Je leest:

Beleggerstip: koop VOC aandelen!

Beleggerstip: koop VOC aandelen!

Auteur: | 14 november 2007

Beroemd om haar succesvolle overzeese handel in specerijen, ontbreekt de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in geen enkel Nederlands geschiedenisboek. Wat bijzonder interessant is, is hoe de VOC gefinancierd werd, namelijk via de uitgifte van aandelen. Het VOC aandeel was het eerste waardepapier dat op grote schaal verhandeld werd, teneinde aan het benodigde kapitaal te komen. Economisch historicus dr. Oscar Gelderblom geeft aan dat juist de opkomst van een dergelijke markt in aandelen het vernieuwende was van de VOC.

Een wezenlijke ‘speler’ in het economische succesverhaal van de Gouden Eeuw was de VOC. Ook tegenwoordig wordt dit succes nog graag aangehaald. Zo kwam Minister-president Balkenende in 2006 met de omstreden uitspraak dat we terug moeten naar de VOC-mentaliteit: samen over grenzen heen kijken. Hoewel inderdaad omstreden om haar uitbuiting van inheemse bevolking en lage lonen aan haar eigen personeel, was de VOC een uiterst succesvol Nederlands handelsbedrijf. Ze was de eerste echte multinational ter wereld.

Eveneens wordt de VOC gezien als het eerste bedrijf dat aandelen uitgaf, teneinde de expedities te kunnen bekostigen. Economisch historicus Oscar Gelderblom geeft aan wat het vernieuwende was van deze aandelen: “Het was voor de eerste keer dat een handelscompagnie aandelen uitgaf die vervolgens op grote schaal verhandeld werden. Eerder (13-15e eeuw) was er al wel een levendige handel in schuldpapier van stadstaten als Genua en Venetië maar voor een ‘gewoon’ bedrijf was dit de allereerste keer”.

Waarom een VOC?

Al vanaf 1498 voeren Europeanen naar het Verre Oosten om handel te drijven in specerijen. Tot 1595 was deze lucratieve business volledig in handen van Portugal, dat als enige land vaarroutes kende. Toen in 1592 Jan Huygen van Linschoten terugkwam uit het Verre Oosten, had men ook in de Nederlandse Republiek voldoende kennis vergaard om een expeditie uit te rusten. In 1595 vertrok Cornelis de Houtman als koopman van de Compagnie van Verre voor de eerste tocht. Toen twee jaar later drie van de vier schepen behouden en volbeladen met zeer winstgevende specerijen terugkeerden, drongen de mogelijkheden van dergelijke expedities goed door. Voordat de VOC in 1602 werd opgericht bestonden er dan ook al 12 compagnieën die zich bezighielden met handel met Indië.

Je kunt je voorstellen dat hier sprake was van hevige onderlinge concurrentie tussen de compagnieën.Dit was niet naar wens van de staatsman Johan van Oldenbarnevelt, die inzag dat de Nederlandse handel op deze manier niet op kon tegen die van Portugal en Engeland. Daarom spoorde hij de Staten-Generale aan om net als in Engeland was gebeurd een verenigde compagnie op te richten, bestuurd vanuit Amsterdam, waar alle bestaande compagnieën in opgingen. De VOC was geboren.

Eén van de VOC schepen die op Azië voeren, in dit geval op Batavia. De replica is te bezichtigen op de Bataviawerf te Lelystad.

Er was geld nodig om geld te verdienen

Gelderblom toont in zijn analyse (die hij samen met zijn dr. Joost Jonker uitvoerde) aan dat de expedities naar Azië de vraag naar kapitaal in de Republiek veranderden. De vraag nam sterk toe doordat de kosten van een trip zeer hoog lagen vanwege de grote afstand. Ook veranderde het risico dat je liep door geld te investeren. Vanwege de lange afstand en tijdsduur was er meer kans dat er iets mis zou gaan dan bij voorgaande expedities naar dichterbij gelegen gebieden. Er was zodoende sprake van een hoger risico. Verder nam het opstarten van handelstrajecten soms wel 10 à 15 jaar in beslag, waardoor geld nodig was voor de lange termijn.

Het benodigde kapitaal om het reilen en zeilen van de VOC te bekostigen werd geleverd door de uitgifte van aandelen. Eigenaren van de compagnieën die onderdeel werden van de verenigde compagnie konden deze aandelen kopen. De aandelen hadden, gezien de lange termijn van de projecten, een looptijd van minimaal 10 jaar. Toch werden de aandelen rijkelijk gekocht. Reden hiervoor was dat de expedities de jaren ervoor zo succesvol waren geweest, wat veel vertrouwen in een goede afloop gaf, en dus in veel winst. In z’n totaliteit leverde dit een kapitaal van maar liefst 6,5 miljoen gulden op (in 1602!).

‘Toen de florijn floreerde’, een herinnering aan de Nederlandse gulden. Ontstaan in de 14e eeuw en ook tijdens de glorietijd van de VOC de nationale munteenheid in De Nederlandse Republiek (Bron: collages van de kunstenares Inge Hoetjes, http://www.geocities.com/hoetjes/ ).

Het VOC aandeel als onderpand: iets totaal nieuws

De grootte van het kapitaal dat bijeengebracht werd voor de VOC was fantastisch, maar niet nieuw. Ook bijvoorbeeld de Engelsen brachten veel kapitaal bijeen bij de oprichting van de Engelse Oost-Indische Compagnie in 1600. Wat wél nieuw was, was het standaardgebruik van een VOC aandeel als onderpand voor een lening. Dit was een financieel-technische vernieuwing, zo oordelen Gelderblom en Jonker in hun analyse.

De basis voor de algemene acceptatie van het VOC aandeel als onderpand, lag in het vertrouwen dat men had in een goede afloop van de expedities. Dit vertrouwen was gebaseerd op de gigantische winsten die met eerdere expedities al werden behaald. Men ging hierdoor speculeren op toekomstige winsten. Door deze speculaties steeg de verhandelbaarheid van de aandelen. Volgens Gelderblom en Jonker was dit heel belangrijk. Het maakt het geld liquide (makkelijk inwisselbaar; bij bijv. een huis of grond is dit niet zo) en zodoende ideaal als onderpand. Daarnaast heeft elk VOC aandeel een eigen waarde (bij bijv. sieraden of vis is dit niet zo).

Het gebruik van het VOC aandeel als onderpand leidde vanaf 1603 tot een zogenaamde secundaire markt (markt waarop aandelen onderling verhandeld worden, zonder dat de totale hoeveelheid aandelen toe- of afneemt) voor de waardepapieren van de VOC. Het betrouwbare en liquide VOC aandeel kon als onderpand dienen bij het lenen van geld. Voor degene die het krediet verstrekte was de zekerheid van het onderpand dat de ander bezat –namelijk het VOC aandeel- reden om het krediet eerder te verstrekken dan voorheen. Zodoende nam het aanbod van kapitaal sterk toe. Ook de rente die werd berekend voor leningen kon sterk dalen.

Het logo van de VOC

Wat is de rol van de overheid?

Tegenwoordig geldt de staatsschuld van een (westers) land als de allerveiligste financiële belegging die je kunt doen. Een verhandelbare overheidsschuld is daarmee van groot belang voor de stabiliteit van financiele markten. Daarom wordt door economen (en historici) vaak aangenomen dat ontwikkelingen in de overheidsfinanciën richtinggevend zijn voor de ontwikkeling van financiele markten.

Om aan haar (oorlog-)schulden te voldoen, gaf de overheid in de 17e eeuw staatsobligaties uit. De gangbare mening is dat deze vorm van krediet (obligaties zijn verhandelbaar) de oorzaak was van het ontstaan van een secundaire kapitaalmarkt. Gelderblom en Jonker laten in hun analyse zien dat niet de publiekelijk verhandelde overheidsschulden de oorsprong waren van de opkomst van de secundaire markt, maar de invoering van het VOC aandeel.

Dankzij VOC aandeel kon er veel meer geld geleend worden

Gelderblom geeft aan wat belangrijk is aan de invoering van de VOC aandelen:“Met een VOC aandeel als onderpand kon je veel gemakkelijker geld lenen aan een vreemde; immers, als het geld niet terug kwam, kon je meteen naar de beurs om het aandeel te verkopen – en kreeg je je geld dus toch nog terug”. Door deze vernieuwing op de financiële markt werd het mogelijk dat er veel meer geld geleend kon worden. En de mogelijkheid om geld te lenen was destijds en is ook nu nog zeer belangrijk voor de economische ontwikkeling van een land.

Analyse van Gelderblom en Jonker over de handel in VOC aandelen (PDF-document)

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 14 november 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.