Tip 1: Maak je ijshockeystick sterker en lichter

Een sport als ijshockey draait om kracht en snelheid. Goed materiaal is daarbij essentieel. Nanotechnologie kan hierbij een handje helpen. Een ijshockeystick bestaat vandaag de dag uit composiet – een materiaal dat is opgebouwd uit verschillende componenten. Meestal zit hier koolstofvezel bij, wat zorgt voor stevigheid en flexibiliteit. Maar je zou die vezels kunnen vervangen door koolstofnanobuisjes. Deze opgerolde laagjes koolstofatomen maken een stick sterker, lichter én uniformer waardoor je meer controle over je bewegingen krijgt.
Dit is overigens niet echt een origineel idee. Momenteel vind je al nanodeeltjes in tennisrackets van Wilson of Babolat. Maar het kan ook anders, zo laat het bedrijf Busch zien. Busch is bezig om ijshockeysticks van koolstof en glasvezel te produceren waar een door nanotechnologie gemaakte hars in geïnjecteerd kan worden. Hiermee kan voor iedere ijshockeyer een stick met persoonlijke voorkeuren voor flexibliteit en vorm gemaakt worden. Met zo’n stick ben je echt onverslaanbaar.
Tip 2: Plakband voor meer grip

De concurrenten van Sven Kramer kijken tandenknarsend toe hoe hij keer op keer onverslaanbaar blijkt. Ze zouden er maar wat graag voor willen zorgen dat zijn schaatsen een stuk minder goed zouden glijden. Aan de andere kant zijn bobsleeërs juist op zoek naar méér grip tijdens het afzetten. Voor beide doeleinden biedt nanotechnologie uitkomst: gekko-tape, het sterkste plakband denkbaar.
Gekko-tape is plakband dat is geïnspireerd op de voeten van de gekko, de ‘Spiderman’ onder de dieren. Hij kan aan muren en plafonds blijven hangen, dankzij de haren onder zijn voeten. Miljoenen kleine haartjes die op hun beurt opsplitsen in 200 nanometer dunne sprietjes worden dankzij vanderwaalskrachten door het oppervlak aangetrokken. Dit intrigeert wetenschappers al jaren. Met koolstofnanobuisjes proberen ze de minuscule haartjes na te maken. Tot nu toe zijn de stukjes kunstmatige gekko-tape nog klein, maar wie weet moet Sven Kramer zich binnenkort zorgen gaan maken.
Tip 3: Maak je kleding intelligent

Als Olympiër wil je je volledig kunnen concentreren op je prestatie. In de toekomst kan je kleding dat makkelijker maken. Nanodeeltjes in je pak kunnen ervoor zorgen dat je lichaamstemperatuur hetzelfde blijft – wel zo fijn bovenop die koude berg – en houden je hartslag en ademhaling in de gaten: intelligente kleding dus. Bijkomstig nadeel zou kunnen zijn dat de organisatie deze gegevens ook wil inzien. En dan ben je de pineut als jouw van nature hoge hartslag opgevat wordt als gevolg van doping.
Dit is nu nog toekomstmuziek, maar nanodeeltjes in kleding stoppen is niet nieuw meer. Alleen gaat het er tegenwoordig om kleding vuil-, kou- of waterafstotend te maken. Zoals bijvoorbeeld het product NanoSphere of het vloeibare glas van Nanopool. Je gaat er misschien niet beter van presteren, maar áls je dan wint sta je in ieder geval in een schoon pak op de foto.
Tip 4: Gebruik de ideale bril

Met de huidige sportbrillen is op zich niets mis. Maar als je een Olympische medaille wilt halen, dan moet alles kloppen. Ook je bril. Met nanotechnologie creëer je de ideale bril. Zo kun je je briloppervlak bijvoorbeeld besproeien met een vloeistof gevuld met nanodeeltjes waardoor een dun onzichtbaar laagje op je bril ligt dat water en vuildeeltjes afstoot. Tijdens een supersnelle afdaling pik je nog wel eens wat vuil op, maar daar heb je met zo’n laagje geen last meer van.
Je kunt nog een stap verder gaan. Nanobuisjes kunnen als led in je briloppervlak verwerkt worden en zo een beeldscherm creëren. Dan kun je in één oogopslag de tijd en snelheid van jezelf of je concurrent zien. Je kunt zelfs je hartslag en lichaamstemperatuur in de gaten houden. En je coach kan eenvoudig de laatste strategiewijzigingen aan je doorgeven.
Tip 5: Met extra snelheid door de sneeuw

Het kan altijd sneller. Nieuwe technieken leiden vaak tot betere tijden. Denk maar aan de klapschaats in de schaatssport. Nanotechnologie kan ook zijn steentje bijdragen. Het toevoegen van koolstofnanobuisjes aan je snowboard of ski levert je bijvoorbeeld drie voordelen op. Eén: de wrijving wordt minder, dus je glijdt sneller over de sneeuw. Twee: de stijfheid wordt groter, waardoor je stabieler staat bij hoge snelheden. En drie: je hebt geen wax meer nodig om je materiaal schoon te maken.
Misschien zijn er al Olympiërs die in Vancouver met nanotechnologie de berg af zoeven. Snowboardfabrikant Nitro heeft namelijk al snowboards ontworpen waar nanodeeltjes in verwerkt zijn. Het kan wel een nadelig effect voor de toeschouwer opleveren. Als de ski’s perfect zijn, zullen spectaculaire valpartijen misschien tot het verleden behoren.
Tip 6: Eet beter voedsel

Voedsel is de bron van energie voor iedere sporter. Met behulp van nanotechnologie kun je deze bron nog een tikkeltje rijker maken. Net als wetenschappers met medicijnen bezig zijn om ze met nanodeeltjes naar de goede plek in het lichaam te bezorgen, zo moet dat ook ooit lukken met vitaminen, anti-oxidanten en andere nuttige elementen uit je voedsel. De stoffen zijn prima oplosbaar in water, dus wellicht komt er een nieuwe generatie sportdrank.
Maar in de barre kou boven op de berg wil je ook dat je voedsel vers en houdbaar blijft. Nanotechnologie biedt perspectieven voor betere verpakkingen. Fabrikanten als Bayer Polymers en Honeywell Aegis ontwikkelen momenteel materialen die met nanodeeltjes je voedsel en vruchtensappen verser houden. Een vitamientje meer kan nét dat verschil maken tussen een goede sprong en een onovertroffen sprong.
Tip 7: Gebruik nanodoping

Het blijft onvermijdelijk, doping in sport. Sporters zullen altijd op zoek blijven gaan naar ‘verboden’ middelen die hun sportprestatie kunstmatig kunnen verhogen. Nanotechnologie zou best eens de nieuwe generatie EPO kunnen leveren. Het Taiwanese bedrijf AIPN maakt bijvoorbeeld nanodeeltjes van ijzersucrose. En net zoals bij de meeste soorten doping is deze stof in eerste instantie bedoeld als medicijn. Het is een goedkoop alternatief voor mensen met bloedarmoede.
Sporters kunnen het spul echter gebruiken om, vergeleken met EPO, nog meer zuurstof in hun bloed te kunnen opnemen. Bovendien is volgens een werknemer van AIPN het middel absoluut niet aan te tonen. Dat zou de Olympische Spelen wel eens drastisch kunnen veranderen. Stel dat het Internationaal Olympisch Commité (IOC) besluit om nanodoping vrij te geven, omdat het niet te controleren valt? Is er dan nog wel sprake van sport?
Tip 8: Herstel sneller van blessures

Schaatsen of skiën zijn gevaarlijke sporten, waar je nogal eens wat breekt. Herstellen van zo’n blessure kan lang duren. Vaak té lang, weet bijvoorbeeld Marianne Timmer. Met nanotechnologie zou je echter binnen de kortste keren weer in competitie kunnen zijn. Door nanomaterialen te implanteren in botbreuken kunnen ze beter herstellen. Vier keer sneller dan normaal, beweren sommige wetenschappers.
Maar ook voor botslijtage kan nanotechnologie nuttig zijn. Zeer recent presenteerden wetenschappers een nanomateriaal waarmee je kraakbeen op een natuurlijke manier kan laten groeien. Dit biedt ook uitkomst voor als je een ongelukkige val maakt tijdens een ski-afdaling en je kraakbeen loskomt van je knie. Dat veroorzaakt hevige pijn waarbij het kraakbeenweefsel zich normaal gesproken niet herstelt. Met nieuwe nanomaterialen kan dat wel en zou je gauw weer bovenaan de piste kunnen staan. Als je dan nog durft tenminste.
Met medewerking van de vakgroep filosofie van de Universiteit Twente