Je leest:

Dierentuinen kweken zelf koraal

Dierentuinen kweken zelf koraal

Auteurs: en | 27 februari 2008

Een aantal Europese universiteiten en dierentuinen probeert onder Nederlandse leiding zelf koraal te kweken. Daarmee kunnen ze de verdere afbraak van natuurlijke riffen een halt toe roepen. Elk land heeft zijn eigen taak binnen het onderzoek. In Wageningen kijken de zeebiologen naar de invloed van licht en stroming op de groei van de koraaldiertjes.

Koraalriffen vormen wereldwijd bijzondere ecosystemen met een zeer hoge biodiversiteit. Ze bedekken een fractie van het zeeoppervlak, maar herbergen toch een kwart van alle vissoorten. Barrière- en franjeriffen beschermen de kustlijnen van 109 landen.

Maar de riffen zijn in moeilijkheden. Vervuiling, overbemesting, overbevissing en vooral het broeikaseffect maken het de koraalriffen erg moeilijk. De laatste decennia is 25 procent van de riffen volledig afgestorven, en nog eens een kwart verkeert in slechte staat. Westerse dierentuinen proberen nu zelf een oplossing te zoeken voor hun toenemende vraag naar koraal.

Verschillende soorten koralen Foto: Tim Wijgerde

CORALZOO

Hoewel er veel controle bestaat, is de handel in koralen en rifbewonende vissen niet duurzaam. Een betere strategie is de kunstmatige kweek van koralen die in de behoefte van westerse landen kan voorzien. Dat is dan ook wat Europese dierentuinen, die steeds vaker hele koraalriffen willen tonen aan hun bezoekers, gaan doen. Via eigen kweek zouden ze voldoende koralen kunnen produceren om volledig in hun eigen behoefte te voorzien.

Daarom is in 2005 het vierjarig internationaal onderzoeksprogramma CORALZOO gestart, onder leiding van Dr. Ronald Osinga van de Universiteit Wageningen. Het project is een samenwerkingsverband tussen Europese universiteiten en dierentuinen. Ook Diergaarde Blijdorp in Rotterdam en Burgers’ Zoo in Arnhem doen eraan mee.

Onderwerpen als niet-seksuele voortplanting, groei, het opdelen van kolonies, voeding, gezondheid en transport tussen dierentuinen komen aan bod. Het einddoel van het programma is het opzetten van verzorgingsprotocollen en het opleiden van de dierenverzorgers voor dierentuinen.

Een kleine kolonie wordt in het lab in een luchtdichte proefopstelling geplaatst voor metingen aan de verademing en fotosynthese. Foto: Catarina Cruzeiro

De groei van een koraalskelet

In de weefsels van koralen bevinden zich kleine ééncellige algjes. Deze algjes maken koolhydraten met behulp van licht, net zoals planten dat doen. Dit is belangrijk voor het koraal, omdat het via deze weg tot wel 95 procent van de benodigde dagelijkse energie verkrijgt. En het maken van een skelet van calciumcarbonaat kost veel energie. Deze zogenaamde calcificatie heeft ervoor gezorgd dat de huidige riffen als het ware bergen onder water hebben gevormd, die kilometers hoog zijn geworden. Dit proces heeft vaak miljoenen jaren geduurd.

Levende pekelkreeftjes

In Wageningen wordt gekeken naar de invloed van abiotische factoren, zoals de belichtingssterkte en de stromingssnelheid van het aquariumwater, op de groei. De bedoeling is dat de koralen zo snel mogelijk groeien, zodat ze door dierentuinen gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld de opzet van een tropisch zeeaquarium.

Verder wordt de voedselopname door koralen in detail bestudeerd. De snelheid van de voedselopname wordt bepaald bij verschillende dichtheden van diverse soorten voer, waaronder levende pekelkreeftjes. Inzicht in hoe en waarmee koralen zich voeden, zorgt ervoor dat zij beter kunnen worden gevoerd en daardoor ook weer sneller groeien.

Tijdens het voeren van pas uitgekomen pekelkreeftjes wordt het zuurstofgebruik van een Eunicella verrucosa kolonie uit de Middellandse Zee gemeten. Foto: Monica Previati

De komende jaren zal de kweek van diverse soorten koraal binnen dierentuinen steeds groter worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de resultaten die het CORALZOO project heeft opgeleverd. De hoop is dan ook dat over enkele jaren alle koralen die te bewonderen zijn in onze dierentuinen nog nooit een echt rif van dichtbij hebben gezien.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR).
© Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 27 februari 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.