opgeslagen. Zodra de omstandigheden leidden tot een tekort aan mineralen, werd uit de voorraad in de osteoderm geput. Zo konden de waarschijnlijk jaarlijkse perioden van grote droogte en voedseltekort (en dus ook gebrek aan mineralen) worden overleefd.
Bron:
- Rogers et al. 2011. ‘Sauropod dinosaur osteoderms from the Late Cretaceous of Madagascar’, Nature Communications 2 (2011) online publikatie.
Zie ook:
- Dino’s vielen aan in het donker (Kennislinknieuws)
- Dino’s eerder uitgestorven (Kennislinknieuws)
- Dino’s overleefden de Krijt-Tertiair grens (Kennislinkartikel)
- Voorouder T-rex in miniatuurformaat (Kennislinknieuws)
- Dino’s waren warmbloedig (Kennislinknieuws)