Je leest:

Darwiniaans innoveren

Darwiniaans innoveren

Auteur: | 20 december 2008

Vervang organismen door organisaties, generaties door spin-offs en verklaar vervolgens succesvolle innovatie. De evolutietheorie past prima op de economische realiteit. Maar niet bij het economisch paradigma.

In de biologie mag evolutie dan het dominante paradigma zijn, in de economie leven de darwinisten een geïsoleerd bestaan. Het enige Nederlandstalige boek over de evolutionaire economie komt dan ook niet uit de handen van een ‘echte’ econoom. Nee, Ron Boschma is een evolutionair economisch geograaf. ‘De economische wetenschap heeft oogkleppen op,’ aldus Boschma. ‘Daar zijn de economen niet uniek in. Ieder vakgebied heeft zijn eigen paradigma, en van uitwisseling daartussen is vaak maar nauwelijks sprake. Economen zijn wat dat betreft hooguit wat extremer.’

Boschma is afgestudeerd als geograaf en promoveerde daarna in de economie. Zijn vakgebied, de evolutionair economische geografie, heeft hij met zijn groep aan de Universiteit Utrecht zelf ontworpen.‘We krijgen nu internationale navolging.’

Over de toegevoegde waarde van de evolutietheorie voor de economie is Boschma helder: ‘De heersende neoklassieke economische theorie kan niet-rationeel gedrag, diversiteit en innovatie niet verklaren. Vanuit de evolutietheorie kan dat wel.’ De evolutionaire economie stoelt op de principes van diversiteit, selectie, innovatie, overdraagbaarheid en begrensde rationaliteit. De neoklassieke theorie gaat uit van een representative firm: alle bedrijven zijn in de basis hetzelfde, en hebben daarom dezelfde mogelijkheden. Daarbij is er steeds sprake van optimaliserend gedrag. Ieder bedrijf of individu maakt rationele keuzen op basis van alle beschikbare informatie en met het doel zijn eigenbelang zo goed mogelijk te dienen.

Boschma: ‘In de realiteit zien we dat mensen en bedrijven helemaal niet altijd rationele beslissingen nemen. Neem bijvoorbeeld de recente Poolse migratie naar West-Europa. Toen Polen bij de EU kwam, was iedereen in Nederland bang dat we overspoeld zouden worden door Poolse arbeidsmigranten. In traditioneel economisch denken was dat ook wel te verwachten. Als je ervan uitgaat dat iedereen op zoek is naar loonmaximalisatie en optimalisering, dan zou de gemiddelde Pool zeker kiezen voor een baan in Nederland. In werkelijkheid heeft die gemiddelde Pool echter helemaal geen informatie om een dergelijke rationele afweging te maken. De meeste Polen gingen dan ook naar Duitsland, waar het land een traditionele band mee heeft. De Polen die naar Nederland kwamen, gingen vooral werken in branches waar al Polen zaten.’

Ingraven

In 1982 schreven twee Amerikanen, Nelson en Winter, het standaardwerk over de evolutionaire economie. De auteurs pleitten voor een andere kijk op de economie en legden daarbij alle zwakten van het heersende neoklassieke paradigma bloot. Ruim een kwart eeuw later heeft de theorie in Europa een enigszins groeiende aanhang, maar is hij verre van algemeen gedachtegoed. In Amerika is evolutionaire economie al helemaal geen begrip.

Boschma: ‘Helaas maken veel evolutionair economen de fout zich net als de neoklassieke economen in te graven in hun eigen denkwereld. Ook zij staan niet open voor nieuwe ideeën. Ik identificeer me daarom ook niet echt met deze evolutionair economen. Ze zijn een gesloten groep geworden. Over de verspreiding van deze theorie ben ik daarom pessimistisch. Een student economie zal de evolutionaire economie in ieder geval niet tegenkomen in zijn curriculum, daarvoor zijn de verschillen met het heersende paradigma te groot.’

De evolutionaire economie gaat uit van verandering, met als basis het idee dat alle bedrijven verschillend zijn. Die bedrijven zijn de individuen in de economische populatie. De eigenschappen van die bedrijven liggen vastgelegd in routines. Die routines worden gevormd en uitgevoerd door de mensen binnen de organisatie, en leiden een leven op zich. Succesvolle routines zetten zich voort in nieuwe bedrijven, zogenaamde spin-offs. En vormen zo een nieuwe generatie. Boschma: ‘Veranderingen in de omstandigheden creëren ongelijke mogelijkheden voor bedrijven, juist omdat ze allemaal verschillen. Het verleden bepaalt zo de toekomst. De evolutionair economische theorie beschrijft en verklaart welke bedrijfstakken verder zullen ontwikkelen en welke zullen verdwijnen bij veranderende omstandigheden. Traditionele economie gaat ervan uit dat een bedrijf dat zich niet weet aan te passen, een fout heeft gemaakt. Evolutionaire economie gaat ervan uit dat de eigenschappen, de routines die het bedrijf heeft, niet dicht genoeg lagen bij wat nodig was om zich aan te kunnen passen. Evolutie gaat met relatief kleine stappen. En af en toe een doorbraak, iets heel nieuws.’ Als voorbeeld noemt Boschma de ontwikkeling van de auto-industrie. Die had niet overal kunnen ontstaan, maar is juist ontstaan op plekken waar bijvoorbeeld al koetsen en fietsen werden gemaakt. ‘Daar waren de juiste competenties aanwezig.’

Hij mag dan geen bioloog zijn. Boschma is wel een echte Darwinfan. ‘De man is een held, ik heb net zijn nieuwste biografie uit.’ Ook de Origin heeft hij verslonden. ‘In het Engels en het Nederlands, en in de geactualiseerde versie van Steve Jones.’ Waarom juist deze theorie hem zo aanspreekt? ‘Hij is zo simpel, met zulke verstrekkende gevolgen. Gewoon briljant.’

Lees ook

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/economie/index.atom?m=of", “max”=>"5", “detail”=>"minder"}

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 20 december 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.