Dit artikel maakt deel uit van een reeks artikelen over kredietcrisis van 2007:
Amerikanen leven op de pof
In de late zomer van 2007 was de financiële crisis een feit. Hoe kwam het zover? Het begon allemaal in de Verenigde Staten. Het Amerikaanse stelsel van centrale banken – de Federal Reserve – had jarenlang de rente laaggehouden. Dit maakte lenen erg goedkoop. Amerikanen staken zich tot over hun oren in de schulden om aandelen, huizen en nieuwe financiële producten te kopen. Door de grote vraag stegen de beurskoersen en prijzen van onroerend goed sterk. Zo ontstonden asset bubbles.
Omdat hun bezit op papier steeds meer waard werd, namen gezinnen meer nieuwe leningen op. Ook Amerikaanse bedrijven gaven veel geld uit bij fusies en bedrijfsovernames. Het geld hiervoor kregen ze door nieuwe aandelen uit te geven of door geld te lenen van banken en grote beleggers, zoals pensioenfondsen.
NPO Doc: Financiële fratsen
Journalist en antropoloog Joris Luyendijk is komende week gastcurator van NPO Doc. Luyendijk verdiepte zich twee jaar in de Londense bankwereld en schreef zijn bevindingen op in ‘Dit kan niet waar zijn. Onder bankiers.’ Een week lang kiest Luyendijk documentaires uit over de waanzin en wonderlijke cultuur van de financiële wereld en voorziet deze van een introductie.
De Verenigde Staten leefden op de pof bij China en een aantal olieproducerende landen. Deze schuldeisers kwamen langzamerhand in een ongemakkelijke positie. Voor verdere groei van hun economieën waren ze steeds meer afhankelijk geworden van de vraag uit de Verenigde Staten. De landen kregen bovendien een overschot aan dollars. Ze belegden deze dollars vervolgens in de staatsschuld van de Amerikaanse overheid, in Amerikaanse aandelen en onroerend goed. Dit zorgde voor een nieuw risico. De koers van de dollar (en daarmee de waarde van hun beleggingen) zou immers kunnen dalen wanneer er veel meer aanbod dan vraag naar dollars zou zijn.
Bubbels uit het verleden: de Tulpenmanie in Holland

De prijs van tulpen liep hoog op in de 17e eeuw. Deze tulp leverde tussen de 3000 en 4200 florijnen op.
Deze financiële crisis mag dan in de Verenigde Staten zijn begonnen, de Hollanders konden er in het verleden ook wat van. In de 17e eeuw ontstond in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een bubbel in de handel van tulpenbollen. De prijs van een enkele bol liep ten slotte zo hoog op, dat deze meer kostte dan een Amsterdams grachtenpand. Velen begonnen te handelen in tulpenbollen. Er leek geen eind aan te komen. In 1637 stortte de hele markt voor tulpen echter in elkaar. Een aantal handelaren merkte dat ze hun tulpen niet meer konden verkopen voor de gigantisch opgeblazen vraagprijs die op dat moment gold. Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje, en binnen twee maanden waren de bollen vrijwel niets meer waard.
Meer over de tulpenmanie Boek over de tulpenmanie Boek over financiële crises door de jaren heen
Banken zorgen voor verdere groei van leningen
In Europa was de situatie anders. De Europese Centrale Bank (ECB) hield de korte rente redelijk hoog, omdat zij de jaarlijkse inflatie beneden de 2 procent wilde houden. Hoe hoger immers de rente, hoe minder geld er in omloop is en hoe kleiner de kans dat het geld zijn waarde verliest.
Ondanks het Europese (relatief) hoge rentebeleid wisten ook de banken in Europa meer leningen te verstrekken. Ze werden daarbij een handje geholpen door de toezichthouders. Deze grepen niet in toen de banken hun gewaagde financiële producten introduceerden. Hierdoor stegen ook in Europa de beurskoersen en de huizenprijzen.
Enkele financiële innovaties
Verzekeringscontracten tegen wanbetaling: Credit default swap (cds)
Stel dat een bank aan een bedrijf een bedrag van 1 miljoen euro uitleent. De bank kan zich verzekeren tegen het risico dat het bedrijf die lening niet meer kan terugbetalen (credit default). De bank koopt dan een credit default swap (cds). De verkoper van zo’n CDS neemt het risico over (swap). Gaat het bedrijf failliet, dan krijgt de bank de 1 miljoen euro terug van de verkoper van de cds.
Herverpakte bedrijfsobligaties : Collateralized debt obligations (cdo)
Banken maakten van uitstaande leningen en hypotheken pakketjes, knipten ze op in plakken (tranches) en verkochten deze door. De laagste tranche droeg hierbij het meeste risico dat debiteuren niet terugbetalen, maar leverde ook de hoogste rente op. De hoogste tranche is vrijwel risicovrij, maar draagt een lage rente. Probleem was dat lagere tranches ook een hoge kredietwaardigheid waardering kregen. Het product was zo ingewikkeld dat er alleen in theorie een prijs voor kon worden vastgesteld.

De ninja-lening heeft niets met de ninja turtles te maken, maar is een lening voor degenen die No Income No Job and Assets hebben
NINJA-lening
Leningen voor consumenten met No Income No Job and Assets, oftewel mensen zonder werk en inkomen en geen eigen vermogen.
Subprime-hypotheken
Hypotheken voor minder mensen die bij een gewone bank geen lening kunnen krijgen, omdat er geen vast inkomen of een andere reden is. Het is een hypotheek waarbij in de eerste paar jaar een lage rente wordt betaald, maar deze stijgt in de loop van de tijd. Over de gehele looptijd wordt zo meer rente betaald dan bij een andere hypotheek.
Het Centraal Planbureau noemt drie verklaringen voor de scherpe groei van het aantal verstrekte leningen in de afgelopen jaren. Ten eerste kwamen er steeds meer financiële uitvindingen. Een van die uitvindingen was de collateralized debt obligation (zie kader). Een tweede verklaring luidt dat banken zich veilig waanden omdat ze hun verkochte leningen verzekerd hadden tegen wanbetaling via credit default swaps (zie kader). Vanuit dit gevoel van veiligheid gaven ze ook leningen aan gezinnen en bedrijven die gezien hun geringe kredietwaardigheid daar eigenlijk niet voor in aanmerking kwamen.
Ten derde beschikken China en olie-exporterende landen over enorme overschotten aan dollars. Zij wensen die voor een groot deel onder te brengen in landen met goed functionerende kapitaalmarkten, in het bijzonder in de Verenigde Staten. Dit immense aanbod van kapitaal drukte de rente, wat de grotendeels met leningen gefinancierde zeepbel verder opblies.
Prof. dr. C.A. de Kam is honorair hoogleraar Economie van de Publieke Sector, Rijksuniversiteit Groningen. Dit artikel komt uit Het Tijdschrift voor Openbare Financiën en is bewerkt door Kennislink redacteur Tamara Slief. Het artikel bouwt voort op het inleidende hoofdstuk uit De Kam (2009a).
Zie ook:
- Banken failliet? Dat willen we niet! (Kennislinkartikel)
- Gemeentes dupe van crisis (Kennislinkartikel)
- Website van De Nederlandsche Bank
- Scriptie over regels voor kredietverstrekking van banken
- Quiz over monetaire politiek
- Centaal Economisch Plan 2009
- Centraal Plan Bureau over de kredietcrisis
- De Nederlandsche Bank over het depositogarantiestelsel
- Prof. dr. Elmer Sterken Kredietcrisis: hoe zit het en wat kunnen we nog verwachten?