Het kan nog tot 19 mei: een bezoek brengen aan ‘My dream exhibition’, de Van Gogh tentoonstelling in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Aan de hand van reproducties krijg je een indruk hoe Vincent van Gogh zijn schilderijen zag vlak nadat hij ze schilderde. Wat opvalt zijn de krachtige, sprankelende kleuren. Op de échte schilderijen, onder andere van het Van Gogh museum, zijn ze vaak een stuk fletser. En soms zelfs helemaal anders.

Hoe komt dat? Dat is precies wat wij ons afvragen in ons onderzoeksproject PAinT. We ontwikkelen fundamentele kennis over het verouderende olieverfsysteem. Dat is broodnodig om belangrijke kunstwerken ook voor de toekomst veilig te stellen.
Veranderende verf
Oude olieverfschilderijen zijn chemisch en fysisch zeer complexe systemen. De kunstschilders zetten allerlei grond- en verflagen over elkaar heen om de gewenste optische effecten te bereiken. En al die laagjes bevatten verschillende ingrediënten, elk met zijn eigen functie.
Het gaat om organische verbindingen, zoals het oliebindmiddel, en om andersoortige stoffen zoals pigmenten, drogers en metaalrijke vulmiddelen. Al die componenten gaan interacties met elkaar aan, zodat de olieverf voortdurend van samenstelling verandert.

Eigenlijk weten we nog verschrikkelijk weinig over de drijvende krachten achter verouderingsprocessen en de reacties die daarbij in een schilderij plaatsvinden.
Dit maakt het werk van een restaurator vaak lastig. Die zit soms met zijn handen in zijn haar: is het veilig voor de verf om de vergeelde vernis met oplosmiddelen te verwijderen? Komt de grijze aanslag op het verfoppervlak na verloop van tijd weer terug? Wat zijn de beste bewaarcondities voor het schilderij? Dat elk object uniek is maakt het er niet gemakkelijker op.
De bestaande kennis op dit gebied is voornamelijk gebaseerd op de studie van minuscule verfmonsters uit schilderijen. Met geavanceerde micro-analytische technieken zijn stukjes van ongeveer een tiende millimeter uitgebreid onderzocht. In PAinT zetten we een belangrijke volgende stap.
Loodzepen
Een belangrijk vernieuwend aspect van PAinT is de inzet van chemische en mathematische modelsystemen om het verloop van de reacties in de verf te ontrafelen.

Een voorbeeld. In verfmonsters is de migratie van mobiele loodverbindingen waargenomen. Het loodwit pigment in een onderliggende laag blijkt met vetzuren uit de olie tot zogenaamde loodzepen te reageren. We vinden vervolgens ophopingen van loodverbindingen in de bovenliggende verflaag en aan het verfoppervlak. Dat is een duidelijke indicatie voor hun beweeglijkheid.
Je kunt het een beetje vergelijken met wit uitgeslagen chocola, waar vetverbindingen en suikers naar het oppervlak zijn gemigreerd. Of dat gebeurt hangt af van de condities waaronder je de chocola hebt bewaard.
Bij de veroudering van verf is duidelijk geworden dat vocht- en temperatuurgradiënten het transport van de loodverbindingen versnellen. De vraag is nu wat de precieze condities zijn waaronder dit proces optreedt. Als we dat weten, dan kunnen we bedenken hoe we het kunnen minimaliseren.
Degradatie simuleren
We hebben inmiddels een opstelling gebouwd om het proces te simuleren en te onderzoeken. Na drie maanden hebben we al een duidelijk indicatie voor migratie gezien. De uitkomsten van het labonderzoek gaan we gebruiken in mathematische modellen van de verouderde olieverfsystemen. We gaan daarmee de degradatie simuleren, zodat we snel inzicht kunnen krijgen in processen die soms wel eeuwen kunnen duren.
Met dit soort modelstudies hopen we de kennis over verouderingsprocessen te vergroten. Deze kennis kan de restaurator dan weer meenemen bij het maken van gefundeerde keuzes bij een behandeling, bij de presentatie van een schilderij en bij het optimaliseren van de bewaaromstandigheden. Zodat we tot in lengte van jaren kunnen genieten van de schilderijen zoals hun maker ze bedoeld heeft.
Een ‘kick off symposium’ bij de Universiteit van Amsterdam markeert vandaag de start van het onderzoeksproject Paint Alterations in Time. Een team van chemici, restauratoren, kunsthistorici en andere wetenschappers gaat de komende jaren op zoek naar de fundamenten van de degradatieprocessen in de verflagen van oude meesterwerken.

De auteurs van deze column, Katrien Keune en Annelies van Loon, leiden het project van de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met de Universiteit Utrecht, zes grote Nederlandse musea en diverse nationale en internationale partners. Het is onderdeel van het programma Science4Arts van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO).