Madagaskar is een ‘hot spot’ voor biodiversiteit. Dit betekent dat het eiland behoort tot het kleine stukje aardoppervlak waarop 50% van alle plantensoorten en maar liefst 82% van alle gewervelde diersoorten voorkomt. Veel soorten op Madagaskar zijn endemisch. Dit wil zeggen dat zij nergens anders ter wereld te vinden zijn. Op dit moment heeft 6,3% van de oppervlakte van het eiland de status nationaal park. De overheid wil dit gebied voor 2012 verdrievoudigen. Het plannen van zo’n uitbreiding is nodig om zoveel mogelijk soorten te kunnen beschermen.
6,3% van de oppervlakte van het eiland Madagaskar is beschermd gebied. Over het gehele eiland is er een hoge biodiversiteit en er leven veel endemische soorten.
De onderzoekers maakten een analyse van zes taxonomische groepen; mieren, vlinders, kikkers, gekko’s, lemuren en planten. In totaal keken zij naar de verspreiding van 2315 verschillende soorten over het gehele eiland. Soorten die tussen 1950 en 2000 een groot gedeelte van hun leefgebied zijn kwijtgeraakt, zijn extra gevoelig voor uitsterven en kregen in het model dus een hoge prioriteit. Op die manier hoopten de onderzoekers te bereiken dat geen enkele soort helemaal van Madagaskar zou verdwijnen.
Bescherming leidt tot uitsterven
Om dit te controleren vergeleken zij hun nieuwe aanpak met het oude model, waarin vaak de nadruk werd gelegd op de bescherming van één bedreigde groep of zelfs één soort. Wanneer de locaties van beschermde gebieden bepaald worden naar aanleiding van de analyse van één bepaalde groep, heeft dit duidelijke consequenties voor andere groepen. 28% van de soorten uit deze andere groepen verdwijnen door ‘beschermingsmaatregelen’ compleet. Het gaat hier vooral om de soorten die toch al gevoelig zijn voor uitsterven.
De Indri indri lemur is de grootste lemurensoort ter wereld. Met de nieuwe methode van natuurbescherming kunnen zulke bijzondere dieren makkelijker behouden blijven. Bron: Science
Door een analyse te maken van zes taxonomische groepen, hebben de onderzoekers dat probleem weten te ondervangen. Maar 2315 soorten tegelijkertijd willen beschermen heeft ook nadelen. Zo is elke afzonderlijke groep nu minder goed beschermd dan met het oude model, waarbij een gebied speciaal op die groep werd geselecteerd. Claire Kremen, hoofd van het onderzoek, vindt echter dat dit maar een kleine achteruitgang is wanneer je bedenkt dat honderden soorten op deze manier behouden blijven.
Meer gebieden aan het nieuwe model
In de komende jaren moet de overheid van Madagaskar zich vooral richten op het uitbreiden van de nationale parken die er nu al zijn. Maar met het nieuwe model zijn ook twee regio’s gevonden die nog niet beschermd zijn, terwijl er wel veel bedreigde endemische soorten voorkomen. Het gaat hier om gebieden waar weinig groei van bos is. Deze gebieden zijn volgens de onderzoekers altijd genegeerd om grote stukken bos beter te kunnen beschermen.
Gebieden met weinig bos zijn volgens de onderzoekers altijd achter gesteld in natuurbescherming. Terwijl in deze gebieden toch veel unieke soorten voorkomen, hadden de beboste gebieden de hoogste prioriteit.
Veel meer gebieden met een hoge biodiversiteit zouden een grootschalige analyse met behulp van het nieuwe model uit moeten voeren. Vooral omdat de locatie van de huidige beschermde gebieden vaak gebaseerd is op de analyse van één taxonomische groep, is de kans groot dat er in deze gebieden nog steeds vele soorten onnodig verloren gaan.
Zie ook:
- Soortbescherming: het betere startpunt voor natuurbescherming
- Biodiversiteit in een veranderende wereld
- Dag vogels, dag vissen (Kennislinkartikel van Intermediair)
- Biodiversiteit van regenbossen