Je leest:

Dijkexperimenten langs de Wadden?

Dijkexperimenten langs de Wadden?

Auteur: | 31 mei 2012

Als voorbereiding op de zeespiegelstijging willen Nederlandse kennisinstituten in het Waddengebied experimenteren met innovatieve dijkconcepten. Ze willen aan de slag met de Deltadijk, de Superdijk en de ‘dijk die zich laat combineren met bebouwing’. Het rapport toont concrete dijken in het gebied en geeft aan welke bouwtechnische aanpassingen er kunnen worden uitgetest.

Dijken langs de Wadden moeten opgehoogd.
Docwerk

De dijkexperimenten worden voorgesteld in het rapport Verkenning Innovatieve dijken in het Waddengebied. Als nieuwe dijkconcepten worden genoemd de overslagbestendige dijk, de triple dijk en de zandmotor, een natuurlijke zeewering waarvan er al een actief is voor de kust van Zuid-Holland.

Het onderzoek richt zich op het Waddengebied omdat daar de meeste mogelijkheden liggen voor innovatieve concepten.

Het rapport haakt in op zeespiegelstijging, de klimaatverandering en concrete maatregelen die het Deltaprogramma – een nationaal programma waarin onder meer de maatregelen staan om ons te beschermen tegen hoog water – hiervoor opstelde. Een van de betrokkenen, klimaatdeskundige Pier Vellinga van Wageningen UR, verwacht dat de resultaten van het onderzoek de komende twee jaar door het Deltaprogramma verder kunnen worden uitgerold.

Reden voor proeftuin

De noodzaak om in te grijpen op de Wadden is overduidelijk aanwezig. De bodem daalt door gaswinning, terwijl de zeespiegel stijgt door klimaatverandering. Van de zeespiegelstijging krijgen we een indruk in dit filmpje van een recente wadloop bij Ameland.

Waarom er een proeftuin moet komen voor nieuwe dijken? De innovatieve dijkconcepten kunnen volgens de onderzoekers wat goedkoper zijn dan de bestaande dijken, beter passen in het landschap, nieuwe kansen bieden voor het Waddengebied, beter tegemoet komen aan de internationale natuurstatus van de Waddenzee en ook klimaatrobuuster zijn. Met vertegenwoordigers van de vier Noordelijke waterschappen is al besproken welke dijktrajecten zich lenen voor welke innovatieve dijkconcepten. Bij de keuze van het dijkconcept moeten ook de overige belanghebbenden bij het proces betrokken worden, benadrukken de onderzoekers.

Zandmotor Zuid-Holland, een natuurlijke zeewering

Superdijk en Multidijk

Als er veel ruimte is en de bebouwing modern, komen robuuste concepten als de ‘deltadijk’, de ‘superdijk/terpendijk’ en de ‘klimaat-/multidijk’ in aanmerking.

Landelijke gebieden lenen zich voor de ‘overslagbestendige dijk’ of de ‘overstroombare dijk’. Bij natuurgebieden komen eco-engineeringsconcepten in beeld als de ‘oeverdijk’ en ‘dijk met kwelderwal of kweldernok’.

De concepten worden op een aantal plaatsen langs de Waddenkust verder uitgewerkt en getoetst op haalbaarheid, techniek, landschap en financiën. In elke situatie wordt het dijkconcept afgestemd op water-veiligheid, de hydraulische omstandigheden, maar ook op de lokale fysische en sociaal-economische situatie én de ruimtelijke ordening voor het gebied. De verkenning is uitgevoerd binnen het kader van het Deltaprogramma Waddengebied en maakt ook deel uit van het programma Kennis voor Klimaat.

Dijk ten zuiden van Willemshaven Harlingen
Docwerk

Multifunctionele concepten

Volgens Pier Vellinga komen bij bredere multifunctionele dijkconcepten toetsers in de problemen. Hij zegt: “Voor deze concepten bestaat nog geen instrumentarium. Zodra je praat over multifunctionaliteit, praat je over meerdere belanghebbenden en eigenaren. Slimme concepten zijn niet noodzakelijkerwijs simpeler."

Vellinga vervolgt: “Het Waddengebied is nu nog redelijk veilig, maar vroeg of laat moeten we daar aan de slag. Er zijn een paar acute veiligheidsvraagstukken bij Lauwersoog, de Prins Hendrikkade op Texel en de geul die zich naar Ameland verplaatst.” Vellinga noemt het zeer positief dat ook organisaties als de Waddenvereniging mee willen denken met de ontwikkeling van nieuwe concepten.

Zie ook:

Lees meer over dijken op Wetenschap24:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 31 mei 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.