Je leest:

De wondere wereld van de noëtica

De wondere wereld van de noëtica

Veel fictie, maar weinig wetenschap in Dan Browns ‘het Verloren Symbool’

Auteur: | 11 november 2009

“Feit: alle wetenschap in dit boek is echt.” Dat schrijft Dan Brown, nog voor het verhaal van Robert Langdon en het Verloren Symbool echt begint. Maar is dat ook zo? Een kleine speurtocht naar de al dan niet buitengewone mogelijkheden van de menselijke geest…

De wetenschap in kwestie is de noëtica (in het Engels: noetics). In ‘het Verloren Symbool’ wordt deze tamelijk obscure tak van de psychologie beoefend door de heldin van het verhaal, Katherine Solomon, die naast uitermate intelligent natuurlijk ook beeldschoon, dapper en vindingrijk is. Ze bestudeert de – letterlijk – buitengewone mogelijkheden van de menselijke geest. Zo weegt ze de ziel van een stervende man en laat ze planten harder groeien door er positieve gedachten heen te sturen.

De kern van de redenering is dat een gedachte massa heeft. Een uitermate kleine massa, weliswaar, maar toch: massa. Dat maakt een gedachte tot een ding, waarop grote natuurkrachten als zwaartekracht vat hebben. Katherine vergelijkt het zelf met een korreltje zand. Heb je er eentje, dan werkt er maar een beetje zwaartekracht op. Heb je er miljarden en miljarden, die samenklonteren tot een soort maan, dan heb je een hemellichaam die in staat is de oceanen van deze wereld tot eb en vloed te bewegen. Op dezelfde manier zouden onze gedachten, als ze maar talrijk en gefocust genoeg zijn, onze omgeving kunnen beïnvloeden.

In Dan Browns nieuwste boek slaagt de heldin erin met haar positieve gedachten een plant harder te laten groeien.

Een gedachte heeft massa

In het boek lukt dit natuurlijk vlekkeloos, maar zou dit in het echt ook kunnen? Om te beginnen heeft Katherine in één ding gelijk: ja, een gedachte heeft inderdaad massa. Een gedachte is namelijk gewoon hersenactiviteit. En hersenactiviteit wordt veroorzaakt doordat elektriciteit van de ene naar de andere neuron hupt. Om dat te bewerkstelligen, heeft elk neuron een soort pomp die kan ‘spelen’ met positief en negatief geladen ionen. Een ion heeft massa. Een gedachte in zekere zin dus ook.

Maar al die ionen zitten veilig opgeborgen in onze schedel. Om een groeiende plant te bereiken, zou het daar uit moeten kunnen komen en een stukje door de lucht moeten reizen. Kan hersenactiviteit buiten ons hoofd bestaan?

Een gedachte bestaat ook buiten je hoofd

Deze jongen krijgt een EEG.

Het antwoord is weer: ja. Een EEG maakt daar handig gebruik van. Dit type hersenscanner plak je als een setje stickers op je hoofd, waar het de elektriciteit in de buitenste delen van je hersenen oppikt. Bovendien veroorzaakt al die elektriciteit een zwak magnetisch veld aan de buitenkant van je schedel, dat je kunt meten. Daarvoor heb je wel hele gevoelige apparatuur nodig, want het is ongeveer een miljoen keer zwakker dan het magnetisch veld dat bijvoorbeeld van een beeldbuis of mobiele telefoon afkomt.

En hier zit meteen het probleem van Dan Browns ‘wetenschap’: een gedachte is helemaal niet sterk genoeg om ver buiten ons hoofd te bestaan. Zelfs als planten uitermate gevoelig zouden zijn voor de hersenactiviteit van mensen – waarvoor geen enkel bewijs is – dan zou je de plant op je hoofd moeten plakken voordat hij er iets van zou merken.

Grootse effecten van gemeenschappelijke gedachten?

Dat weerhoudt noëtici er niet van om toch grootse dingen te verwachten van gebundelde hersenactiviteit. Als maar genoeg mensen tegelijkertijd aan hetzelfde denken, dan wordt de totale hoeveelheid elektriciteit vanzelf zo groot dat het echt een merkbare invloed op de wereld heeft. Net zoals de maan meer teweeg brengt dan een korreltje zand.

Een aanslag als deze zou een soort golf aan gelijksoortige gedachten voortbrengen, die PEAR-wetenschappers in het global consciousness project proberen te meten.

Om dit te testen, hebben Amerikaanse wetenschappers van het Princeton Engineering Anomalies Research Lab (PEAR) over de hele wereld tientallen apparaatjes neergezet die willekeurige getallen uitspugen (random number generators). Het idee is dat grote gebeurtenissen, zoals de tsunami tijdens kerst 2004 of de aanslag van 11 september 2001, zorgen voor zo’n grote ‘gedachtenschok’ dat de uitgespuugde getallen nét iets minder willekeurig zijn dan normaal. Met statistische analyses kan je zo’n afwijking opsporen.

PEAR-wetenschappers denken dat ze dat inderdaad hebben gedaan, in de dagen na 11 september. Op het moment van dat de vliegtuigen het World Trade Center invlogen, tot twee dagen daarna, zagen de wetenschappers een afwijking. Zelfs in de uren vóór de aanslag, deden de apparaatjes raar – volgens PEAR is dat bewijs van een soort massaal voorgevoel. Maar toen onafhankelijke wetenschappers de analyses nog eens naliepen, vonden ze helemaal geen bewijs voor een ‘gedachtenschok’. De getallen waren net zo willekeurig als altijd.

Massale schrik en rouw op 11 september

Dit filmpje vertelt meer over het experiment met de random number generators en wat er nu gebeurde op 11 september 2001. Terwijl de PEAR-wetenschapper een duidelijk gebrek aan willekeur zag (een ‘piek’ van onwillekeurigheid), legt een onafhankelijke wetenschapper uit dat zulke pieken ook gewoon bij toeval voorkomen. (Engelstalig)

Met wetenschap heeft het niets te maken

Dit gebrek aan bewijs of zelfs theoretische onderbouwing weerhoudt de wetenschappers van PEAR of het Institute of Noetic Sciences (IONS, dat inderdaad echt bestaat, daarin heeft Dan Brown gelijk) er niet van om toch door te gaan met hun onderzoek. Momenteel kun je bij IONS via het internet meedoen aan een onderzoek, waarin mensen zelf achter hun computer een cartoonfiguur kunnen proberen te ‘genezen’ met hun gedachten. Wetenschappelijk gezien is dat een bizarre onderzoeksopzet, want we weten dus allang dat hersenactiviteit zo ver niet reizen kan. Maar het is vermakelijk om eens te proberen, net zoals Dan Browns laatste boek weer vermakelijk is om te lezen. Maar wetenschap, daar heeft het niets mee te maken.

Meer weten?

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 11 november 2009
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.