Je leest:

Blaasklachten na een nieuwe nier

Blaasklachten na een nieuwe nier

Een groot deel van de kinderen en volwassenen krijgen na een niertransplantatie last van hun blaas. Omdat veel klachten goed te behandelen zijn, en controle voor en na de transplantatie eenvoudig is, pleit de Nijmeegse promovenda Van der Weide ervoor om op deze manier de levensduur van de getransplanteerde nier te verlengen.

Bijna alle kinderen en een groot deel van de volwassenen die een niertransplantatie hebben ondergaan, hebben blaasklachten. Dit blijkt uit het proefschrift van Marian van der Weide, als onderzoeker verbonden aan het UMC St Radboud. Zij promoveert op 22 mei.

Van der Weide onderzocht het functioneren van de blaas bij 30 kinderen en 115 volwassenen die in het UMC St Radboud een niertransplantatie hadden ondergaan. Bijna alle kinderen en tweederde van de volwassenen blijken aan één of meerdere blaasproblemen te lijden. Veel voorkomende problemen bij kinderen zijn een te grote blaas, moeite met uitplassen, blaasontstekingen en bedplassen. De volwassenen moeten zowel overdag als ’s nachts erg vaak plassen, hebben problemen met het uitplassen en hebben vaak last van blaasontstekingen. Een kwart van de volwassenen heeft een te grote blaas en een kwart juist een kleine blaas.

Regelmatige controle voor en na de niertransplantatie is eenvoudig te doen, en helpt blaasproblemen aan te pakken.

Veel van de klachten zijn goed te behandelen met blaastraining, een eenvoudige niet-belastende therapie. Vroegtijdige signalering en behandeling zijn belangrijk, omdat blaasproblemen de kwaliteit van leven van de patiënt verminderen en mogelijk de levensduur van de getransplanteerde nier beïnvloeden. De promovenda pleit er daarom voor om de blaas regelmatig te controleren, zowel voor als na transplantatie. Dit wordt momenteel niet standaard gedaan, terwijl het eenvoudig te doen is. Gezien het tekort aan donornieren stelt Van der Weide dat het erg belangrijk is om alle mogelijkheden te benutten om de levensduur van getransplanteerde nieren te verlengen.

Dit artikel is een publicatie van Radboud Universiteit Nijmegen.
© Radboud Universiteit Nijmegen, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 18 mei 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.