Op 5 juli vond er een veldslag plaats in Urumqi, de hoofdstad van de Chinese provincie Xinjiang. Twee etnische groepen, de Oeigoeren en de Han-Chinezen stonden tegenover elkaar. Politie en leger werden massaal ingezet om de etnische onlusten de kop in te drukken. Meer dan 150 mensen vonden de dood.
Deze hevige etnische onlusten zorgen ervoor dat de onafhankelijkheidsstrijd van de Oeigoeren uitgebreid in het nieuws is. Opvallend is dat de aanleiding voor de rellen uit de andere kant van China komt: uit de provincie Guangdong. Daar vielen twee doden tijdens een vechtpartij tussen werknemers van een speelgoedfabriek. Waarschijnlijk is deze vechtpartij de aanleiding tot het uit de hand gelopen protest van zondag.

Arbeidsmigratie
Hoe kan een ruzie in een fabriek aan de andere kant van China nou zorgen voor etnische spanningen duizenden kilometers verderop? Wie Fabrieksmeisjes van Leslie Chang heeft gelezen, weet het antwoord. Chang, journaliste bij de Wall Street Journal, heeft drie jaar lang de belevenissen van twee vrouwen gevolgd die vanuit hun geboortedorp naar een grote industriestad in Guangdong zijn getrokken. De migratie van deze twee jonge vrouwen, Min en Chumming, is kenmerkend voor het huidige China: het land kent meer dan 130 miljoen arbeidsmigranten. In de stad waar Changs twee hoofdpersonen werken, wonen 1,7 autochtonen en 7 miljoen migranten.
China is dus een migratieland. Maar deze massale migratie heeft er niet voor gezorgd dat de arbeidsmigranten hun identiteit verliezen wanneer zij in een andere stad gaan wonen. Honderden kilometers van huis blijft deze identiteit van groot belang, zo blijkt uit Changs beschrijving van de Yue Yuen-fabriek.

Etnische verdeeldheid in de schoenenfabriek
De Yue Yuen-fabriek is een enorme schoenenfabriek met maar liefst zeventigduizend werknemers. Door alle voorzieningen binnen de fabrieksmuren is de fabriek te vergelijken met een kleine stad. Er worden onder andere schoenen gemaakt voor Nike, Adidas en Reebok. Werknemers uit verschillende provincies integreren niet met elkaar maar blijven sterk verdeeld. De provinciegenoten blijven bij elkaar en onderscheiden zich onder andere door hun dialect. Chang vindt dat het bedrijf vooroordelen niet tegengaat: een chef die een bepaalde provincie niet aanstaat kan er voor zorgen dat werknemers met de verkeerde achtergrond niet worden aangenomen. Ook de criminele bendes die binnen de fabriek actief zijn, hebben zich naar afkomst georganiseerd. In het leven in de fabriekssteden speelt etnische afkomst een essentiële rol.
Een vechtpartij in een soortgelijke fabriek is dus de aanleiding geweest voor ernstige etnische onlusten meer dan 3000 kilometer verderop. De verbondenheid over zo’n enorme afstand is ontstaan door de massale arbeidsmigratie naar de oostelijke industriesteden. In die nieuwe steden blijft afkomst en etniciteit een centrale rol spelen. Voor een fabriek mag het dan handig zijn om zijn werknemers volgens etniciteit te verdelen, voor de nationale eenheid in China is dat een stuk minder gunstig.
Lees ook:
- Made in China (Kennislinkartikel)
- Chinezen kiezen in een conflict anders dan Nederlanders (Kennislink)
- Geweld in Xinjiang (BBC)
- Oeigoeren voelen zich bezet (Volkskrant)
- Oeigoeren getergd door China (Wereldomroep)