De sluier is een van de meest opvallende symbolen van moslims. In de discussies van moslims onderling gaat het meestal niet alleen om de sluier, maar om een heel repertoire aan kledingvoorschriften. Op dat terrein lopen de meningen zeer uiteen. Het is niet helemaal duidelijk waar het sluiergebruik vandaan komt. De koran is niet helder over het dragen van de sluier, maar de meeste moslims zijn het erover eens dat het een religieuze verplichting is. Hoe daarmee om te gaan, daar zijn de meningen over verdeeld in moslim-Nederland.
Meisje met hoofddoekje
Er zijn moslims die het niet nodig vinden om bepaalde kleding te dragen om een goede moslim te zijn, anderen vinden van wel. En dan zijn er ook nog verschillen van mening over de gradaties van bedekking van het vrouwelijk lichaam. Het gaat daarbij voortdurend om interpretaties van de islamitische teksten en om interpretaties van de sociale en politieke omgeving waarin men leeft. De sluier en de wijze van kleden staan ook niet alleen symbool voor een religieuze identiteit. Jonge meisjes gaan vaak een sluier dragen wanneer ze in de puberteit komen en beginnen dan te experimenteren met verschillende typen sluier en bedekkende kleding. Vaak proberen ze combinaties uit met ‘westerse’ mode, zoals spijkerbroeken.
De sluier en andere bedekkende kledij kunnen de overgang naar een nieuwe fase in iemands leven symboliseren. Zo gaan veel vrouwen een sluier dragen op het moment dat ze gaan trouwen. Het benadrukt ook iemands identiteit als vrouw. Tegelijkertijd kan het dragen van een sluier een vrouw meer vrijheid geven, omdat zij zich ogenschijnlijk gedraagt als een goede moslimvrouw. Het vertrouwen dat ze daardoor krijgt, kan haar op verschillende gebieden meer ruimte opleveren.
Andere motieven kunnen zijn het voorkómen van lustgevoelens in mannen, met meer respect behandeld worden door mannen, zich makkelijker buitenshuis kunnen bewegen en de behoefte aan het uiten van religieuze devotie én zelfdiscipline. Veel meisjes en vrouwen benadrukken dat het dragen van een sluier hun eigen keuze is. De praktijk dat meisjes gedwongen worden een sluier te dragen komt niet meer zoveel voor. Soms is er wel sprake van druk uit de omgeving, maar dat kan evenzeer druk om de sluier niet te dragen zijn als om hem wel te dragen.
De niqab
Naast verschillen in motieven voor het dragen van de sluier zijn er ook verschillen in de praktijk van het dragen van de sluier. Genoemd werd al de mate van bedekking, maar ook in vorm en kleur zijn er verschillen. De meeste hoofddoeken, de hijabs, laten het gezicht onbedekt en een enkele keer ook de hals. De chador laat alles bedekt behalve het aangezicht. Bij de gezichtssluier, niqab, zijn alleen de ogen onbedekt. De burqa bedekt alles, dus ook de ogen. De niqab en de burqa zijn niet gangbaar in Nederland, maar de niqab lijkt een beetje in opkomst. Het gaat hierbij dan vooral om jonge vrouwen die zich daarbij niet beroepen op praktijken in Turkije en Marokko (waar sluiers soms zeer uitbundig kunnen zijn qua kleur en er ook regionale verschillen zijn), maar op kledingstijl in bijvoor- beeld Saudi-Arabië.
Tegelijkertijd zien we ook minder opvallende vormen van bedekking zoals de ‘piratenlook’: een strakke hoofddoek die alleen maar het haar bedekt. Daarnaast zijn er talloze varianten met zo’n strakke hoofddoek, maar dan met daar overheen een dunne (soms witte, soms kleurige) licht doorzichtige sjaal. De hoofddoek wordt dan ook gecombineerd met spijkerbroeken of andere ‘westerse’ kleding en make-up. Het resultaat is een zeer gevarieerd beeld waarin meisjes en vrouwen met ‘westerse’ kleding gearmd kunnen lopen met hun vriendinnen die een hoofddoek dragen.
De sluier is niet alleen een geliefd discussieonderwerp onder moslims; het is ook een van de onderwerpen die deel uit maken van het publieke debat waaraan vooral niet-moslims deelnemen. In dat debat wordt de sluier vooral gezien als een religieus symbool en als een kledingstuk dat de ondergeschikte positie van vrouwen in de islam zou symboliseren. Soms wordt de sluier gezien als symbool voor fundamentalistische en anti-westerse opvattingen. Een van de kwesties die regelmatig terugkomt is of de sluier, als religieus symbool, wel toegestaan moet worden in de publieke ruimte.
De burqa
Het gaat dan om vrouwen die bijvoorbeeld werkzaam (willen) zijn als rechter, griffier of advocaat of een publieke functie hebben bij een overheidsinstelling. De vraag is dan of de aanwezigheid van de sluier niet botst met de scheiding van kerk en staat. Er zijn ook gevallen bekend waarbij het dragen van een sluier tot problemen op een school heeft geleid. In verband met het dragen van de sluier worden zelfs rechtsuitspraken gedaan. In de meeste gevallen wordt dan een beroep op de vrijheid van godsdienst als een zeer sterk argument beschouwd. Veel rechtszaken over de sluier worden dan ook gewonnen door de sluierdragende vrouwen.
In een enkel geval gaat de discussie nog een stap verder. Dit gebeurde bijvoorbeeld in zaken waarbij meiden met een niqab naar het mbo (Amsterdam) of naar de universiteit (in Leiden) kwamen. Een niqab zou de communicatie tussen docenten en leerlingen of studenten bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken. De Commissie voor Gelijke Behandeling erkende dat en stelde dan ook dat zowel de mbo-school als de universiteit de niqab mochten verbieden. Op de mbo-school geldt het verbod voor de hele school, aangezien de Commissie Gelijke Behandeling vond dat de hele school een pedagogische omgeving vormde (de meisjes waren overigens bereid de niqab in de klas af te doen). In Leiden geldt het verbod alleen in de collegelokalen en tijdens examens. Daaropvolgend hebben ook de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam het dragen van de niqab verboden.
Naast de pedagogische argumenten en het argument van communicatie speelde in deze discussie ook het gevoel dat de meisjes zich op deze manier isoleerden en het argument dat de niqab daardoor ook een afwijzing vormde voor de Nederlandse centrale waarden. De niqab is daarmee niet alleen een probleem voor het onderwijs, maar ook een integratieprobleem. Argumenten met betrekking tot integratie die zich voorheen ook voordeden rondom de hoofddoek op scholen. Ook al zijn er her en der geluiden om bijvoorbeeld de hoofddoek te verbieden in overheidsfuncties, vanwege de neutraliteit van de staat en soms vanwege het idee dat er een fundamentalistisch gedachtegoed schuilgaat achter de hoofddoek, lijkt men er toch min of meer aan gewend te zijn. De niqab echter lijkt voor velen – ook voor moslims – een stap te ver.
Bron
Linda Herrera en Annelies Moors ‘Banning Face Veiling. The Boundaries of Liberal Education’. ISIM Newsletter (13) van december 2003