Je leest:

De kunst van bij elkaar blijven

De kunst van bij elkaar blijven

Auteur: | 5 oktober 2010

Weinig Nederlandse wetenschappers doen relatieonderzoek; dat is meer een Amerikaanse gewoonte. Op de VU zijn twee relatieonderzoekers, een van hen is sociaal psycholoog Catrin Finkenauer. Haar groep volgde tot dit jaar bijna tweehonderd stellen die in 2006 trouwden en vroeg hen het hemd van het lijf over hun relatie. Zij geeft hier twaalf adviezen.

Vind iemand die op u lijkt…

Opposites attract gaat niet op als u een langdurige, stabiele relatie wilt. Daarvoor kunt u beter zo veel mogelijk op elkaar lijken. Hebt u allebei gestudeerd, komt u allebei uit ’t Gooi of de Kinkerbuurt, bent u allebei zuinig of dol op geld uitgeven? Dat maakt het leven een stuk eenvoudiger. Hetzelfde geldt voor de doelen die je wilt bereiken. Finkenauer: “We hebben behoefte aan veiligheid. We willen dat de ander goed voor ons kan zorgen. Dan is het een voordeel als iemand jouw wereld kent en naar dezelfde dingen streeft.”

…Maar accepteer de verschillen

Wat u vooral niet moet proberen -maar wat de meeste partners toch hardnekkig volhouden- is uw partner te veranderen. Finkenauer: “We vroegen mensen hoe veel ze voor hun partner hebben veranderd of opgegeven. Hoe meer dat was, hoe ongelukkiger ze waren. Als je je partner probeert te veranderen, geef je de boodschap dat je de ander eigenlijk niet leuk vindt zoals die is.” Alleen als uw partner honderd procent zeker is van uw liefde, is deze bereid dingen van u aan te nemen. Uw partner weet dan dat u alleen maar wilt helpen.

Of buit ze uit

Het is ideaal als uw partner wat eigenschappen heeft die u eigenlijk ook zou willen hebben en andersom. Dan kunt u bij elkaar afkijken. Iedereen heeft dingen die hij wil verbeteren aan zichzelf, zoals gestructureerder worden, of assertiever.

Vind iemand die op je lijkt, maar accepteer de verschillen.

Beeldhouw uw partner

Elkaar aanmoedigen om bestaande, maar nog niet ontplooide capaciteiten te benutten is goed voor uw relatie. Elkaar helpen geeft een goed gevoel en verstevigt de band. Finkenauers overleden collega Caryl Rusbult onderzocht dit zogeheten Michelangelo-effect. Michelangelo meende dat het beeld al in de steen aanwezig was en dat hij alleen nog de overtollige steen weg hoefde te hakken om het zichtbaar te maken. Dus schuilt er in uw partner een goede schrijver maar ontbreekt het aan moed, geef dan het benodigde zetje.

Vertrouw elkaar

Als u en uw partner elkaar vertrouwen, geeft u elkaar veel krediet. Vermoedt uw partner dat u iets geheimhoudt, dan blijft u verdacht, of er nu werkelijk een geheim is of niet. Een avontuurtje met een ander of problemen op het werk: het geheim op zich maakt niet eens veel uit. Als u iets geheimhoudt, zegt u impliciet ‘ik vertrouw je niet genoeg’. Finkenauer: “Dat vat een partner doorgaans op als ‘ik houd niet genoeg van je’. Wij vroegen onze proefpersonen of ze weleens dagboeken of sms’jes van hun partner lazen. Hoe lager deelnemers scoorden op vertrouwen, hoe meer ze de neiging hadden om te spioneren.”

Beheers u

Laat zien dat u zich goed kunt beheersen, dan krijgt u meer vertrouwen. Kunt u een aankoop uitstellen tot het financieel beter uitkomt, dan kunt u de impuls voor een wilde nacht met een ander waarschijnlijk ook onderdrukken. Uit onderzoek blijkt zelfs dat mensen die zich goed kunnen beheersen veel minder oog hebben voor aantrekkelijke alternatieve partners. Nog een waardevolle toepassing van zelfbeheersing: als uw partner iets vervelends tegen u zegt, zeg dan toch iets aardigs terug. Zo voorkomt u escalatie.

Ga niet vreemd, hoewel…

De meeste mensen zeggen dat ze vreemdgaan van hun partner nooit zouden kunnen vergeven. Uiteindelijk komt het toch vaak goed, bijvoorbeeld doordat de ander oprecht berouw toont. Of doordat de bedrogen partner vergevensgezinder is dan gedacht. “Of doordat deze zich realiseert dat het verlaten van een partner toch wel moeilijk is”, zegt Finkenauer. Als uitkomt dat u vreemdgaat en er volgt geen breuk, loopt het essentiële vertrouwen binnen uw relatie wel een moeilijk te herstellen deuk op.

Wees dankbaar

Voelt u zich dankbaar, dan is dat het signaal dat de relatie goed voor u is en u dus uw best moet doen om hem in stand te houden. Dat doet u door goed voor uw partner te zorgen, u aan uw afspraken te houden, ruzie te vermijden enzovoort. Daar wordt uw partner ook weer dankbaar van. Het niveau van dankbaarheid blijkt veranderingen in de relatie te voorspellen, veel meer dan bijvoorbeeld tevredenheid. Finkenauer: “Daalt de dankbaarheid, dan zetten mensen zich minder voor elkaar in en zien we het jaar daarop dat het slechter gaat met de relatie.”

Samen gelukkig oud worden, is dat te leren?

Elkaar goed kennen hoeft niet

Het maakt niet uit hoe goed u uw partner kent, als u maar denkt dat u elkaar goed kent, ontdekten Finkenauer en collega’s. Als hun proefpersonen de zwakheden van de ander goed kenden, bleken ze niet minder blij te zijn met hun partner. “Mensen willen vooral dat hun partner de wereld ziet zoals zijzelf. Daarmee wordt hun partner voorspelbaar en kunnen ze zich veilig en geaccepteerd voelen en ervaren dat de ander om hen geeft”, zegt Finkenauer.

Als uw relatie onder druk komt te staan, bijvoorbeeld door ruzie in de familie, financiële problemen of kinderen krijgen, ontdekt u waarschijnlijk dat u uw partner niet zo goed kende als u dacht. En blijkt u bijvoorbeeld heel verschillende opvattingen over de opvoeding te hebben. Finkenauer: “Dan verwijten partners elkaar vaak dat de ander nooit om hun mening vraagt.” Breng overeenkomsten en verschillen in kaart door goed naar elkaar te luisteren, dan kunt u compromissen gaan sluiten en oplossingen bedenken.

Bewonder elkaar een beetje

Als u en uw partner ervaren dat u elkaar bewondert, bent u gelukkiger in uw relatie. Het werkt net als dankbaarheid, denkt Finkenauer. Maar te veel bewondering is ook niet goed, waarschuwt ze. Dan kan de relatie onevenwichtig worden. Idealiter bewonderen de partners elkaar en zijn ze een beetje trots op elkaar.

Bepaal samen wat goede seks is

Finkenauers heeft nog geen onderzoeksresultaten op het gebied van seks. Erik van Beek, seksuoloog bij GGZ in Geest, kan onze handleiding aanvullen. “Seks is slechts één vorm van contact, maar wel de meest intieme”, benadrukt hij. De betekenis van seks kan per stel verschillen. Zo kan de seks prima zijn, terwijl er verder veel spanningen zijn. Of andersom: Sommige stellen vinden elkaar vooral in bed, andere erbuiten.

Twee mythes die Van Beek tegenkomt in zijn spreekkamer: bij ideale seks bereik je samen tegelijk een orgasme, en masturbatie is verraad naar je partner. Van Beek: “Wat goede seks is bepaal je samen. En soloseks kan je verlangen naar de ander juist versterken. Vaak blijkt het voor de partner verrassend en opwindend om te horen dat je masturbeert.”

In de meeste relaties komen vroeg of laat wel seksuele problemen voor, die vaak heel goed opgelost kunnen worden. Relaties waarbij lang niet meer aan seks wordt gedaan, gaan vaak ter ziele, zeker als daar geen consensus over is. Een bekend probleem is dat de ene partner na verloop van tijd meer behoefte heeft aan seks dan de ander. “Doe het dan eens op een andere plek dan thuis in bed, of tijdens een gestolen uurtje tussendoor”, adviseert Van Beek. Erover praten kan meer begrip geven en gevoelens van verlangen opnieuw tevoorschijn brengen.

Krijg kinderen, of niet

Moet u aan kinderen beginnen of niet? Onmogelijk te zeggen, blijkt uit Finkenauers onderzoek. “Kinderen geven je leven een doel en meer betekenis en als je slaagt in de opvoeding word je er ontzettend blij van. Maar je hebt ook meer verantwoordelijkheid, stress en zorgen. Ik raad mensen niet aan om geen kinderen te krijgen, maar ze moeten zich wel realiseren dat ze offers zullen moeten brengen.”

Socioloog en demograaf Aat Liefbroer, de tweede relatieonderzoeker aan de VU, berekende dat het welbevinden gemiddeld met 0.71 op een schaal van 1 tot 7 stijgt als er kinderen komen. “Maar de cijfers hangen erg af van de vragen die je stelt”, constateert hij. “Mensen voelen zich globaal gelukkiger, maar naar neveneffecten als stress en vermoeidheid hebben we niet gevraagd. Daarom is het moeilijk hier uitspraken over te doen.” Mogelijk is er ook een gewenningseffect, waardoor het geluksgevoel dat rond de geboorte van de kinderen hoog is, geleidelijk daalt naar het niveau van voor die tijd. Net zoals dat gebeurt na het aangaan van een relatie of een huwelijk.

Trouwen maakt blij

Trouwen maakt gelukkig, gelukkiger dan samenwonen. Geluk slijt wel, maar toch blijven gehuwden en ook samenwonenden gelukkiger dan singles die hun leven lang alleen blijven. Dat komt omdat die laatsten zich geleidelijk ongelukkiger gaan voelen. Bij mensen die scheiden keldert het geluksgevoel, maar ook zij wennen aan hun situatie en herstellen zich. Dat gaat sneller als ze een nieuwe liefdesrelatie aangaan.

Panel Study on Social Integration, Judith P.M. Soons, Aart C. Liefbroer, Matthijs Kalmijn, The Long-Term Consequences of Relationship Formation for Subjective Well-Being. In: Journal of Marriage and Family, 71 (December 2009).

Sinds 1987 ondervraagt VU-socioloog en demograaf Aat Liefbroer met collega Matthijs Kalmijn 1775 Nederlandse jongvolwassenen tussen de 18 en 26 over opleiding, werk, relaties en ouderschap. Dezelfde groep is in totaal zeven keer ondervraagd, het meest recent in 2009. De resultaten van die laatste ronde zijn nog niet in de cijfers van dit artikel verwerkt.

Wordt het binnen afzienbare tijd misschien de norm om in ons leven een aantal vaste partners na elkaar te hebben? Het huwelijk is snel veranderd van een automatisme in een optie en scheiden komt vaak voor. Volgens Liefbroer loopt het zo’n vaart nog niet met die seriële monogamie. “Verreweg de meeste mensen wonen gedurende hun leven met niet meer dan twee partners samen.”

Bijna iedereen wil een vaste relatie. Die brengt zekerheid en de middelen -een inkomen of sociale steun- waarmee we onze ambities waar kunnen maken. Hoe meer ‘vastigheid’, hoe gelukkiger we zijn. Het idee ‘over een paar jaar weer iemand anders’ zal daarom niet snel onze norm worden.

In Nederland loopt al zo’n twintig jaar een derde van de huwelijken op de klippen. Van samenwonenden zijn de cijfers iets minder betrouwbaar, maar van deze relaties strandt zo’n vijftig procent. Van de andere helft wordt een groot deel omgezet in een huwelijk, waarvan ook weer een derde op een scheiding uitloopt. Dat betekent dat de meerderheid van de mensen die nu gaan samenleven op termijn weer uit elkaar gaan, concludeert Liefbroer.

Tot de jaren zeventig was dat wel anders. Scheiden was lastig. Officieel kon er alleen gescheiden worden als sprake was van overspel. Anders moest een van de twee de ‘schuld’ op zich nemen. Na de wetswijziging liep het aantal scheidingen razendsnel op, van minder dan tien procent tot 1970 naar 24 procent in 1980. Ook financieel gezien werd het in de jaren zeventig makkelijker om te scheiden. Vrouwen begonnen een eigen inkomen te verwerven en er kwamen uitkeringen die enige financiële zekerheid boden.

Aanvankelijk waren het vooral hoger opgeleiden die gingen scheiden. Met hun hogere inkomen konden zij het zich eerder veroorloven. Nu scheiden juist lager opgeleiden vaker. Overigens zijn we niet liberaler over scheiden gaan denken. We vinden scheiden nog steeds negatief, vooral vanwege de kinderen.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van VU Magazine.
© VU Magazine, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 05 oktober 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.