Je leest:

De ontmaskering van het kindeke Jezus

De ontmaskering van het kindeke Jezus

Auteur: | 16 september 2012

Het ateliergebouw van het Rijksmuseum heeft soms meer weg van een detectivebureau dan van een werkplaats. Hier worden schilderijen gerestaureerd, en zo veel mogelijk in hun oorspronkelijke staat teruggebracht. Maar hoe weet je welke figuren al vanaf het begin op het schilderij thuishoorden? Geochemici van de VU helpen een handje, door met een nieuwe techniek de herkomst van de verf te bepalen. Een verhaal over het kindje Jezus, dat op op een Italiaans schilderij van Farinati staat maar een noord-Europees armpje bleek te hebben.

Gwen Tauber had meteen al het gevoel dat er iets niet klopte. Zij is restaurator bij het Rijksmuseum in Amsterdam, en kreeg het verzoek het schilderij De aanbidding der Koningen van Paolo Farinati onder handen te nemen. Op het schilderij verdringen de drie koningen en hun gevolg zich rondom Maria en haar pasgeboren maar al behoorlijk vadsige kindje Jezus.

Het schilderij ¨De aanbidding der Koningen¨, van Farinati – vóór de restauratie.
Rijksmuseum, Amsterdam, via wikmediacommons, public domain

Extra armpje

“Het doek was in zeer slechte staat”, vertelt Tauber. Het vernis was vergeeld, de verflaag behoorlijk beschadigd. Nadat ze het vernis had verwijderd werd haar vermoeden dat er iets merkwaardigs aan de hand was bevestigd: Het kindje Jezus had er een extra arm bij gekregen. Achter het mollige armpje waarmee hij op het been van zijn moeder steunde kwam nu een tweede linkerhand tevoorschijn, de wijs- en middelvinger in een V-teken de lucht in stekend, zoals dat bij zijn rechterhand ook al het geval was. Deze arm had Jezus dus eerst gehad, voor iemand hem op het been van zijn moeder had laten leunen.

“Op zich niks bijzonders”, legt Tauber uit. “We zien dat best vaak, het gebeurt natuurlijk regelmatig dat een schilder ergens niet tevreden over is, en er dan iets anders overheen schildert.” Maar het armpje dat je eerst zag paste niet bij Farinati, vond ze, terwijl de uitgestrekte arm met de zegenende V-vingers die onder het vernis tevoorschijn was gekomen juist zo kenmerkend was.

Het was niet het enige dat vreemd overkwam op het schilderij. Er zat een onlogisch stuk lucht aan de bovenrand van het doek, de nek van het paard had een rare extra rand, en in het midden van het schilderij liep een verticale band waar de kleuren net even anders waren. “Dat laatste kan gebeuren na een restauratie met olieverf, omdat die in de loop der tijd vaak net even anders blijkt te verkleuren dan de oorspronkelijke verf”, vertelt Tauber, “maar alles bij elkaar genomen leek hier iemand wel erg rigoreus zijn eigen stempel op het werk gezet te hebben”.

Röntgenfoto, detail.
G.Tauber, Rijksmuseum, met toestemming

Analyses

De traditionele technische analyses die Tauber gebruikte om te testen of haar onderbuikgevoel klopte liepen allemaal op niks uit. Zowel op röntgenfoto´s en verfdwarsdoorsnedes als onder infrarood en ultraviolet licht was niks bijzonders te zien. Daarom besloot zij haar toevlucht te nemen tot een relatief nieuwe techniek: de loodisotopen analyse.

Door de verhouding van loodisotopen in verf te bepalen kan worden ingeschat uit welke streek het lood afkomstig is, en in welke regio een schilder dus aan het werk is geweest. De analyses werden gedaan bij de onderzoeksgroep van geoloog Gareth Davies van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De machines die normaliter voor de isotopen-analyse van stenen gebruikt worden, om de herkomst en ouderdom van de gesteenten te bepalen, werden nu gevoed met flintertjes verf. “Alleen de witte”, zegt Davies, “want dat is de enige waar lood in zit.”

De loodisotopenmethode

Wanneer twee atomen allebei evenveel protonen hebben maar een verschillend aantal neutronen, hebben we te maken met twee isotopen van hetzelfde element. Lood heeft 4 stabiele isotopen: 204Pb, 206Pb, 207Pb en 208Pb (het getal geeft de massa van het loodatoom weer). De laatste drie van deze isotopen zijn radiogeen. Dit betekent dat ze worden gevormd door radioactief verval, in dit geval van 238U, 235U en 232Th, en dat de hoeveelheid van deze isotopen dus toeneemt in de loop der tijd. Voor het niet radiogene 204Pb geldt dat niet.

De verhouding tussen verschillende loodisotopen is dus afhankelijk van de ouderdom – niet van de verf, maar van het gesteente waaruit het lood is gewonnen. Daarnaast spelen onder meer het vormingproces van het ertsgesteente en het soort magma waar het uit ontstaan is een rol. Davies: “En omdat die karakteristieken voor elke mijn verschillend zijn, kunnen we de isotopenverhouding van het lood gebruiken om te achterhalen uit welke mijn het lood voor de verf gewonnen is.”

Spectaculair

Tauber liet de verf uit de hand met de opgestoken vingers testen, die bij het schoonmaken tevoorschijn was gekomen, evenals verf van het armpje dat al eerder zichtbaar was. Verder werd de witte verf van de lucht geanalyseerd, en dat van de voet van een man met een paard – waarvan men al zeker wist dat die bij een latere restauratie was overgeschilderd. Na de analyses werd de herkomst van de verf bepaald met behulp van het Isotrace Laboratorium in Oxford, waar een enorme database aanwezig is van de samenstelling van ertsen over de hele wereld.

M. ter Voorde, met toestemming

Het resultaat was spectaculair. “Het handje van Jezus dat onder het vernis vandaan was gekomen bleek lood te bevatten uit de Zuid-Alpen in Oostenrijk, vlak bij de grens met Noord-Italië”, vertelt Davies, “terwijl het lood in alle andere verfmonsters afkomstig was uit mijnen in Engeland, die sinds de Middeleeuwen in bedrijf waren.”

Omdat lood niet zeldzaam is maar wel behoorlijk zwaar, gaat men er van uit dat loodwit relatief dicht bij de mijn geproduceerd en gebruikt werd. Dit zou dus betekenen dat Farinati zijn verf uit Zuid-Oostenrijk of Noord-Italië betrok, hetgeen niet verwonderlijk is voor een schilder die in Verona woonde. De derde arm, de lucht en de voet moeten echter ergens in Noord-Europa zijn toegevoegd. Dat kan in Engeland zijn geweest, maar ook in België of Nederland, landen die zelf geen loodmijnen hebben. Daar heeft waarschijnlijk een tweede schilder zijn eigen persoonlijke touch aan het doek gegeven.

Nauwkeurig?

Voorwaar een mooi resultaat – maar Matthew Thirlwall, hoogleraar istopengeochemie bij de Royal Holloway Universiteit in Londen, vraagt zich af of de Amsterdamse onderzoekers niet net een stap te ver zijn gegaan met hun conclusies. “Het is een robuuste methode, en als de uitkomst van het onderzoek is dat verfschilfertjes van verschillende delen van het schilderij verschillende loodisotopen-verhoudingen opleveren, kan je met zekerheid zeggen dat het om verf uit verschillende regio´s gaat”, zegt hij. Dat ook met zekerheid is vast te stellen om wélke regio´s het gaat gelooft hij echter niet. “De gesteentemonsters uit de verschillende mijnen zijn al veel langer geleden geanalyseerd, met apparaten die veel minder nauwkeurig waren dan de huidige machines. Hierdoor zit er overlap in de mogelijkheden.”

“Klopt”, zegt Bas van der Wagt, de chemicus van de Vrij Universiteit die de metingen uitvoerde. “Tot nu toe heeft niemand de moeite genomen om de ertsen uit de verschillende mijnen nog eens systematisch na te meten met de precisie die tegenwoordig mogelijk is. Bovendien is van de oude metingen de onnauwkeurigheid vaak niet eens goed geregistreerd.” Toch denken de Amsterdammers goed te zitten met hun analyses. “Er zijn inderdaad regio´s waar de verhoudingen erg dicht bij elkaar liggen”, zegt Davies. “Zo kennen we mijnen in Spanje die een signatuur geven dat moeilijk te onderscheiden is van sommige mijnen in de Verenigde Staten. Maar het ligt voor de hand dat we ons voor dit specifieke schilderij tot een aantal mijnen in Europa kunnen beperken, en dan komen we toch op deze conclusie uit.”

Detail van ‘De aanbidding der koningen’ van Farinati, na de restauratie.
G.Tauber, Rijksmuseum, met toestemming

Ethische grens

Inmiddels heeft Tauber het kindje Jezus zijn oorspronkelijke hand weer teruggegeven, door het Noord-Europese exemplaar omkeerbaar weg te retoucheren. En nu? Gaat ze nog meer verfrestjes laten analyseren? Mismoedig schudt ze het hoofd “Het heeft geen zin. Dan weten we straks misschien wel zeker dat er nog meer delen van het schilderij niet door Farinati zelf geschilderd zijn, maar nog steeds niet hoe hij het dan wél gedaan heeft.” Het doek zou dan weer háár interpretatie worden, en daarmee gaat ze een ethische grens over, vindt Tauber. Het handje heeft ze gered, zo voelt het, maar verder kan ze weinig anders meer doen dan het schilderij zo netjes mogelijk maken.

Zie ook:

Dit artikel verscheen eerder in Ad Valvas, magazine van de Vrije Universiteit

Dit artikel is een publicatie van Ad Valvas.
© Ad Valvas, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 16 september 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.