De Amerikaanse onderzoekers berichten over hun nieuwe vondsten in het toptijdschrift Science. Onder leiding van Edward Rubin, de directeur van het Amerikaanse Joint Genome Instituut, schrijven de biotechnologen dat ze maar liefst 27.000 genen ontdekten, waarvan er ongeveer 40 goed zijn voor enzymen die biobrandstofproductie kunnen verbeteren.

Zo’n enzym plus gen kun je bijvoorbeeld in een bacterie plaatsen, in een vat stoppen, om ze vervolgens te voeren met plantenafval. De bacteriën zetten de planten dan om in energierijke suikers die je als milieuvriendelijke biobrandstof kunt gebruiken. Op dit moment komt de meeste biobrandstof helaas nog uit voedselgewassen, die beter gebruikt kunnen worden als voedsel.
Overigens is het niet de koe zelf die de planten afbreekt. Er groeien bacteriën in zijn pens, maar tot dusver wist niemand precies welke dat waren en met welke enzymen ze de planten omzetten tot voor de koe verteerbare suikers.

Om te ontdekken welke genen en enzymen gras tot energierijke suikers omzetten, deden Rubin en zijn collega’s een ingenieuze proef. Ze maakten een klein gaatje in de buik van de koe, dat direct leidde tot de pens waar de bacteriën wonen. De koe kreeg dus een stoma.
Daarna stopte Rubin in de pens wat gras, verpakt in een nylon zakje zodat hij het er later weer uit kon halen. Precies 72 uur later – wanneer de bacteriën het gras dus al deels tot suikers hebben omgezet, maar nog op het gras plakken – speurden Rubin en zijn collega’s in de nylon zak naar bacterie-DNA. Via het DNA-onderzoek vonden ze de tot voorheen onbekende enzymen.
Waarom zo’n omweg en arme koeien een stoma geven? Waarom niet gewoon bacteriën uit de koeienmagen in een lab kweken en ze daar rustig verder onderzoeken? Dat is al vaker geprobeerd, maar zonder succes. Hoeveel biologen ook weten van koeienmagen, ze kunnen niet de ideale leefomstandigheden van de maagbacteriën namaken.
Het is niet de eerste keer dat wetenschappers voor de verwerking van biobrandstoffen naar de natuur kijken. Aan de Technische Universiteit Delft deed microbioloog Jack Pronk dat ook. In plaats van koeienonderzoek, vond Pronk een micro-organisme in olifantenpoep die de viervoeter helpt om hout tot energie om te zetten. De microbioloog plaatste enkele genen van deze schimmelachtige olifantendarmbewoner in een industriële gist, die inmiddels door DSM wordt gebruikt om houtige plantenresten om te zetten tot energie.
Zie ook
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/biobrandstof.atom", “max”=>"6", “detail”=>"minder"}
Meer biotechnologie op Ditisbiotechnologie.nl