Nederland zal zich moeten voorbereiden op andere tijden. Door klimaatverandering wordt in Noord-Europa lokaal extra regenval voorspeld, vooral in de winter. Als afvoersysteem van de Alpen zal de Rijn hierdoor meer water te verwerken krijgen. Ook de Maas zal als ‘regenrivier’ miljoenen extra kubieke meters water moeten afvoeren. Omdat – ook door klimaatverandering – de zeespiegel hoger komt te staan, krijgen rivieren het moeilijker het water te ‘dumpen’ in de Noordzee. Het is daarom noodzakelijk de rivieren op bepaalde locaties te verbreden en dus ‘gecontroleerd’ te laten overstromen.

Overstromingen door eb en vloed
Eén van deze overstromingsgebieden is de Overdiepse polder in Noord-Brabant. Vroeger moesten de boeren met een pontje het Oude Maasje oversteken naar de polder, waar het vee stond. Door eb en vloed, dat ver landinwaarts nog merkbaar was, waren de boeren gewend dat het weiland enkele keren per jaar overstroomde. Pas een halve eeuw geleden, door het wegvallen van de getijdenwerking als gevolg van de Deltawerken, zijn in de Overdiepse polder boerderijen gebouwd. Deze gebouwen worden nu afgebroken en opnieuw opgebouwd op opgehoogd land: moderne terpen dus! De terpen bestaan uit een kern van thermisch gereinigde grond met daarbovenop drie meter gewone grond. Aan alle kanten worden de terpen afgedekt met klei, om ze ‘waterdicht’ te maken.

Benedenstrooms ingrijpen met bovenstrooms effect
Het lijkt misschien niet logisch, maar als een rivier benedenstrooms wordt verbreed (dus dichter bij de monding, in dit geval de Noordzee), is het effect vooral bovenstrooms merkbaar. Rivier-ingenieur Erik Mosselman van kennisinstituut Deltares legt uit: “Dat komt doordat verbreding van de rivier – al is het maar tijdelijk – leidt tot een lagere waterstand die vele kilometers stroomopwaarts doorwerkt. Het idee bij de Overdiepse polder is dat het overtollig water uit de Bergsche Maas in de polder kan stromen en zodoende het oostelijk gelegen Den Bosch droge voeten houdt”. De acht terpen die hier nu gebouwd worden, steken zes meter boven het omringende landschap uit en hebben (per terp) een oppervlakte van ruim twee hectare. Om de waterafvoer te versnellen, wordt de dijk met de Bergsche Maas enkele meters verlaagd.

Steden zijn de bottleneck
Ons land is kwetsbaar; meer dan 50 procent van de Nederlanders leeft onder zeeniveau. Een groot deel van ons land ligt onder de zeespiegel, waarvan veel verstedelijkt gebied, wat de infrastructuur extra kwetsbaar maakt. De overstromingen van riviergebieden in 1993 en 1995 waren de figuurlijke en letterlijke druppel die de emmer deed overlopen. “We moeten Nederland voorbereiden voor een extra invoer van water via de Rijn bij Lobith en via de Maas”, licht riviertakmanager Hans Brouwer van het projectbureau Ruimte voor de Rivier toe. Voor de Rijn gaat het om een toename van 15.000 m3/s op dit moment naar 16.000 m3/s in 2015. Voor de Maas gaat het om een toename van 3.650 m3/s naar 3.800 m3/s in 2015.

In 2100 moet, in reactie op nieuwe scenario’s voor klimaatverandering, nóg een stap gezet zijn. Dan moeten volgens het Deltaprogramma Rivieren de Rijn en alle Rijntakken (Waal, Lek en IJssel) 18.000 m3/s en de Maas 4600 m3/s kunnen verwerken. De 35 projecten die in het programma Ruimte voor de Rivier worden gerealiseerd, liggen in Gelderland, Utrecht en Overijssel, vooral in landelijk gebied. Nijmegen vormt daarop een uitzondering. Door een zijgeul voor de Waal te graven, kan de rivier meer water verwerken. Brouwer: “Door het maken van de zijgeul ontstaat er een ‘stadseiland’ in de rivier. Hierdoor betrek je de rivier ook meer bij de stad.”

Industriële revolutie
De gedachte de rivier meer ruimte te gunnen en weer buiten zijn oevers te laten treden, is niet van gisteren. Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw, met de opkomst van de milieubeweging, zette men al vraagtekens bij de trend om dynamische rivieren te kanaliseren. “Ingenieurs waren vanaf 1850 bezig om rivieren te ‘normaliseren’”, vertelt historicus Alex van Heezik, die over dit onderwerp meerdere publicaties op zijn naam heeft staan. “Ze deden dit voor de scheepvaart en ter voorkoming van overstromingen.”

Dammen, dijken en waterkeringen
Van Heezik: “Dankzij de industriële revolutie was technisch gezien alles mogelijk. Met dammen, dijken en waterkeringen ging men de strijd aan met de rivier. Onder druk van de milieubeweging ontstond steeds meer twijfel over de juistheid van deze aanpak. Misschien was het beter om de rivieren gecontroleerd te laten overstromen, zoals de strategie in de periode voor 1850 was geweest. Na de bijna-rampen van de jaren negentig wordt deze klassieke rivierenaanpak weer nieuw leven ingeblazen. Op dit moment worden enkele van deze ideeën in praktijk gebracht.”

Bronnen en meer lezen:
- Excursie naar de Overdiepse polder, 7 juni 2012
- Alex van Heezik, Deltaprogramma Oude Stijl.
- Alex van Heezik, Strijd om de rivieren. Ministerie van Verkeer & Waterstaat, 2007 (Proefschrift en gepopulariseerde uitgave)