“Ga eens kijken in de duingebieden hier direct omheen; het zou hier nu vol moeten staan met slangenkruid, teunisbloemen en andere bloeiende planten. En wat zien we hier: alleen maar helmgras, duindoornstruiken en de eerste knoppen van duinkruiskruid, maar dat is giftig, dus dat eten de damherten niet.” Ecoloog Vincent van der Spek van Waternet is er knap chagrijnig van, zoveel is duidelijk.

Jarenlang is erover gediscussieerd, over de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De eerste exemplaren die in de jaren tachtig – waarschijnlijk moedwillig – door onbekenden in de duinen werden losgelaten, hebben zich met name na de eeuwwisseling explosief vermeerderd. Op het hoogtepunt in 2016 liepen er minimaal vierduizend dieren in het duin. Maar de gemeenteraad van Amsterdam, formeel de eindverantwoordelijke voor het beheer in het gebied, wilde van bejagen lange tijd niet weten.
Toen de gemeente Amsterdam wel ‘om’ ging, vonden de beheerders de Faunabescherming en de Dierenbescherming op hun pad. Van der Spek: “Uiteindelijk moesten er verschillende rechters aan te pas komen om te concluderen dat de vergunningen voor de jacht terecht waren verleend. In het voorjaar van 2016 zijn we daadwerkelijk met de jacht begonnen. Uiteindelijk moet het aantal herten in het voorjaar van 2021 rond de achthonderd dieren liggen. Dat is de stand van 2008, toen de biodiversiteit hier een stuk beter was.”
Niet alleen planten
“Het zijn niet alleen de planten die te lijden hebben onder de graasdruk van de herten”, weet Van der Spek. “De Vlinderstichting heeft met systematische tellingen ook al laten zien dat het aantal vlinders hier enorm is gekelderd. Toevalligerwijs heeft alleen de bijzondere keizersmantel geen last van de aanwezigheid van de herten. Die vliegt namelijk op het duinkruiskruid, dat de herten laten staan.”
“Maar naast de planten en de insecten hebben ook vogels aantoonbaar te lijden”, vervolgt Van der Spek. “We hebben bijvoorbeeld berekend dat de nachtegalen het hardst achteruitgaan in die delen van het duin waar de meeste herten voorkomen. In stukken waar relatief wat minder herten lopen gaat de stand minder hard achteruit. Dat is natuurlijk nog geen hard, oorzakelijk verband, maar Engels onderzoek suggereert dat er naast die correlatie ook wel degelijk een causaal verband is. Daar zijn bij wijze van experiment grote stukken natuur waar veel damherten rondliepen met hekken afgezet en vrijgemaakt van grazers. Prompt zag je daar de stand van de nachtegalen weer toenemen.”

“Begrijp me goed”, benadrukt Van der Spek. “Ik kijk heel kritisch naar beheerjacht. Maar wanneer je ziet wat er hier allemaal tussen de kaken van de herten verdwijnt, dan kun je niet anders. Het is al heel lang geleden dat ik hier een orchidee heb zien bloeien. Als je bedenkt hoe divers dit gebied kan zijn … Ik noem de duinen wel eens het gouden randje van Nederland. Op pak hem beet één procent van het oppervlak van ons land komt meer dan de helft van het aantal plant- en diersoorten voor. Omwille van die diversiteit is het volgens mij echt noodzakelijk dat we zijn gaan ingrijpen.”
“Het op zijn beloop laten was volgens mij geen reële optie. Natuurlijk, als je maar lang genoeg wacht, dan komt er vanzelf voedselgebrek voor de rondtrekkende herten. Dan ontstaat er als het ware een natuurlijk evenwicht. Maar tegen welke prijs? Tegen die tijd hebben de herten alles wat niet giftig is opgegeten. Dan zit je met een soort gemillimeterde grasmat van Wimbledon vol herten en wat doornstruiken. Dit zijn immers geen territoriale dieren. Ze trekken als groep rond en grazen alles af wat ze voor de voeten komt.”
Noodzakelijk actief beheer
“Dat het damhert hier sinds de laatste ijstijd van nature niet meer voorkomt is in dit hele verhaal voor mij niet eens zo belangrijk. Er zijn uit het Pleistoceen wel resten van damherten in de Nederlandse bodem gevonden, dus ‘ooit’ liepen ze hier wel rond, ja. Voor de wet is het ook een beschermd dier, dus exoot of niet, dat doet er niet eens meer toe. Het gaat mij puur om het verlies aan biodiversiteit dat ze veroorzaken. En persoonlijk geloof ik dat je in een klein land als Nederland ook helemaal niet zonder actief beheer kunt. Als je onze postzegelnatuur helemaal op zijn beloop wilt laten, dan zul je moeten accepteren dat je ook heel veel kwijtraakt.”
Uiteindelijk heeft Van der Spek wel hoop dat het nog goed kan komen. “Zodra de stand weer beneden de duizend dieren komt, krijgt de natuur wel weer een kans. De zogenoemde zaadbank in de duinbodem is krachtig genoeg. Bij eerdere uitrasterexperimenten hebben we ook wel gezien dat veel planten spontaan weer terugkomen zodra je de herten met een hoog hek weghoudt.”