Je leest:

De oorzaak van een bizarre ziekte

De oorzaak van een bizarre ziekte

Auteur: | 13 juni 2003

Toen drie jaar geleden eindelijk duidelijk werd wat de ziekte narcolepsie veroorzaakt, kwam een spannend onderzoeksveld open te liggen. Sebastiaan Overeem was daar zo enthousiast over, dat hij het lopen van co-schappen een paar jaar uitstelde om zich eerst aan narcolepsie te wijden. Hij promoveerde op 28 mei 2003 cum laude.

Tot voor kort was narcolepsie een even bizarre als raadselachtige ziekte. Patiënten kunnen overdag zomaar in slaap vallen, ook als ze een nacht prima hebben geslapen en ze helemaal niet moe zijn. Meestal gaat narcolepsie gepaard met het even verbazingwekkende verschijnsel kataplexie: als mensen geëmotioneerd raken en vooral als ze moeten lachen, verslappen hun spieren en vallen ze op de grond.

Rijbewijs inleveren

De aandoening begint meestal tijdens de puberteit of vroege volwassenheid. De symptomen worden geleidelijk duidelijker en na gemiddeld zes à zeven jaar stelt de arts de diagnose. En dat betekent nogal wat. “Mensen moeten bijvoorbeeld hun rijbewijs inleveren,” vertelt Sebastiaan Overeem. “De ziekte is behoorlijk belastend, vergelijkbaar met bijvoorbeeld epilepsie.” De oorzaak was volkomen duister, tot een jaar of vijf geleden. Bij narcolepsiepatiënten, bleek toen, is er iets mis met de signaaloverdracht in de hersenen. Om precies te zijn: met het doorgeven van boodschappen door de signaalstof (neurotransmitter) hypocretine. Die stof is pas in 1998 ontdekt.

Wat hoeveelheid betreft stelt hypocretine weinig voor en daarom was het tot dan toe over het hoofd gezien. Er zijn maar ‘weinig’ hersencellen (veertig- à tachtigduizend) in een klein deel van de hypothalamus (zelf een klein hersengebied) die het produceren. Maar de invloed is groot. “De cellen die hypocretine produceren, staan in verbinding met vrijwel alle andere hersengebieden,” zegt Overeem. De boodschap komt over doordat andere hersencellen de signaalstof opvangen met speciale antennes (receptoren). Die cellen zijn weer betrokken bij eetgedrag, energiehuishouding en hormoonregulatie.

Zieke honden

Maar het meest in het oog springende effect van de hypocretine-boodschap is, dat het de balans tussen waken en slapen verstoort, zo bleek terwijl de ontdekkingen elkaar snel opvolgden. In Amerika bestond een stamlijn van honden die een erfelijke vorm van narcolepsie hadden. Het gen dat codeert voor de hypocretine-receptor bleek bij die honden defect te zijn. In Dallas (Texas, VS) hadden onderzoekers bij muizen het gen uitgeschakeld dat codeert voor hypocretine; die muizen toonden de verschijnselen van narcolepsie.

Overeem, die in die tijd stage liep bij het Center for Narcolepsy Research aan Stanford University (Californië), was één van de onderzoekers die in 2000 ontdekte wat er aan de hand is bij mensen met narcolepsie: zij missen de signaalstof hypocretine. Waarom dat zo is, staat nog steeds niet vast. De aandoening is niet erfelijk. De aan- of afwezigheid van hypocretine in hersenvloeistof, afgenomen met een ruggenprik, is goed te meten, ontdekte Overeem vervolgens.

Dutjestest

Met zo’n test is de diagnose van narcolepsie met kataplexie met vrijwel absolute zekerheid te stellen. En dat is prettig, want diagnostiek was vaak een probleem. Er is een ‘dutjestest’ beschikbaar: mensen gaan in een donkere kamer op een bed liggen en proberen te slapen. “Gezonde mensen blijven dan wakker of pitten maar kort,” zegt Overeem. “Maar mensen met narcolepsie slapen vrijwel onmiddellijk in. Bovendien komen ze na enkele minuten al in REM-slaap, een stadium dat normaal pas na anderhalf uur intreedt.” De test is simpel, de uitslag is echter niet volledig betrouwbaar.

Kataplexie kan een duidelijke aanwijzing zijn, maar artsen kunnen vaak moeilijk vaststellen of daar sprake van is. Een aanval laat zich in een spreekkamer of laboratorium, waar mensen niet helemaal ontspannen zijn, praktisch niet opwekken. Sommige personen hebben bovendien een subtiele vorm die ze zelf niet als afwijkend hadden herkend. Ze denken dan: slap van de lach is iedereen wel eens. “Bij twijfelgevallen hebben we nu een objectieve test. Zo heeft de ontdekking van hypocretine ongewoon snel een klinische toepassing gekregen.”

Behandeling ‘denkbaar’

De diagnose kan nu bovendien scherper gesteld worden. Er zijn mensen die wel narcolepsie, maar geen kataplexie hebben. “Die mensen hebben géén hypocretine-tekort,” weet Overeem nu. “Ik stel voor om dan voortaan niet meer van narcolepsie te spreken, of hooguit van een andere vorm.” Al is het alleen maar omdat voor mensen met ‘echte’ narcolepsie nu in principe een behandeling denkbaar is; farmaceuten kunnen gaan werken aan de ontwikkeling van hypocretine-vervangers. “Maar dat gaat nog een heel traject worden.”

Dit artikel is een publicatie van Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
© Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 13 juni 2003
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.