Velen achtten Stichting Urgenda kansloos, toen die de Nederlandse staat voor de rechter daagde om een scherper klimaatbeleid af te dwingen. Grote verrassing: de Haagse rechtbank ‘beveelt’ de Staat om in 2020 een kwart minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Maar wat betekent een bevel waar geen sanctie op staat?
Nederland is niet slechts een rechtsstaat, maar internationaal ook het braafste jongetje van de klas. Zo heeft het in EU- en VN-verband allerlei verdragen ondertekend, waarin als doelstelling staat om de opwarming van het klimaat tot 2 graden Celsius te beperken.
Via een reeks tussenstappen – elk met hun eigen, aanzienlijke onzekerheidsmarge – wordt dat vertaald in verplichtingen per land. Voor Nederland staat in de broeikasgasemissiereductiedoelstellingen, dat het in 2020 minstens een kwart minder broeikasgassen (omgerekend naar CO2-equivalent) moet uitstoten dan in 1990. Dit kabinet heeft die doelstelling laten verwateren en mikt nu op 14 tot 17 % reductie. Daarom spande stichting Urgenda namens een kleine 900 verontruste burgers dit geruchtmakende proces tegen de Staat aan.
Rekbaar
Dat de rechtbank in Den Haag nu ook vindt dat de ambitie terug moet naar –25% is opzienbarend. De doelstellingen in al die internationale verdragen zijn namelijk niet méér dan dat: doelstellingen. In Nederland zijn het geen wettelijke verplichtingen, en landen die zich er niet aan houden krijgen geen sancties van de EU of de VN opgelegd. De status van zo’n doelstelling is nog zwakker dan bijvoorbeeld het Europese maximum van 3% voor het begrotingstekort. Hoewel die norm zo rekbaar is gebleken als bungeekoord, kan een land in theorie van de EU sancties opgelegd krijgen voor overschrijding.
De rechtbank motiveert het ‘bevel’ om weer naar 25% reductie te streven dan ook anders: als het klimaat meer dan 2 graden opwarmt zullen de nadelige gevolgen onvermijdelijk ook Nederlanders treffen. Als Nederland niet internationaal zijn steentje bijdraagt aan CO2-reductie, verzaakt de Staat zijn ‘zorgplicht voor de bescherming en verbetering van het leefmilieu’ van de burgers.
Het concept ‘zorgplicht’ is zo vaag en algemeen, dat het al gauw tot absurde consequenties leidt. In sommige gevallen is het nog wel bruikbaar. De Nederlandse overheid heeft bijvoorbeeld ook getekend voor Europese fijnstofnormen, die in sommige binnensteden te vaak overschreden worden, vooral door druk autoverkeer. Je kunt je voorstellen dat een actiegroep die de bewoners van die binnensteden zegt te vertegenwoordigen, de Staat aanklaagt voor verzaking van de zorgplicht op dat specifieke punt. Het is denkbaar dat daar een dwangsom uitrolt om op sommige locaties verkeersmaatregelen te nemen of een schadevergoeding aan die groep bewoners.
Zorgplicht
Maar je rekt dit principe naar mijn mening tot in het absurde op, als een stichting die beweert alle inwoners van Nederland (inclusief toekomstige generaties!) te vertegenwoordigen, de staat aan kan klagen voor verzaking van een zorgplicht aan al deze inwoners. Als de Staat geen gehoor geeft aan het vonnis, wat moet je je dan voorstellen bij een schadevergoeding van de Staat aan alle tegenwoordige en toekomstige inwoners van Nederland? Dat is slechts rondpompen van belastinggeld. Is de volgende stap een actiegroep die de Staat verwijt dat ze tekort schiet in haar zorgplicht voor uitkeringstrekkers, waarna die allemaal op bevel van de rechter een 25 % hogere uitkering krijgen?
Dit laatste voorbeeld zal bijna iedereen absurd vinden, omdat de rechter zich hier bemoeit met politiek beleid dat is goedgekeurd door een democratisch gekozen parlement. Maar dat heeft de rechtbank in dit klimaatproces ook gedaan, want de ‘verwaterde’ CO2-doelstelling is door het parlement goedgekeurd. Het vonnis gaat zelfs nog verder dan de constatering dat de Staat wat betreft het klimaat een zorgplicht aan de burger heeft. Er wordt zelfs geoordeeld, dat alleen het beperken van de CO2-uitstoot met minstens 25% voldoet aan die zorgplicht; zaken als CO2-opslag in de grond of dijken ophogen tegen de stijgende zeespiegel (de zogeheten adaptatie) voldoen niet: “Wanneer de huidige broeikasgasuitstoot wordt voortgezet, zal de opwarming van de aarde zodanige vormen aannemen dat de kosten voor adaptatie disproportioneel hoog worden. Adaptatiemaatregelen zijn op termijn dus niet voldoende om burgers te beschermen tegen de hier bedoelde gevolgen.”
Let op dat ‘op termijn’: het gaat hier niet over die paar jaar tot 2020, maar over de periode tot 2050 en verder, als de mondiale opwarming eventueel de 2 graden overschrijdt. Al die tijd – besluit de rechter hier eventjes – zal slechts beperking van de CO2-uitstoot soelaas bieden om de burger te beschermen tegen ‘de gevolgen’. Daarom mag hij de Staat dwingen om hier nu al mee te beginnen.
Kosteneffectief
Dat is een spectaculaire slag in de lucht van de rechter. Niemand kan voorspellen wat de precieze gevolgen van de klimaatverandering zullen zijn voor Nederland, en of het ophogen van de dijken met 1 à 2 meter niet een buitengewoon kosteneffectieve manier zal zijn om de voornaamste gevolgen het hoofd te bieden. Misschien gaan wij Nederlanders wel heel veel geld verdienen door het lege gasveld in Slochteren vol te stoppen met Europees CO2.
Je mag van een rechter niet verwachten dat hij de toekomst kan voorspellen, en dat is precies de reden waarom niet de rechter, maar de politiek daar over gaat. Niet dat de politiek goed is in het voorspellen van de toekomst, maar die kan bij voortschrijdend inzicht het beleid bijstellen. Mits de rechter zich er niet mee bemoeit, natuurlijk.
Een rechter moet geen vonnissen wijzen die een overheid straffeloos kan negeren, en eigenlijk wel moet negeren omdat het over democratisch bepaald beleid gaat. Zo’n vonnis is een loze kreet, weinig meer dan een publiciteitsstunt van een actiegroep.