Je leest:

Chinese boeren beter af met gm-rijst

Chinese boeren beter af met gm-rijst

Auteur: | 7 mei 2005

Het telen van genetisch gemodificeerde rijst geeft een hogere opbrengst, vermindert het pesticidengebruik en het komt de gezondheid van de boeren ten goede.

Chinese en Amerikaanse onderzoekers concluderen dat in Science van vorige week. Het onderzoek richt zich op twee door de Chinezen ontwikkelde gm-rijstvariëteiten. GM Xianyou 63-rijstplanten zijn via een bacterieel Bt-gen bestand tegen rijststamboorders en bladrollers. De GM II-Yuoming 86-plant is ook bestand tegen de stamboorder, maar dat is te danken aan een trypsineremmer (CpTI), afkomstig van een erwt.

Om gm-rijst te vergelijken met gewone rijst kregen willekeurig uitgezochte boeren in meerdere Chinese dorpen gratis een hoeveelheid gm-rijstzaad uitgereikt. Verdere ondersteuning, zoals subsidies of gebruiksuggesties, ontbrak. In de drie volgende jaren brachten de onderzoekers via vragenlijsten in kaart hoe het boeren verging die gm-rijst verbouwden en hoe de gewone boeren het deden. In 2002 en 2003 interviewden de onderzoekers zo 77 en 101 gezinnen.

Uit de vragenlijsten blijkt dat de gm-telende boeren minder pesticiden gebruiken dan hun traditionele collega’s. In plaats van 21 kilo per hectare per seizoen, kunnen zij met 2 kilo toe. Logischerwijs geven ze ook evenredig minder geld uit aan de chemicaliën.

Een stuk minder duidelijk is het verband tussen opbrengst en rijstvariëteit. Gm-rijst Xianyou 63 levert iets meer op dan traditionele rijst, zo’n 6 tot 9 procent meer. De opbrengst van gm-variant Youming 86 verschilt niet significant van gewone rijst.

Verder is het opvallend dat boeren die gm-rijst telen minder pesticide-gerelateerde gezondheidsklachten hebben. Boeren die alleen gm-rijst telen, meldden geen pesticide-klachten. Gezinnen die zowel gewone als gm-rijst verbouwen hadden in 8 (2002) en 11 procent (2003) van gevallen klachten. Van boeren die alleen gewone rijst verbouwen had 8 en 3 procent last van pesticidengebruik.

De onderzoekers stellen dat op basis van zelfrapportage van de boeren, niet op basis van medische verklaringen. Aan de boeren werd gevraagd of ze na het spuiten last hadden van onder meer hoofdpijn, misselijkheid en huidirritatie. Als de betrokkene dit beaamde en daarnaast stappen had ondernomen om de symptomen te verhelpen, zoals naar de dokter gaan, dan telde het mee als ziek door pesticidegebruik.

Het verminderen van pesticidengebruik is ook een van de drijfveren achter recent in Nature gepubliceerd onderzoek. Twee weken geleden maakte daar een internationaal team van wetenschappers het genoom bekend van de schimmel Magnaporthe grisea, een belangrijke pestsoort van rijst. De schimmel bezit zo’n 11.000 genen, het is daarmee de eerste plantenziekteverwekker waarvan alle genetische informatie bekend is.

Een aanknopingspunt voor de bestrijding van de ziekteverwekker zijn nieuw beschreven receptoren en eiwitten. De schimmel herkent de rijstplant via een specifieke soort G-eiwit-gekoppelde receptoren en via cysteïne-rijke eiwitten. Wellicht zouden rijstplanten zodanig genetisch aangepast kunnen worden dat ze slechter ‘zichtbaar’ zijn voor de schimmel. Dit zou het gebruik van zware schimmelwerende middelen, die vaak nadelige gevolgen voor de gezondheid hebben, kunnen beperken.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 07 mei 2005
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.