Je leest:

De denkende plant: een illusie?

De denkende plant: een illusie?

Auteur: | 29 maart 2008

Planten zijn te beschouwen als intelligente wezens. Althans, dat beweren plantenneurobiologen. Hun controversiële stellingen lokken hevige reacties uit.

In 2005 begon een aantal plantenwetenschappers een internationaal offensief om hun vakgebied op een nieuwe manier te benaderen. In hoog aangeschreven tijdschriften en op speciale symposia pleitten ze ervoor planten te beschouwen als intelligente wezens. Planten kunnen namelijk zeer gecompliceerd, adaptief gedrag vertonen, zoals communiceren en leren van eerdere ervaringen. De beweging plakte ook een naam op haar nieuwe gedachtegoed: plantenneurobiologie.

Die naam werd met zorg uitgekozen. De in 2005 opgerichte Society for Plant Neurobiology signaleert analogieën tussen klassieke neurobiologie en bepaalde aspecten van de fysiologie van planten. Planten reageren bijvoorbeeld zeer gevoelig op omgevingsprikkels, stellen ze, door middel van bewegingen of veranderingen in morfologie. Of ze reageren met snelle elektrische reacties (actiepotentialen). Daarnaast produceren ze talloze moleculen die in andere organismen als neurochemicaliën dienen. Ten slotte kunnen ze door middel van hormonen hun gedrag aanpassen aan signalen die ze uit de buitenwereld opvangen. Volgens de zelfbenoemde plantenneurobiologen zijn dit stuk voor stuk aanwijzingen dat planten een bepaalde vorm van intelligentie bezitten.

Sprong te groot

De Wageningse hoogleraar gewas-fysiologie Paul Struik is kritisch over het gedachtegoed. Hij publiceerde eind 2007 met twee collega’s in het Journal of the Science of Food and Agriculture een overzicht van de tot dusverre gevoerde discussie. Die speelde zich bijvoorbeeld af in de kolommen van het blad Trends in Plant Science, waarin vele artikelen en brieven van voor- en tegenstanders verschenen.

De discussie komt op een goed moment, zegt Struik. De plantenwetenschappen hebben namelijk wel degelijk behoefte aan nieuwe concepten. ‘We weten niet goed hoe een plant zich organiseert. Door nieuwe ontwikkelingen in de moleculaire biologie is er een stortvloed aan gegevens beschikbaar gekomen, waar we bij wijze van spreken bijna in verzuipen. We moeten op de een of andere manier die gegevens opschalen naar het plantniveau, en het regieapparaat van een plant beschrijven.’

Plantenneurobiologie is echter niet de manier om deze complexiteit te verklaren, vindt Struik. ‘De sprong naar het veronderstellen van een soort zenuwstelsel is veel te groot. Daar zijn natuurlijk helemaal geen bewijzen voor.’ Hij heeft vooral grote moeite met het gebruik van termen als hersenen en neuronen. ‘Die woorden worden gebruikt als metaforen, maar de gebruikers zijn helemaal niet duidelijk over wat ze er precies mee bedoelen. Dat is jammer, want er worden flitsende nieuwe ontdekkingen gedaan, bijvoorbeeld op het gebied van transport en functie van auxine. Die bevindingen worden nu weggestopt in het metafysische, waardoor ze niet meer overkomen als serieuze wetenschap.’

Struik haalt in zijn artikel het spaarzaamheidprincipe aan (Parsimony’s principle, ook wel Ockham’s razor genoemd). Een belangrijk wetenschappelijk principe, licht hij toe, dat stelt dat de meeste plausibele verklaring de eenvoudigste ideeën bevat en zo min mogelijk aannamen vereist. Plantenneurobiologie strookt niet met dit principe, vindt Struik.

Typerend voor de gehele discussie: hij ontving direct na publicatie van het artikel een reactie. De Slowaakse hoogleraar František Baluška, werkzaam bij de Universiteit van Bonn en lid van de Society of Plant Neurobiologists, waarschuwt daarin voor het gebruik van het spaarzaamheidsprincipe in de biologie. Baluška: ‘Biologische systemen zijn het product van voortdurende, complexe natuurlijke selectie. De onderliggende mechanismen zijn dus niet per se geoptimaliseerd op een manier die je zou verwachten.’

Open geest

Volgens Baluška stellen plantenneurobiologen vragen die soms niet relevant zijn voor plantenfysiologie, een recht dat volgens hem helaas niet vanzelfsprekend is. Kleingeestigheid en het op dieren gebaseerde begrip van bepaalde woorden beletten mensen met een open geest de werkelijke complexiteit van planten te bestuderen, zo meent hij.

De plantenneurobiologen richten in Italië inmiddels al een eigen onderzoeksinstituut op, waaraan ook Baluška verbonden is. Struik waardeert de manier waarop plantenneurobiologen hebben bijgedragen aan het wetenschappelijk debat binnen zijn vakgebied, maar kan zich niet voorstellen dat hij door hun toekomstige vindingen overtuigd zal worden van de validiteit van het concept. Sowieso wordt het concept vooralsnog niet breed gedragen, merkt hij op: in Wageningen kwam Struik nog geen enthousiaste aanhangers tegen.

Lees ook

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/plant/index.atom?m=of", “max”=>"5", “detail”=>"minder"}

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 maart 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.