Je leest:

Dialectverschillen in het Zweeds nemen af

Dialectverschillen in het Zweeds nemen af

Auteur: | 30 juni 2010

Therese Leinonen deed onderzoek naar dialectverschillen in het Zweedse taalgebied. Er is veel variatie in de uitspraak van klinkers in Zweedse dialecten en in regionale variëteiten van het standaardzweeds. Leinonen bracht de dialectverschillen in klinkeruitspraak in het Zweedse taalgebied in kaart. Uit haar onderzoek komt naar voren dat de dialectverschillen kleiner worden. Ze promoveert op 1 juli aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Het Zweeds kent veel verschillende klinkers. Therese Leinonen onderzocht er negentien in totaal. De klinkers staan bekend om hun grote variatie. Omdat de verschillen soms maar klein zijn, onderwierp Leinonen de uitspraak van een grote groep Zweden aan akoestische analyses. Dit was nog niet eerder gebeurd in het onderzoek naar Zweedse dialecten. Op die manier kon ze nauwkeurig meten hoe de klinkers van elkaar verschillen. Of de klinkers bijvoorbeeld meer voor of achterin de mond worden uitgesproken.

Groot dialectcorpus

De promovenda maakte voor haar onderzoek gebruik van een groot corpus met dialectmateriaal, verzameld tussen 1998 en 2001. Dat corpus bevat informatie over 98 plaatsen in het Zweedse dialectgebied. Per plaats zijn opnames gemaakt van gemiddeld twaalf sprekers, verdeeld over twee leeftijdsgroepen. De jonge sprekers zijn tussen de 20 en 35 jaar oud, de oude sprekers tussen de 55 en 75. Uit het onderzoek bleek dat de uitspraak van de ouderen sterk verschilt van de jongeren. “Het traditionele dialect vind je alleen nog bij de ouderen”, aldus Leinonen.

Het Zweedse eiland Gotland ligt in de Oostzee.
Per Ola Wiberg

Dialectcontinuüm

De geografische patronen worden in Leinonens proefschrift op kaarten weergegeven. Bij het maken van die kaarten viel het haar op dat er geen scherpe dialectgrenzen te trekken waren: “Er is eerder sprake van een continuüm. Dit geldt niet alleen voor de uitspraak van de klinkers, maar ook voor andere onderdelen van het Zweedse taalsysteem. En je kunt het nog wijder trekken, want eigenlijk geldt het voor het hele Scandinavische taalgebied.” Wel waren er een paar gebieden aan te wijzen die afweken in hun uitspraak: “Zoals bijvoorbeeld het eiland Gotland, dat duidelijk geïsoleerd is door het water”, legt Leinonen uit, “maar ook het gebied langs de Finse kust, waar Finland-Zweeds wordt gesproken.” Dat is tevens het gebied waar de promovenda zelf opgroeide. Toch spreekt zij, net als de meeste jonge mensen, een regionale variëteit: “Mijn moedertaal is Zweeds met een meer Finse intonatie.”

Open uitspraak

Onder de jonge Zweden vond de promovenda minder lokale en meer regionale verschillen in de uitspraak. Betekent dat dat jongeren steeds minder dialect gaan spreken? “Ja, maar het hangt er natuurlijk vanaf hoe je ‘dialect’ definieert. Jongeren die ‘traditionele’ dialecten spreken vind je alleen nog in bepaalde – vaak geïsoleerde – gebieden. En op het platteland meer dan in de stad. Wel zijn er nog veel regionale verschillen.” Bovendien is er iets bijzonders met de uitspraak van deze jongeren: “Zij gaan hun voorklinkers steeds meer open uitspreken. Dit is een ontwikkeling die in de jaren ’70 al in gang is gezet, maar dan vooral in de steden. Je ziet nu dat deze klankontwikkeling ook doordringt tot het platteland. Daarbij vond ik grote concentraties rond de steden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de uitspraak van de <ö> in söt dat ‘zoet’ betekent, of de uitspraak van de <ä> in nät voor ‘net’. In tegenstelling tot de ouderen gebruiken de jongeren een meer open uitspraak.”

De klinkers die Leinonen maakt, zijn moeilijk op te schrijven, maar we zullen een poging wagen. We beginnen met de <ö>. Bij de ouderen klinkt deze ongeveer als de eu in neus en bij de jongeren als de eu in knackebröd. En dan de uitspraak van de <ä>: ouderen spreken deze uit met een lange i (als in beer) of lange e (als in scène) en jongeren met de aa van laat.

De kaart toont de gemiddelde afstand tussen de oude sprekers en de jonge sprekers. Een kleine afstand duidt op weinig dialectverlies, een grote afstand op veel dialectverlies. De kaart is afkomstig Leinonens proefschrift.
Therese Leinonen

Natuurlijk proces

Net als overal waar het dialect van de jongeren verandert, staan de ouderen negatief tegenover deze klankontwikkeling. Onterecht, volgens Leinonen: “Vaak is taalverandering een heel natuurlijk proces. Dat geldt ook voor deze verandering in het Zweeds. Doordat de jongeren de klinkers anders uitspreken, komt het klinkersysteem meer in evenwicht. Waar eerder gaten zaten in het syteem, worden die nu opgevuld met nieuwe klanken.”

Meer recente publicaties over dialect:

Een echte Amelander spreekt dialect De dialecten van Zuid-Italië: verguisd en bejubeld Jongeren spreken geen dialecten maar gebruiken vette dialectwoorden

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 30 juni 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.