Je leest:

De toekomst van de verleden tijd

De toekomst van de verleden tijd

Auteur: | 13 oktober 2007

Sommige regelmatige werkwoorden waren in vroeger tijden onregelmatig. Voor een onregelmatig werkwoord dat in het dagelijks taalgebruik honderd keer zo vaak wordt gebruikt als een ander onregelmatig werkwoord, duurt het tien keer zo lang voordat het regelmatig wordt. Dit volgt uit een wiskundige analyse die gedaan werd door wetenschappers uit Harvard.

Vroeger waste je je haar niet, maar wies je je haar.

Sommige mensen zullen even moeten nadenken als je zegt: ‘Ik stiet mij aan de tafelpoot.’ Ah, natuurlijk: je stootte je aan de tafelpoot! Het ouderwetse ‘stiet’ heeft plaatsgemaakt voor ‘stootte’, hoewel het Groene Boekje nog steeds beide vormen geeft. Met een werkwoord als ‘ervaren’ gaat het dezelfde kant op: sommige naslagwerken geven naast ‘ervoer’ ook ‘ervaarde’ als verleden tijd. Nog niet iedereen vindt deze zwakke verledentijdsvorm acceptabel, maar er komt vast een moment waarop iedereen ‘ervaarde’ zegt. Wanneer dat moment aanbreekt kan nu berekend worden dankzij een onderzoek dat deze week in Nature werd gepubliceerd. Althans, als hun wet ook voor de Nederlandse taal opgaat.

Woorden die het meest worden gebruikt in het dagelijks taalgebruik, zijn het minst aan veranderingen onderhevig. Van deze wet zakt niemands broek af, maar toch hebben wiskundigen uit Harvard iets verrassends te melden: voor Engelse onregelmatige werkwoorden, zoals to take ( take-took-taken), zit in die wet een mooi wiskundig patroon. Hierdoor kunnen ze voorspellen wanneer took zal veranderen in taked.

Een manuscript uit het begin van de vijftiende eeuw (Middel-Engels). Van de 177 onregelmatige werkwoorden in het Oudengels waren er nog 145 onregelmatig in het Middelengels. In de huidige tijd is dit aantal teruggelopen tot 98.

Wortel van de gebruiksfrequentie

De taalkundige evolutie van onregelmatige werkwoorden hebben Erez Lieberman en Jean-Baptiste Michel wiskundig geanalyseerd. Ze hebben een patroon ontdekt waarmee ze voorspellingen kunnen doen over toekomstige ontwikkelingen van dit soort woorden. Het blijkt dat de tijd die verstrijkt totdat een onregelmatig werkwoord regelmatig wordt, evenredig is met de wortel van de gebruiksfrequentie. Een concreet voorbeeld: gegeven twee onregelmatige werkwoorden X en Y; als X honderd keer zo vaak wordt gebruikt als Y, dan duurt het voor X tien (de wortel uit honderd) keer zo lang als voor Y totdat het regelmatig wordt.

Nieuwe werkwoorden zijn vrijwel zonder uitzondering regelmatig. Zo is het google-googled-googled. Ook in het Nederlands is dit werkwoord regelmatig, al zijn er twee spellingen in omloop: het Groene Boekje geeft googelen-googelde-gegoogeld. Het Witte Boekje geeft naast deze spelling de volgende mogelijkheid: googlen-googlede-gegoogled.

Voor de meeste Engelse werkwoorden wordt voor de verleden tijd `-ed’ achter het werkwoord geplakt: walk-walked. 1200 jaar geleden bestonden er naast deze `-ed-regel’ nog zes andere verledentijdsvormen, die inmiddels zijn uitgestorven.

De onderzoekers kwamen op dit verband nadat zij 177 nog steeds gangbare werkwoorden die onregelmatig waren in het Oudengels, 1200 jaar geleden, aan een analyse hadden onderworpen. Van deze 177 woorden waren er 145 onregelmatig in het Middelengels, 800 jaar geleden. In het moderne Engels, dat vandaag de dag wordt gesproken, zijn er van die 177 onregelmatige werkwoorden in het Oudengels nog slechts 98 onregelmatig, de rest is in de loop der tijd regelmatig geworden. Zo was de verleden tijd van to help vroeger holp, maar nu gewoon helped. Andere voorbeelden zijn to laugh, to walk en to work.

Tellen en groeperen

Van de 177 onderzochte woorden werd geteld hoe vaak ze voorkwamen. Het frequentiespectrum werd onderverdeeld in zes intervallen volgens een logaritmische schaal: [10-6, 10-5], [10-5, 10-4], …, [10-1, 1]. Een werkwoord dat eens op de 100.000 tot 1.000.000 woorden voorkomt, belandt in het eerste interval, een werkwoord dat eens op de 10.000 tot 100.000 woorden voorkomt, belandt in het tweede interval, etcetera. Voor alledrie de periodes – Oudengels (1200 jaar geleden), Middelengels (800 jaar geleden) en modern Engels (nu) – waren er slechts twee werkwoorden, to be en to have, die vaker dan eens op de tien woorden voorkomen, ofwel, in [10-1, 1] terechtkomen. In [10-2, 10-1] zitten elf woorden, eveneens voor alledrie de perioden. In [10-3, 10-2] zitten 37 woorden in de perioden van het Oudengels en het Middelengels, maar in het moderne Engels is dit aantal slechts 33. De vier werkwoorden uit deze categorie die na het jaar 1200 regelmatig zijn geworden, zijn to help, to reach, to walk en to work. In [10-4, 10-3] zitten voor de perioden Oud-, Middel- en modern Engels achtereenvolgens 65, 57 en 37 woorden. Voor het interval [10-5, 10-4] zijn deze aantallen 50, 29 en 14, en voor het interval [10-6, 10-5] zijn deze aantallen 12, 9 en 1. In de onderstaande figuur staan al deze data weergegeven in een grafiek.

In de bovenste figuur lezen we bijvoorbeeld af dat in het jaar 800 (de periode van het Oudengels) 50 van de 177 onderzochte onregelmatige werkwoorden eens op de 10.000 (10-4) tot 100.000 (10-5) woorden voorkomen.

In de onderste figuur is de verticale as (aantal onregelmatige werkwoorden) logaritmisch en is er een derde as (de tijd) bijgekomen. Uit de grafiek kunnen we concluderen dat het aantal onregelmatige werkwoorden exponentieel afneemt in de tijd. Illustraties: Nature 11 oktober 2007

Tegenwoordig is slechts drie procent van alle Engelse werkwoorden onregelmatig. Opvallend is dat juist de meest gebruikte werkwoorden deel uitmaken van die drie procent. De top-tien van meest gebruikte werkwoorden in het Engels zijn de onregelmatige werkwoorden to be, to have, to do, to go, to say, to see, to take en to get, plus de hulpwerkwoorden can en will.

Van onregelmatige werkwoorden die eens op de duizend tot tienduizend woorden voorkomen, is ongeveer de helft regelmatig geworden. Van de minst gebruikte woorden is dit aandeel maar liefst 91 procent. Onregelmatige werkwoorden die honderd keer zo weinig worden gebruikt, veranderen tien keer zo snel in een regelmatig werkwoord.

De eerstkomende verandering

Het werkwoord dat snel aan de `-ed-regel’ zal voldoen, is to wed (trouwen), voorspelt Lieberman. Lieberman en Michel verwachten dat ongeveer 15 van de 98 onderzochte onregelmatige werkwoorden binnen 500 jaar regelmatig zullen zijn. Het gaat dan natuurlijk niet om woorden uit de top-tien van meest gebruikte werkwoorden; deze woorden worden zo vaak uitgesproken, dat het van een verandering niet (gauw) zal komen. De nummer 1 to be zou volgens de formule 38.800 jaar onveranderd blijven. Maar dat de gevonden wet bij deze tijdsduur standhoudt, is zeer twijfelachtig: waarschijnlijk zal to be nooit veranderen, zolang de wereld niet vergaat.

Wat was het ook weer: wed-wed-wed of wed-wedded-wedded? Onregelmatige werkwoorden die relatief weinig worden gebruikt, worden het snelst regelmatig. Nog even, en de zin ‘We wedded last year.’ is écht goed. De zinsnede ‘wedded last year’ heeft nu reeds 61 google-hits!

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 13 oktober 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.