De sneeuwklokjes bloeien al in december en vlinders als dagpauwoog of kleine vos zie je weken eerder dan twintig jaar geleden. Zo’n tweehonderd plantensoorten zijn opgerukt van het zuiden naar het noorden van ons land. In de zomer is het geel van het Zuid-Afrikaanse bezemkruiskruid een van de meest opvallende kleuren in Nederland geworden, niet alleen langs snelweg en spoorlijn, maar ook in de binnensteden. Door het warmere klimaat ziet Nederland er tegenwoordig anders uit. De gemiddelde jaartemperatuur en de zeespiegel zijn subtiel, maar structureel omhoog gegaan.

In het BWM cahier ‘Klimaatverandering’ brengen we in kaart wat de consequenties zijn van de klimaatveranderingen die zich aan het voltrekken zijn. Voor een deel zijn dat positieve effecten, zoals al die plantensoorten die zich hebben uitgebreid. Er zijn ook negatieve consequenties voor de natuur, net als voor onze gezondheid en onze veiligheid. De cruciale vraag is: wat kunnen we daaraan doen? En kan klimaatverandering ook leiden tot zichzelf versterkende effecten, waardoor de veranderingen in een onomkeerbare stroomversnelling raken, wanneer eenmaal een kritische grens is overschreden?
Voordat je de toekomst kunt voorspellen, moet je op zijn minst het verleden begrijpen. In het diepe verleden van onze planeet zijn er eerder periodes geweest met hoge temperaturen en hoge concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer. Hoge broeikasgasconcentraties leiden tot hoge temperaturen, maar opwarming leidt ook tot productie van meer broeikasgas. Wat is dus de kip en wat het ei?
Recent onderzoek heeft laten zien dat in sommige fasen van de geschiedenis van de aarde hoge vulkanische activiteit de oorzaak is geweest van sterk verhoogde broeikasgasconcentraties, en daarmee van de verschillende superwarme periodes die onze aarde heeft doorgemaakt. Dat accentueert nog eens de doorslaggevende rol van de verbranding van fossiele brandstoffen als oorzaak van de huidige opwarming, terwijl tegenwoordig de bijdrage van vulkanen aan de opwarming slechts klein is.
De snelste temperatuurstijging vindt momenteel plaats in het Arctisch gebied. De verspreiding van wilde planten- en diersoorten verandert hier het snelst doordat soorten zich naar de voorheen koudere, maar nu snel warmer wordende gebieden verplaatsen. Deze streken zijn ook om hele andere redenen van essentieel belang. Het gaat om zulke grote oppervlaktes dat veranderingen in begroeiing of ijsbedekking, die het gevolg zijn van de opwarming, doorslaggevende effecten kunnen hebben op het gehele systeem Aarde, en daarmee op verdere klimaatverandering.

Wanneer al het Antarctische landijs zou smelten, stijgt de zeespiegel met 55 meter. Zover zal het niet zo gauw komen, al was het maar omdat de Zuidpool om nog niet opgehelderde redenen een stuk minder snel opwarmt dan de Noordpool. Toch hebben de twee grootste gletsjers op Antarctica hun ijsafvoer naar de oceaan de afgelopen decennia verdubbeld tot meer dan 250 kubieke kilometer per jaar. Hier roept het warmer wordende klimaat gigantische krachten op, waarvan we de consequenties nog nauwelijks kunnen overzien.
Wanneer de verspreiding van wilde planten- en diersoorten verandert, ontstaan nieuwe soortencombinaties en verandert het netwerk van interacties binnen het ecosysteem. In sommige gevallen kan dat leiden tot het verdwijnen van soorten. Ook wanneer dezelfde soorten naast elkaar blijven bestaan, kunnen er grote problemen ontstaan, omdat verschillende soorten of soortengroepen verschillend reageren op een stijgende temperatuur.
Dat ondervindt bijvoorbeeld een typisch Nederlandse weidevogel als de grutto. Door intensivering van de landbouw, maar ook door klimaatverandering, is de grasgroei steeds vroeger op gang gekomen. Voor de gruttokuikens is het essentieel dat de vegetatie nog half open is wanneer zij uit het ei kruipen, zodat zij zich jagend door het grasland kunnen begeven. In plaats daarvan treft de vogel een weiland vol hoog en dicht gras dat steeds sneller groeit en ook steeds eerder wordt gemaaid met steeds grotere en snellere maaimachines. De les voor natuurbeschermers is dat het mede door de klimaatverandering steeds moeilijker is de vogels van het Nederlandse weidelandschap te behouden dan zo’n dertig jaar geleden, zelfs wanneer je de landbouwintensivering op een aantal plekken terug kan draaien.
Behalve op de natuur heeft klimaatverandering vergaande gevolgen voor een groot aantal maatschappelijke sectoren. In dit cahier wordt beschreven hoe het opwarmende klimaat een aantal nieuwe economische mogelijkheden biedt en ook tot een rijkere natuur kan leiden, maar er zijn ook risico’s, bijvoorbeeld voor de volksgezondheid. Tot nu heeft de Nederlandse maatschappij zich vooral geconcentreerd op de consequenties van de opwarming voor de bescherming tegen de zee en de grote rivieren. In de volgende bijdragen tonen diverse auteurs aan dat we zeer spoedig ook de andere gevolgen onder ogen moeten zien.