Wat maakt een betere kans om de tand des tijds te doorstaan, een omlijste foto of een tien megabyte digitaal fotobestand op de harde schijf van je computer? De foto zal uiteindelijk vervagen en vergelen, maar het digitale fotobestand is wellicht onleesbaar voor de computers van de toekomst – een onvoorziene bijkomstigheid van een wereld die alles steeds sneller digitaliseert.

WordPerfect
Volgens Jerome McDonough, assistent professor bij de Graduate School voor Bibliotheek en Informatie Wetenschappen van de Universiteit van Illinois, zal dit snelle digitaliseren uiteindelijk leiden tot een tijdperk dat hij de digitale middeleeuwen ( digital dark age) noemt. “Als we onze informatie niet toegankelijk houden voor toekomstige generaties zullen we een belangrijk deel van onze cultuur verliezen.”
Volgens McDonough ligt de oorzaak van dit probleem bij de massa’s informatie die onze immer groeiende informatie economie produceert. Bij de laatste telling zaten we op 369 exabytes aan data. Dit bestaat onder meer uit digitale persoonsgegevens, belastingadministratie, e-mail, muziek en foto’s. Een exabyte is één triljoen bytes, oftewel een miljard keer een miljard. Uitgeschreven is dit een 1 met daarachter achttien nullen.
Informatiewetenschappers en archivarissen vrezen dat al deze gegevens uiteindelijk in een diep, ontoegankelijk gat zullen vallen dankzij onze neiging om steeds van bestandformaten en hardware platforms te wisselen. Ga maar na, wat was de laatste keer dat je een WordPerfect bestand probeerde te openen, of een 8-inch floppy wilde lezen? “Blijkbaar kunnen onze opslagmethodes in tien jaar al hopeloos verouderen”, merkt McDonough op. Een andere dreiging voor informatieopslag is het simpelweg kapot gaan van de informatiedrager. De meeste computer backups staan op magnetisch tape, wat na tien jaar onleesbaar is door ouderdom. Zo ging ook een deel van de observaties die NASA’s Viking uit 1976 maakte na de landing op Mars verloren.
Wat is de laatste keer dat je een 8-inch floppy gebruikte? Of zelfs een 3,5 inch diskette? Het is noodzaak om dit soort informatiedragers geschikt te maken voor de 21e eeuw, voordat we alle informatie erop voorgoed kwijt zijn.
Een ander voorbeeld is e-mail. “Zowel de moderne zakenwereld als de overheid werken volledig op e-mail. Als die informatie verloren gaat, verliezen we alle archieven van wat er in de moderne wereld is gebeurd.” McDonough noemt als voorbeeld de gewiste e-mail archieven van het Witte Huis in de aanloop naar de oorlog met Irak. “Waar we naar toe moeten is een wereld waarin data niet meer verloren gaat door ongelukjes, kwade wil of zelfs onbedoelde nalatigheid.”
Een aardig voorbeeld van dataverlies door veroudering van platforms is reclame voor Obama in videogames als Burnout Paradise en NBA Live. “Het gaat niet zozeer om het bewaren van de spellen zelf”, zegt McDonough, “maar dit zijn belangrijke politieke en culturele aspecten die we niet kunnen vastleggen als we de geschiedenis van de gamewereld zelf niet kunnen bewaren.”
Culturele ontwikkelingen, zoals reclame voor Barack Obama in racegames als Burnout Paradise, gaan verloren zodra de gameconsoles zelf niet meer gemaakt worden. Strikte kopieerbeveiliging maakt het onmogelijk voor archivarissen om deze ontwikkelingen te bewaren.
Bezwijken
Om de digitale middeleeuwen te vermijden moeten er volgens McDonough verschillende stappen worden ondernomen. Hij stelt voor om data over te blijven zetten naar nieuwe bestandsformaten, methodes te bedenken om oude software geschikt te maken voor nieuwe mediaspelers, veel meer open source te werken met bestandsformaten en software, en informatie te produceren die ‘media-vrij’ is. “Om informatie een overlevingskans te geven moeten we ophouden met formaten te creëren die slechts op één soort medium werken. Het is voor een archivaris bijvoorbeeld onmogelijk om de inhoud van commerciële DVD’s over te zetten naar een nieuw medium door de kopieerbeveiliging. Zodra dit medium uitsterft zijn we dus alle informatie op die DVD’s kwijt.”
Hoewel veel bedrijven hun klanten nog blijven binden door hun product media-afhankelijk te maken, ziet McDonough dat de markt enigszins begint te schuiven naar open source. Nederland is één van de landen die hij noemt als voorloper op dit gebied. “Veel overheden zeggen: ‘we kopen geen software meer die exclusieve bestandsformaten gebruikt. Jullie moeten met een open formaat komen zodat we niet meer afhankelijk zijn van één platform’. Met dat soort markteisen zie je dat verkopers langzaam onder de druk beginnen te bezwijken.”