Je leest:

Bloed waarop je kan rekenen

Bloed waarop je kan rekenen

Auteur: | 7 juli 2011

De fontein van de eeuwige jeugd bestaat echt, in de vorm van de stamcel. Een goede bloedstamcel baart miljoenen nieuwe, gezonde rode en witte bloedcellen. Maar momenteel is het niet makkelijk om een goede bloedstamcel van een slechte te onderscheiden. Daar begint echter verandering in te komen: het is Canadese wetenschappers gelukt om van een groepje stamcellen snel te bepalen welke goed zijn voor nieuw bloed, en welke niet.

John Dick ontdekte de rol van stamcellen bij leukemie en was een van de eerste wetenschappers die stamcellen gebruikte om bloedziektes bij muizen te genezen.
University of Toronto

Dat schrijven stamcelpionier John Dick en zijn collega’s vandaag in het blad Science.

Stamcellen zijn lichaamscellen die nog in elk ander soort cel kunnen veranderen. Als het iemand dus moeilijk lukt om zelf nieuwe cellen te maken – een typisch verschijnsel van ouderdom of ziekte – kan een stamceltherapie in theorie uitkomst bieden.

In theorie, want wetenschappers hebben de fontein van de eeuwige jeugd nog niet weten te beteugelen. Stamcellen zijn nou niet bepaald makkelijk te manipuleren, en als het al lukt zijn de resultaten vaak maar van korte duur.

Een groep aandoeningen waarvan wetenschappers verwachten dat stamceltherapie op korte termijn soelaas zal kunnen bieden, zijn bloedziekten waarbij het lichaam zelf niet genoeg gezonde bloedcellen aanmaakt.

Juist omdat bloedstamcellen een van de best bereikbare stamcellen zijn voor onderzoekers, denken de meeste wetenschappers dat ze over een paar jaar een werkende therapie hebben klaarliggen. Maar er is een drempel: tot dusver lukt het maar niet om bloedstamcellen te kweken die patiënten langdurig van gezonde nieuwe bloedcellen kunnen voorzien.

Je lichaam heeft zo’n 200 miljoen nieuwe rode bloedcellen per seconde nodig. Mensen waarbij dat niet lukt, worden vaak ziek. Stamceltherapie kan dan helpen.

Om de therapie dichter bij de werkelijkheid te krijgen, wil hoofdonderzoeker John Dick vooral beter begrijpen welk soort bloedstamcellen goed zijn in het aanmaken van andere bloedcellen. Bij muizen snappen wetenschappers dat al aardig, maar bij mensen nog niet.

Uiteindelijk is het John Dick en zijn team gelukt om een mix aan stamcellen te kweken waarvan minstens 1 op de 10 cellen maandenlang gezonde bloedcellen blijft aanmaken. Dat is een hele verbetering ten opzichte van het vorige record, toen het slechts lukte om 1 op de 50 bloedstamcellen maandenlang bloedcellen te laten produceren.

Dat is nog altijd geen wonder waar je bloedpatiënten van nu direct mee kunt helpen, maar de stap is een enorme verbetering. Dick schrijft dat het nu nog makkelijker wordt om te beslissen wat een goede stamcel voor bloedcellen zal zijn. Hopelijk leidt dat gauw tot de dag dat onderzoekers precies weten wat je moet doen om grote hoeveelheden gezonde bloedcellen uit stamcellen te kunnen kweken, zodat een tekort nooit meer het probleem zal zijn.

Stamcellen vormen in het beenmerg. Op het plaatje rechts zie je rijpe stamcellen.

De wetenschappers wisten de goede menselijke stamcellen beter te herkennen door ze in eerste instantie te injecteren in muizen, waarvan de afweer was uitgeschakeld. Omdat de muizen geen afweer hadden, konden de menselijke bloedstamcellen ongestoord hun werk doen. Nu moest echter nog vastgesteld worden of ze dat ook langdurig konden doen.

John Dick wachtte daartoe twintig weken en nam vervolgens de in de muizen overgebleven stamcellen onder de loep, in de hoop een typerend kenmerk te vinden. Naar aanleiding van eerder muizenonderzoek zocht hij naar kenmerken van stamcellen, die bij de muizenstamcellen eveneens tot langdurig nieuwe bloedcellen lijken te leiden.

Hij vond daarbij het eiwit CD49f, dat aan het oppervlak van de stamcellen zit. Dit eiwit blijkt het meest bepalend te zijn voor het kweken van gezonde bloedstamcellen die op hun beurt weer in staat bleken langdurig nieuwe bloedcellen van elke soort aan te maken.

Telkens wanneer Dick zijn stamcellen indeelde op dit eiwit, waren de verschillen het grootst. In de beste groep, dus met CD49f, lukte het bij 1 op de 10 stamcellen om maandenlang rode bloedcellen te maken. In de slechtste groep – zonder CD49f en andere kenmerken – was dat slechts 1 op de 100.

Meer over stamceltherapie

Dit artikel is een publicatie van Ditisbiotechnologie.nl.
© Ditisbiotechnologie.nl, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 07 juli 2011
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.