Naar de content

Combitherapie breed inzetbaar tegen voedselallergie

Een close-up van een stapel doppinda's.
Een close-up van een stapel doppinda's.
Annette Meyer, vrijgegeven voor gebruik via Pixabay

Uit een grote reviewstudie naar therapieën tegen voedselallergieën begin dit jaar blijkt dat een allergische reactie op voedsel voorkomen kan worden door blootstelling aan het allergeen te combineren met middelen die het afweersysteem onderdrukken. Zo kunnen mensen met een voedselallergie straks mogelijk eten wat ze willen zonder ernstige gevolgen.

In de Westerse wereld groeit het aantal mensen met een voedselallergie enorm, mede door de toegenomen hygiëne en de consumptie van bewerkt voedsel. Zonder een effectieve behandeling zal dit aantal alleen maar verder stijgen. In Nederland komt een voedselallergie bij 2-3% van de mensen, zowel bij kinderen als volwassenen, voor. Vooral kinderen hebben er last van, waarbij 4-8% van kinderen tot drie jaar last heeft van een voedselallergie. Vaak zijn patiënten allergisch voor gewone voedingsmiddelen, zoals koemelk, ei, vis, schaal- en schelpdieren, pinda, noten, soja of tarwe. Maar in principe kan elk voedingsmiddel een reactie veroorzaken.

Bij een voedselallergie is het goed opletten, omdat levensmiddelen vaak (sporen van) bepaalde voedselallergenen bevatten, waar je het niet van verwacht. Ongeveer 50-75% van de mensen met een voedselallergie zegt weleens per ongeluk op deze manier in contact te zijn gekomen met hun voedselallergeen.

Open Food Facts, vrij te gebruiken.

Voedselallergie

Bij een voedselallergie kan een pinda zorgen voor jeuk in de keel of zelfs levensbedreigend zijn. Deze reactie heeft te maken met een verkeerd afgesteld afweersysteem. Het afweersysteem beschermt ons tegen gevaarlijke indringers, zoals bacteriën en virussen. Bij een voedselallergie denkt het afweersysteem dat iets onschuldigs als een pinda gevaarlijk is voor de gezondheid en reageert hierop. Na de eerste keer eten van een pinda maken cellen in het afweersysteem stofjes aan die specifiek gericht zijn tegen de pinda, de zogeheten IgE-antistoffen. Deze IgE-antistoffen zorgen ervoor dat er bij een volgende consumptie van de pinda binnen enkele minuten tot een paar uur een allergische reactie ontstaat. Dit leidt tot vervelende klachten, zoals een dikke keel en tong, jeuk, uitslag, benauwdheid of zelfs tot levensbedreigende situaties. Een voedselallergie is anders dan een voedselintolerantie, bijvoorbeeld lactose-intolerantie, waarbij het lichaam lactose niet goed kan verteren en er geen allergische reactie plaatsvindt.

Vermijden, vermijden, vermijden

Wanneer iemand met een voedselallergie een allergische reactie wil voorkomen, adviseren artsen om het voedsel waar ze allergisch voor zijn, het voedselallergeen, zoveel mogelijk te vermijden. Dit is lang niet zo makkelijk als gezegd, omdat levensmiddelen vaak (sporen van) bepaalde voedselallergenen bevatten, waar je het niet van verwacht. Ongeveer 50-75% van de mensen met een voedselallergie zegt weleens per ongeluk in contact te zijn gekomen met hun voedselallergeen. Als iemand eenmaal in contact is gekomen, moet diegene snel geholpen worden met een tijdelijk werkend noodmedicijn wat alleen de symptomen van de allergie wegneemt. Maar bij een volgend contact zullen de symptomen net zo hevig, al dan niet heviger, zijn als voorheen. Kunnen deze symptomen niet verlicht worden?

Immunotherapie

De eerst ontdekte effectieve behandeling tegen allergieën is immunotherapie. Hierbij wordt het afweersysteem minder gevoelig gemaakt voor de stof waar iemand allergisch voor is. Gedurende de therapie wordt er periodiek een kleine hoeveelheid van deze stof toegediend, zowel via pillen als injecties, zodat het lichaam eraan gewend raakt en daarmee steeds minder IgE-antistoffen aanmaakt. Hiermee wordt de ernst van de symptomen geremd, maar zullen patiënten nooit volledig genezen van de allergie. Deze therapie wordt dan ook voornamelijk toegepast op mensen met een ernstige vorm van allergie. Immunotherapie kan wel drie tot vijf jaar duren.

Deze therapie is echter alleen effectief voor mensen met een wespenallergie of pollenallergie, ook wel hooikoorts genoemd. Voor voedselallergieën lijkt deze therapie minder effectief. De oorzaak hiervan blijkt nog onbekend. Naast dat het een dure behandeling is, intensief is en lang duurt, werkt de therapie tegen voedselallergie alleen gedurende de behandeling, en komen de klachten van de allergie vaak direct na de behandeling net zo hevig terug als voorheen. Daarnaast kan er maar één voedselallergeen per behandeling toegediend worden, en zijn patiënten met een voedselallergie vaak allergisch voor meerdere soorten voedselallergenen en kunnen daarnaast ook nog hooikoorts hebben.

Omalizumab, ook wel bekend onder de merknaam Xolair, is een geneesmiddel om allergische reacties te verminderen of zelfs geheel te onderdrukken. In combinatie met immunotherapie is het mogelijk om de symptomen van allergische reacties op meerdere soorten voedsel én hooikoorts in één behandeling te verlichten. Daarmee is deze therapie sneller en effectiever dan enkel immunotherapie.

Ciplamed, vrijgegeven via Effect Wiki.

IgE-gerichte therapie

In de reviewstudie wordt een nieuwe manier om voedselallergieën te behandelen besproken. Met deze behandeling maken ze het afweersysteem niet ongevoeliger voor één soort voedselallergeen, maar voor meerdere tegelijk. Hierbij gebruiken ze immunotherapie in combinatie met een medicijn, Omalizumab. Dit medicijn blokkeert en onderdrukt alle IgE-antistoffen die aangemaakt worden bij voedselallergieën. Het bindt gericht aan de IgE-antistoffen zodat ze hun werk niet meer kunnen verrichten. Op deze manier zal er maar een milde, of zelfs geen, allergische reactie ontstaan bij een patiënt die met het betreffende voedsel en/of de pollen in contact komt.

Door de combinatie van immunotherapie met Omalizumab, is het mogelijk om de symptomen van allergische reacties op meerdere soorten voedsel én hooikoorts in één behandeling te verlichten. Daarmee is deze therapie sneller en effectiever dan enkel immunotherapie. Zeker voor mensen met een ernstige vorm van een voedselallergie, zoals bijvoorbeeld bij een pinda-allergie, is deze behandeling effectief voor het sterk verlichten van de klachten. Op deze manier kan het ernstige of zelfs dodelijke gevolgen voor de patiënt voorkomen. Wel zal ook deze therapie periodiek moeten worden toegediend om de terugkeer van hevige symptomen te voorkomen. Omdat Omalizumab alleen de symptomen verlicht en niet het onderliggende afweersysteem onderdrukt, wordt er niet verwacht dat het een negatieve invloed zal hebben op de algehele functie van het afweersysteem.

Al met al is Omalizumab een goede toevoeging aan immunotherapie om zo effectiever ernstige klachten van voedselallergieën te voorkomen. Er zal nog wel meer onderzoek gedaan moeten worden naar de werking van Omalizumab voordat de therapie beschikbaar wordt, maar aan een betere toekomst voor voedselallergie-patiënten wordt hard gewerkt.

Bronnen
  • Burks, A. Wesley et al. 2018. “Treatment for Food Allergy.” Journal of Allergy and Clinical Immunology.
  • Durham, Stephen R. et al. 1999. “Long-Term Clinical Efficacy of Grass-Pollen Immunotherapy.” New England Journal of Medicine.
  • Ferguson, Anne. 1992. “Definitions and Diagnosis of Food Intolerance and Food Allergy: Consensus and Controversy.” The Journal of Pediatrics.
  • Gupta, Ruchi S. et al. 2018. “The Public Health Impact of Parent-Reported Childhood Food Allergies in the United States.” Pediatrics.
  • Long, A., Borro, M., Sampath, V. 2020. “New Developments in Non-Allergen-Specific Therapy for the Treatment of Food Allergy.” Curr Allergy Asthma.
  • Price, Alexandra et al. 2015. “Oral Allergy Syndrome (Pollen-Food Allergy Syndrome).” Dermatitis.
  • Tang, Mimi L.K., and Raymond J. Mullins. 2017. “Food Allergy: Is Prevalence Increasing?” Internal Medicine Journal.
  • Tuck, Caroline J., Jessica R. Biesiekierski, Peter Schmid-Grendelmeier, and Daniel Pohl. 2019. “Food Intolerances.” Nutrients.
ReactiesReageer