Je leest:

De ontbrekende schakel in het taalverwervingsdebat

De ontbrekende schakel in het taalverwervingsdebat

Auteur: | 17 februari 2010

De centrale vraag in het taalverwervingsdebat is of het leerproces van een tweede taalleerder overeenkomt met of juist verschilt van dat van een moedertaalleerder. Door emigranten in haar onderzoek te betrekken, mensen die hun taal verliezen, hoopt Vici-winnares Monika Schmid een antwoord op deze vraag te vinden.

Monika Schmid is universitair hoofddocent Engelse Taalkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet onderzoek naar processen van taalverwerving en taalverlies. Voor het project The age effect in bilingual development: grammatical gender in second language acquisition and first language attrition sleepte ze een Vici-beurs binnen: een beurs voor wetenschappers die behoren tot ‘de beste tien procent van hun onderzoeksveld’, aldus de website van NWO.

Taalkundige Monika Schmid

Dat Schmid al langer geïnteresseerd was in tweetaligheid, bewees haar eerdere onderzoek aan de universiteit van Düsseldorf en de Vrije Universiteit Amsterdam. Toch wist zij steeds net even andere accenten te leggen dan haar collega-onderzoekers. Terwijl de meeste onderzoekers naar tweetaligheid focusten op de tweede (later aangeleerde) taal, was Schmid juist geïnteresseerd in de eerste taal (of moedertaal). In haar nieuwe onderzoeksproject staan zowel de eerste als de tweede taal centraal, want: “Beide talen veranderen wanneer een tweede taal bijgeleerd wordt.”

Taalverliezers

Schmid legt uit dat het in haar vakgebied eigenlijk altijd draait om dezelfde vraag: Is het leerproces van een tweede taalleerder verschillend van of gelijk aan dat van een moedertaalleerder? “Volgens de ene groep taalkundigen zijn er helemaal geen verschillen in het onderliggende taalsysteem, maar komen de verschillen alleen aan de oppervlakte tot uiting. Dat komt omdat er in het hoofd van een tweetalige continu twee talen in competitie zijn met elkaar. Volgens de andere groep taalkundigen zijn kinderen al vanaf hun twaalfde jaar (ook wel de ‘kritieke leeftijd’) niet meer in staat om een taal te leren op moedertaalniveau.”

De taalkundigen komen er dus niet uit. Tijd om een nieuw pad in te slaan. Schmid betrekt in haar onderzoek daarom een derde groep taalgebruikers: emigranten of ‘taalverliezers’. Zij zijn volgens Schmid de ontbrekende schakel in onderzoek naar tweetaligheid. De moedertaal van emigranten is eveneens in competitie met een tweede taal; toch zijn ze eentalig opgevoed in hun land van herkomst. In het nieuwe land waar zij zich vestigen wordt hun moedertaal langzaam verdrongen door de meerderheidstaal. Er treedt taalverlies op. Vandaar de term ‘taalverliezers’ (Eng. attriters). Als geboren Duitse weet de onderzoekster hier alles van.

Als mensen langdurig in het buitenland verblijven en hun moedertaal niet dagelijks kunnen spreken, kan het voorkomen dat ze op een of andere manier de grip op hun moedertaal verliezen. Dit gevoel van vervreemding ten opzichte van je eigen taal wordt language attrition (taalverlies) genoemd.
Catholic Church, flickr.com

Grammaticaal geslacht

In haar onderzoek wil Schmid niet alleen Nederlandse en Duitse emigranten in de Verenigde Staten en Canada testen, maar ook Turkse en Poolse Nederlanders. Ze richt zich daarbij op de verwerving van het grammaticaal geslacht. In het Nederlands (en ook in het Duits) heeft elk zelfstandig naamwoord een grammaticaal geslacht. De onderzoekster geeft een voorbeeld: “Stel je krijgt een plaatje van een appel en van een boek te zien. Vervolgens krijg je de opdracht: klik op de appel of klik op het boek. Uit eye-tracking experimenten blijkt dat Nederlandstaligen al bij het horen van het lidwoord weten naar welk plaatje ze moeten kijken.” Het Turks kent geen grammaticaal geslacht, het Pools wel. De vraag is dus of Turks-Nederlandse tweetaligen wel of niet dezelfde oogbewegingen laten zien als Pools-Nederlandse tweetaligen en eentalige Nederlanders. Overigens zijn er al eerder eye-tracking experimenten gedaan bij tweede taalleerders, zo vertelt Schmid, maar nog niet bij taalverliezers. Hetzelfde geldt voor de ERP’s: hersenscans op basis van EEG-metingen.

Twee kanten

Schmid schetst twee denkbare uitkomsten van het onderzoek: een waarin het taalsysteem van de emigranten gelijk is aan dat van de moedertaalsprekers en een waarin hun taalsysteem gelijk is aan dat van tweede taalleerders. Het eerste scenario sluit aan bij de stelling dat eerste en tweede taalverwerving van elkaar verschillen; het tweede scenario duidt op een zelfde taalverwervingsproces. Komt dan eindelijk het langverwachte antwoord in zicht? Schmid is in ieder geval hoopvol gestemd: “Ik hoop dat dit onderzoek deuren gaat openen naar twee kanten toe: zowel onderzoek naar taalverwerving als naar taalverlies.”

Lees verder op Kennislink:

Het voordeel van tweetaligheid Als je je moedertaal vergeet Taalverlies als spiegel van taalverwerving

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 17 februari 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.