Je leest:

Archeologische aanwijzingen voor christendom ‘in de tijd van Jezus’

Archeologische aanwijzingen voor christendom ‘in de tijd van Jezus’

Auteur: | 29 februari 2012

Met behulp van een robotcamera hebben archeologen in een graftombe in Jerusalem christelijke inscripties gevonden die mogelijk gemaakt zijn door de vroegste volgelingen van Jezus Christus zelf. Het zouden met afstand de oudste aanwijzingen voor het bestaan van een Christelijke cultuur zijn. De ontdekking kan ons begrip van het vroege Christendom mogelijk radicaal veranderen.

De onderzochte tombe stamt vermoedelijk van voor het jaar 70 n. Chr. en bevat inscripties die wetenschappers als ‘typisch Christelijk’ karakteriseren. De inscripties staan op verschillende ossuaria, lemen kistjes waarin botten bewaard worden. De archeologen ontdekten onder andere een korte inscriptie in oud-Grieks waarin wordt gesproken over ‘wederopstanding’ (zie kader). Ook werden er verwijzingen naar de Bijbelse profeet Jona aangetroffen.

Volgens de Bijbel werd Jona door een walvis opgeslokt en leefde hij drie dagen in de buik van het dier voor de vis hem weer uitbraakte. In latere vroeg-christelijke inscripties staat de verwijzing naar dit verhaal symbool voor de christelijke hoop op verlossing en wederopstanding. Het wordt vaak gerepresenteerd door een afbeelding van een walvis met een mensfiguur in zijn bek. In de onderzochte tombe troffen archeologen precies dit symbool aan.

‘Jona-symbool’ op de zijkant van een ossuarium. Het toont een eenvoudige afbeelding van een vis die een mens opslokt.

De oudst bekende voorbeelden van dergelijke typisch christelijke symboliek waren tot nu toe Romeinse crypten uit de derde eeuw, toen het christendom zich volop door het Romeinse Rijk aan het verspreiden was. In graftombes uit de eerste eeuw na Christus, die meestal als Joods worden aangemerkt, komt het Jona-symbool niet voor, niet in de laatste plaats omdat het Joodse geloof het uitbeelden van mensen en dieren verbiedt. Los van de mogelijk christelijke inscripties is de tombe een normale, zorgvuldig in de rotsen uitgehouwen ruimte, zoals er zoveel waren in Jerusalem in de periode tussen 20 en 70 n. Chr.

“De ontdekking is zonder meer bijzonder,” zegt James Tabor, professor in de religiestudies aan de Universiteit van North Carolina (VS) en auteur van een voorlopig onderzoeksrapport. “Als iemand voorheen had beweerd dat hij een inscriptie over wederopstanding of een Jona-symbool had aangetroffen in een Joodse graftombe uit de eerste eeuw zou ik gezegd hebben dat dit onmogelijk was.”

Wat staat er?

Lang niet alle beenderenkistjes die gevonden worden in Joodse graftombes hebben inscripties. Oud-griekse teksten op de kistjes zijn helemaal bijzonder. Een van de aangetroffen teksten in de tombe in Jerusalem zegt duidelijk iets over geloof in wederopstanding. De precieze tekst is was echter onduidelijk te lezen via de robotcamera.

De vier regels bevatten vermoedelijk de volgende woorden: 1. ΔΙΟΣ (DIOS) 2. ΙΑΙΟ (JAIO) 3. ΥΨΩ (YPSO) 4. ΑΓΒ ΑΓΙΩ of ΑΠΒ

De eerste drie woorden vertalen als ‘god[heid] Jahweh h[v]errijs[t], afhankelijk van de grammaticale vorm, die onduidelijk is. De volledige betekenis van het opschrift is afhankelijk van het laatste woord. ΑΓΙΩ kan vertaald worden als ’het heilige’. ΑΓΒ is geen bekend Grieks woord, maar hier zou het Aramese woord bagah (‘er uit/vanuit’) achteruit gespeld kunnen zijn. De hele vertaling zou dan kunnen zijn ’De heilige Jaweh doe[t] [u] herrijzen uit [de tombe].

We konden dan ook nauwelijks geloven wat we op de filmbeelden van onze robotcamera zagen. Vrijwel alles in deze graftombe verschilt van wat we normaal in tombes uit deze periode aantreffen."

Bijbelwetenschappers en religie-deskundigen gaan er doorgaans vanuit dat typische thema’s die het vroege christendom van het jodendom onderscheiden – zoals de nadruk op wederopstanding en verlossing – pas in de loop van de tweede eeuw hun intrede deden. Door de recente ontdekking staat die opvatting nu ter discussie. Bij de directe volgelingen van Jezus bestonden deze ideeën mogelijk al veel eerder.

Daar staat tegenover dat de ontdekking zeker op veel scepsis kan rekenen. Voor veel archeologen en religie-deskundigen is vondst van zulke oude Christelijke symbolen zeer controversieel. Het valt volledig buiten de gebruikelijke context van het religieuze leven uit de eerste eeuwen na het begin van onze jaartelling. Daar komt nog bij dat de onderzochte tombe zich slechts op een steenworp afstand van de zogenaamde ‘Jezus-tombe’ bevindt. In deze tombe, ontdekt in 1980, bevindt zich onder andere een beenderenkistje waarop de naam ‘Jezus van Nazareth’ te lezen is.

Volgens Tabor behoren de recent onderzochte tombe en de Jezus-tombe tot hetzelfde complex, mogelijk op het grondgebied van een rijke familie. Of in dit complex wellicht de ‘oerbronnen’ van het christelijk geloof te vinden zijn zal – in ieder geval tot het moment dat de Israëlische overheid toestemming geeft de graftombe verder te onderzoeken – voer voor speculatie blijven.

Bron:

  • James D. Tabor, A Preliminary Report of a Robotic Camera Exploration of a Sealed 1st Century Tomb in East Talpiot, Jerusalem.

Het onderzoeksverslag is hier te lezen, inclusief divers beeldmateriaal. Let wel, het betreft een voorlopig onderzoeksverslag en is nog niet ter publicatie aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 februari 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.