Naar de content

CRISPR als open source: probleem of oplossing?

De universiteit van Wageningen geeft patenten DNA-bewerkingstechiek vrij

National Human Genome Research Institute (NHGRI) from Bethesda, MD, USA via Wikimedia Commons, CC BY 2.0

Gewassen met hogere opbrengst kweken, broeikasgassen in de atmosfeer verminderen, fossiele brandstoffen vervangen en geneesmiddelen ontwikkelen. Het is allemaal mogelijk met de DNA-bewerkingstechniek CRISPR-Cas. Zou die techniek daarom niet voor iedereen toegankelijk moeten zijn? De Wageningen Universiteit stelt een voorbeeld en geeft vijf CRIPSR-patenten vrij. “We hopen dat andere patenthouders volgen.”

CRISPR-Cas heeft voor een flinke doorbraak gezorgd in de biotechnologie. De nauwkeurigheid van dit moleculaire schaartje laat wetenschappers gericht DNA aanpassen en daarmee genen aan- en uitschakelen.
De universiteit van Wageningen gaf in september vijf patenten van microbioloog John van der Oost op het gebied van CRISPR-Cas vrij voor non-profitorganisaties. Het is de bedoeling dat veredelaars met de vrijgegeven techniek betere gewassen en planten laten groeien om de wereldvoedselvoorziening te helpen verbeteren. Daarmee nam de universiteit een belangrijke stap richting het toegankelijk maken van deze technologie, vooral voor wetenschappers in onderontwikkelde landen. “Ik hoop dat we hiermee een voorbeeld stellen en dat andere patenthouders zullen volgen”, aldus Van der Oost (zie ook het interview Ik dacht ineens: waarom geven we onze patenten niet gewoon weg?).

Met CRISPR-Cas kunnen wetenschappers betere gewassen groeien, bijvoorbeeld maisplanten die bestand zijn tegen droogte.

Doorverkopen

Toch is het voor universiteiten niet zo eenvoudig om het voorbeeld van Van der Oost te volgen. Die prijzige papieren bewijzen van eigendom liggen namelijk niet zomaar op de plank stof te vergaren. Tenminste, niet bij universiteiten. Dat is anders bij bedrijven, waar zogenoemde defensieve patenten concurrentie op afstand moeten houden. Maar het merendeel van CRISPR-patenten ligt nu, atypisch, in handen van universiteiten over de wereld. Het doel daarvan is niet winst maken of concurrentie weren, weet Merlijn Bazuine, octrooideskundige bij de TU Delft. “Patenten zorgen ervoor dat we onderzoek kunnen blijven doen.” Om die reden vraagt TU Delft alleen patenten aan als ze er direct iets mee willen doen: doorverkopen aan een bedrijf of aan onderzoekers om een start-up te beginnen. Als dat niet lukt, laten ze bij de TU Delft het patent automatisch vallen en blijft het dus niet ergens op een stapel liggen.

Het patent doorverkopen aan een bedrijf dus. Heeft die verkoop dan te maken met winst? “Nee”, zegt Bazuine. “Het is een manier om ervoor te zorgen dat de universitaire ontdekkingen hun weg vinden naar de maatschappij. Het geld dat het bedrijf investeert in de universiteit, dekt de kosten van het onderzoek en de patentaanvraag; zo verdient de universiteit haar geld terug.” Dat geld gebruiken wetenschappers vervolgens voor nieuw onderzoek. Ondanks de verkoop van het patent behoudt de universiteit het recht om zelf de uitvinding te blijven gebruiken in hun onderzoek en onderwijs.

Daarnaast helpen patenten onderzoekers van de universiteit om een idee door te zetten naar een start-up, een nieuw bedrijfje. Vaak zetten studenten of promovendi een dergelijk bedrijfje op, maar zij hebben meestal nog geen vermogen. De universiteit verzorgt dan het patent voor die start-up, in ruil voor een vergoeding. “Dat kan geld zijn, royalty’s over gemaakte winst, maar bijvoorbeeld ook aandelen”, legt Bazuine uit. Het patent is op dat moment voor zo’n beginnend hightech bedrijfje het enige van waarde: het alleenrecht om de uitvinding te gebruiken voor commerciële doeleinden. Met het patent als onderpand trekt de start-up investeerders aan. Zonder die patenten zouden start-ups op het gebied van CRISPR het wellicht lastig krijgen.

Gratis versies

Patenten zijn dus nuttig voor start-ups vanuit universiteiten. Tegelijkertijd vormen ze een struikelblok voor andere jonge bedrijven. “Zonder patenten zou een start-up opzetten mogelijk makkelijker gaan”, vertelt Ferdinand Los, een van de oprichters van start-up Hudson River Biotechnology. Deze start-up draait volledig om CRISPR: de wetenschappers gebruiken de techniek om aanpassingen te maken in het DNA van gewassen. Als er geen patenten waren, zouden nieuwe bedrijfjes als Hudson River Biotechnology geen licenties hoeven te regelen, wat een hoop geld en werk scheelt. “Maar hetzelfde geldt dan voor de concurrenten”, zegt Los. “Het is daarom moeilijk in te schatten of onze kansen beter of slechter zouden zijn geweest als er geen patenten zouden zijn.”

Een geluk voor Los en zijn start-up is dat er vele variaties bestaan op het moleculaire CRISPR-schaartje. Het merendeel daarvan is gepatenteerd, maar toch mogen wetenschappers sommige ervan gratis gebruiken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het enzym Mad7 en daar doet Hudson River Biotechnology zijn voordeel mee. “Wij maken aanpassingen in gewassen op aanvraag van zaden- en veredelingsbedrijven”, vertelt Los. “Daarvoor gebruiken we het kosteneffectieve CRISPR-Mad7.” Met de gratis CRISPR-varianten in omloop kun je je dus afvragen of het überhaupt wel nodig is om CRISPR-patenten vrij te geven.

Je voelt ‘m misschien al aankomen. Een aantal gratis varianten is niet direct voldoende, omdat een enkele CRISPR-variant niet geschikt is voor alle toepassingen. Dat is ook direct de reden dat wetenschappers continu naar nieuwe varianten zoeken en ze blijven patenteren. “Voor simpele aanpassingen zoals een gen uitschakelen is de gratis variant prima”, zegt CRISPR-specialist Los. “Wil je een stukje DNA heel specifiek aanpassen, bijvoorbeeld een letter van het DNA-alfabet omzetten in een andere letter, dan heb je een gespecialiseerde variant nodig.” Dat is net als bij fotobewerkingssoftware op de computer. Met een gratis proefversie kom je een heel eind. Je kunt het formaat van de afbeelding aanpassen en wat kleuren bewerken, maar wil je de achtergrond opschonen of die dikke puist op je neus airbrushen? Dan heb je complexere software nodig en moet je toch betalen.

Onmogelijke onderneming

Alle CRISPR-patenten in een keer opheffen is juridisch gezien een ingewikkelde en misschien wel onmogelijke onderneming, al deed Nederland dat wel in de negentiende eeuw (zie kader ‘Patentvrij Nederland in de negentiende eeuw’). Toch is zoiets wereldwijd en in deze tijd een stuk lastiger. Dat heeft deels te maken met het feit dat er geen wereldwijde organisatie bestaat die een dergelijke beslissing kan nemen. “Zelfs in Europa is er geen overkoepelende organisatie die daar iets over te zeggen heeft”, vertelt patentspecialist Bazuine. Bovendien zijn uitvindingen, en dus de patenten, volgens de wet eigendom van de patenthouder. Juridisch gezien is het moeilijk om zo’n eigendom af te nemen.

Patentvrij Nederland in de negentiende eeuw

Nederland is het enige land in de geschiedenis dat patenten afschafte. Dat gebeurde in 1869 en het patentvrije Nederland hield ruim veertig jaar stand. Daardoor konden Nederlandse bedrijven buitenlandse uitvindingen gratis namaken, zonder betaling of consequenties. Toch was de beslissing om patenten af te schaffen en de uitvoering ervan ook niet eenvoudig in die tijd: het kostte de overheid ongeveer dertien jaar om de plannen definitief te maken.

De precieze reden achter de afschaffing staat nog altijd ter discussie. Stef van Gompel, hoogleraar intellectuele eigendom aan de Vrije Universiteit van Amsterdam denkt dat er vele factoren meespeelden. In zijn wetenschappelijke publicatie van 2019 noemt hij onder meer de wens voor industriële ontwikkeling, slecht opgezette wetten rondom patenten en politiek opportunisme als redenen. Verder heerste er in die tijd een antipatentensfeer in Europa. Nederland dacht daarom dat het einde van patenten een kwestie van tijd was en dat andere Europese landen snel zouden volgen, maar dat gebeurde niet. Uiteindelijk voerde Nederland in 1910 opnieuw de octrooiwet in.

Patenthouders zijn vrij om te doen wat ze willen met hun patent. Ze mogen dus zelf beslissen wie van hun uitvinding gebruik mag maken en tegen welke kosten. Gratis licenties weggeven voor bepaalde doeleinden valt ook onder die vrijheid. “Je zou in theorie dus een beroep kunnen doen op alle CRISPR-patenthouders om gratis licenties te verstrekken, bijvoorbeeld aan non-profitorganisaties”, zegt Bazuine.

Dat klinkt simpel en misschien zou dat nog wel werken in Nederland en andere Europese landen, maar in de Verenigde Staten heerst een andere cultuur. “Daar gebruiken private universiteiten patenten om producten te commercialiseren en winst te maken”, vertelt Bazuine. Sinds 2012 is er een intensief patentengevecht gaande tussen de Amerikaanse Universiteiten UC Berkeley en het MIT-Harvard Broad Institute. De kans dat zij hun patenten zomaar beschikbaar stellen na een jarenlange strijd, is dan ook nihil.

De enige optie in dat geval is een gedwongen licentie. Daarbij dwingt een overheid de patenthouder om de uitvinding te delen. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de jaren negentig tijdens de hiv-crisis. Omdat de prijs van de medicijnen op dat moment zo hoog opliep, waren ze niet bereikbaar voor miljoenen mensen in ontwikkelingslanden. Overheden van Afrikaanse landen gaven toen tientallen dwanglicenties af voor de productie van de medicatie. “Bij zo’n gedwongen licentie moet de overheid die dit forceert, wel een vergoeding regelen”, zegt Bazuine.

Toch zijn dwanglicenties tot op heden zeldzaam en komen ze alleen in extreme gevallen voor, bijvoorbeeld wanneer de volksgezondheid in gevaar komt. Het idee lag ook kort op tafel tijdens de huidige coronapandemie, maar is niet doorgezet. Een dergelijke licentie is behoorlijk nadelig voor bedrijven, ook al ontvangen zij een subsidie. Bazuine noemt het coronavaccin van Moderna als voorbeeld. “Nu krijgt het bedrijf een beloning voor het vaccin, omdat ze het op grote schaal verkopen. Maar als Moderna gedwongen licenties had moeten vrijgeven, zou het bedrijf die inkomsten mislopen, terwijl het toch veel geld in het onderzoek heeft gestoken. Het is dan erg lastig om daarna nog de markt op te komen.”

Nieuwe barrières

Mocht het toch mogelijk zijn om die patenten op te heffen of patenteigenaren over te halen licenties (bijna) gratis weg te geven, loopt CRISPR nog tegen andere barrières aan, met name in Europa. In 2018 oordeelde het Europese Hof dat CRISPR onder de wetgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (GMO) valt. Dat betekent dat organismen waarvan wetenschappers het DNA hebben aangepast met CRISPR, een kostbare en intensieve toelatingsprocedure moeten doorlopen. Mocht CRISPR dus patentvrij worden in Europa, dan mogen bijvoorbeeld gewassen bewerkt met CRISPR niet zomaar op de markt worden gebracht. En als die wetgeving toch verandert, loopt CRISPR tegen een tweede barrière aan: het maatschappelijk wantrouwen in DNA-modificatie, vooral bij voedingsgewassen.

Microbioloog Van der Oost denkt dat licenties vrijgeven juist ook de maatschappelijke acceptatie van CRISPR-Cas vergroot. “Mensen koppelen patenten aan winst maken”, zegt Van der Oost. “Ze denken: daar gaat mijn belastinggeld naartoe.” De microbioloog vermoedt dat de maatschappij CRISPR vooral ziet als goudmijntje voor universiteiten en bedrijven. Dat is geen gekke gedachte. Er zit een duidelijk verband tussen winst en vertrouwen: wanneer een techniek of product een winstoogmerk heeft, hebben mensen automatisch minder vertrouwen in die techniek of het product. “Hoewel onze patenten niet dienen om winst te maken, wil de universiteit van Wageningen duidelijk maken aan het publiek dat we wereldproblemen serieus nemen en we niet winstgericht zijn”, aldus Van der Oost.

Start-up oprichter Los kijkt daar anders tegenaan: “Ik denk niet dat mensen zo bewust bezig zijn met patenten. Automobilisten denken bijvoorbeeld ook niet aan patenten op hun gordels, wanneer ze die vastklikken.” En zelfs al was dat wel het geval, dan denkt Los dat het niet veel uitmaakt omdat het winstoogmerk toch blijft bestaan. “Ook al vallen patenten weg, dan zijn de tomaten, sla of andere producten bewerkt met CRISPR niet ineens gratis; de consument merkt geen verschil in prijs”, zegt Los.

Tussenweg

Een patent is een ingewikkeld recht waar veel meer aan verbonden is dan puur een monopolie op een uitvinding. CRISPR-patenten in zijn geheel vrijgegeven is daarom vrijwel onmogelijk. Geldstromen van bedrijven, universiteiten en start-ups vallen weg en daar lijdt ook de wetenschappelijke vooruitgang onder. De grootste hobbel is echter het wettelijk regelen om CRISPR-patenten in één keer op te heffen.

De beste optie is daarom een tussenweg: een situatie waarbij licenties voor het DNA-bewerkingsgereedschap gratis of goedkoper beschikbaar komen voor non-profitorganisaties. Daarvoor moeten patenthouders zelf hun licenties gratis of voor een klein bedrag doorgeven aan deze organisaties. Daarnaast zouden overheden vaker gebruik moeten maken van gedwongen licenties wanneer patenthouders geen goedkope versie aanbieden. Op die manier kan CRISPR-Cas helpen wereldproblemen op te lossen, zonder dat patenthouders er te veel onder lijden. Al zullen toepassingen voorlopig vooral buiten Europa moeten plaatsvinden vanwege de GMO-wetgeving.

Bronnen
ReactiesReageer