Je leest:

De ontwikkeling van het mollenoog

De ontwikkeling van het mollenoog

Auteur: | 22 oktober 2008

Dat mollen slecht kunnen zien, is bij iedereen wel bekend. Naar wat er in het mollenoog precies fout gaat, is echter nog maar weinig onderzoek gedaan. Vakblad BMC Biology publiceert deze week de eerste studie die de anatomie en genetica van het oog gedurende de hele ontwikkeling in de gaten hield. De mol blijkt problemen te hebben met het aanmaken van een functionele lens.

De Iberische blinde mol is nauw verwant aan de ‘standaard’ Europese mol. Terwijl de Europese mol open ogen heeft (maar hiermee nog steeds nauwelijks iets kan zien), zijn de ogen van de Iberische variant permanent gesloten. De ogen bevinden zich zelfs onder een laagje huid, bedekt met haar. Waarom hebben mollen dan eigenlijk ogen, zou je zeggen? Deze insecteneters stammen af van dieren die boven de grond leven. Voor het roven ondergronds zijn een goede neus en sterke tastzintuigen van groter belang dan een duidelijk zicht. Vandaar dat de ogen van de mol door natuurlijke selectie steeds minder functioneel zijn geworden.

De ogen van de Iberische blinde mol zijn verstopt onder een laagje huid, bedekt met haar.

Mol versus muis

Hoe een mollenoog zich ontwikkeld, was nog nooit in detail bestudeerd. Er zijn twee opties. Of het oog ontwikkelt zich op een normale manier totdat de mol volwassen is en wordt dan langzaam weer afgebroken (degeneratie). Of er gaat iets fout in de ontwikkeling van het mollenoog, waardoor de insecteneter nooit iets zal kunnen zien. Biologen van de universiteit van Aberdeen deden een uitgebreid onderzoek naar de anatomie en genetica van het mollenoog in ontwikkeling en vergeleken dit met de groei van een muizenoog.

De aanleg van de ooglens is een belangrijke stap, waarbij een zeer precieze regulatie nodig is tussen genexpressie en celdeling. In het oog ontstaan tijdens deze stap twee groepjes cellen. De cellen in één van deze groepjes blijven ongewijzigd, maar de cellen in het andere groepje maken een aantal belangrijke veranderingen door. Deze cellen gaan zichzelf specialiseren, ze verlengen en verliezen door een vorm van apoptose (geprogrammeerde celdood) hun kern en mitochondriën. Er zijn twee belangrijke genen bij dit proces betrokken: Pax6 en FoxE3. Pax6 komt tot expressie bij de cellen die op hun plaats blijven, terwijl FoxE3 de delende cellen aanstuurt.

Het muizenoog.

Niet compleet blind

In het mollenoog verloopt de vorming van de lens niet zoals het zou moeten. Zowel Pax6 als FoxE3 komen tijdens verschillende perioden in de ontwikkeling in alle cellen tot expressie. De cellen van het oog worden dus niet mooi in twee groepjes verdeeld, zoals bij de muis. Wat je dan krijgt is een rare mengeling van ‘standaard’ cellen, cellen die gedeeltelijk gespecialiseerd zijn en compleet gespecialiseerde cellen. Uit deze resultaten blijkt dat de ontwikkeling van een functionele lens bij de mol nooit succesvol wordt afgemaakt. Er is dus geen sprake van degeneratie, maar van een ontwikkelingsstoornis.

Het mollenoog.

Gespecialiseerde lenscellen scheiden oplosbare eiwitten uit die belangrijk zijn voor het functioneren van de lens zelf. Deze eiwitten werden gevonden in het muizenoog, maar kwamen in minder mate ook voor bij de mol. De rest van de morfologie van het mollenoog is ook relatief normaal. De onderzoekers geloven daarom niet dat mollen compleet blind zijn.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 22 oktober 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.