
Ons gezichtsvermogen is voor een belangrijk deel afhankelijk van het hoornvlies, een dun transparant laagje dat de oppervlakte van het oog bedekt. Het hoornvlies breekt binnenkomend licht om beelden scherp op het netvlies te krijgen. Helaas is het dunne laagje erg kwetsbaar en raakt het snel beschadigd door bijvoorbeeld verwonding of een infectie. Zo’n beschadiging op het hoornvlies zorgt voor vertroebeling. Daardoor neemt het gezichtsvermogen af en kunnen mensen zelfs helemaal blind worden.
Collageen
Het beschadigde hoornvlies herstellen is een onmogelijke opgave. Patiënten met oogproblemen zijn dan ook aangewezen op donorweefsel. Maar er is een groot tekort aan geschikte donor hoornvliezen. Bovendien bestaat het risico dat de patiënt het donorweefsel afstoot of dat ziekten van de donor naar de ontvanger worden overgedragen. Met een kunstmatige prothese heb je die problemen niet. Maar de protheses die tot nu toe ontwikkeld werden, zijn nog verre van perfect. Vaak treden er na implantatie nare bijwerkingen op.

Een team van Canadese wetenschappers begon ruim tien jaar geleden met het zoeken naar een tussenoplossing: het biosynthetische hoornvlies. Zij maakten een synthetische mal en vulden die vervolgens met collageen, een eiwit dat ook een belangrijk bestanddeel is van een origineel hoornvlies. Na uitgebreide laboratoriumtests gingen de Canadezen een samenwerking aan met Zweedse oogartsen om de werking van het biosynthetische hoornvlies te bekijken bij menselijke patiënten. De resultaten van dat onderzoek verschenen deze week in Science Translational Medicine.
Beter zien
De Zweden verwijderden bij tien patiënten de zieke delen van het originele hoornvlies en implanteerden daarna het biosynthetische exemplaar. Met succes. De patiënten stootten het nieuwe hoornvlies niet af en hoefden daardoor slechts enkele weken afweeronderdrukkende medicijnen te slikken. Ook van infecties of bijwerkingen hadden zij nauwelijks last.
Om het langetermijneffect van de operatie in kaart te brengen, volgden de wetenschappers hun proefpersonen nog twee jaar. In die tijd groeiden cellen en zenuwen vanuit het gezonde hoornvlies naar het implantaat en kwam bij de meeste patiënten de traanproductie weer goed op gang. Die veranderingen leidden ertoe dat zes van hen uiteindelijk beter konden zien dan voor de operatie. Daarmee geeft het biosynthetische hoornvlies ongeveer hetzelfde resultaat als donorweefsel.
Het biosynthetische hoornvlies lijkt dus een goed alternatief voor donorweefsel, maar helemaal tevreden zijn de Canadese wetenschappers nog niet. Zij willen hun implantaat nog verder verbeteren en het daarna testen bij verschillende proefpersonen met een breed scala aan oogziekten. Want hoe meer patiënten met oogproblemen uiteindelijk gebruik kunnen maken van het biosynthetische hoornvlies, hoe beter.
Bron
Per Fagerholm e.a. A biosynthetic alternative to human donor tissue for inducing corneal regeneration: 24-month follow-up of a phase 1 clinical study Science Translational Medicine 2:46 (1-9)
Zie ook
Meer met minder (AMC Magazine) Lenzen onder de loep (Cicero)