
De aarde krioelt van het leven. Overal om ons heen, maar ook op extreme plekken waar wij mensen niet in groten getale aanwezig zijn. In hete, dorre woestijnen leven bijvoorbeeld woestijnvossen en in de diepste uithoeken van de oceaan schuifelt de Yeti-krab. Waar komt al dat leven vandaan?
Het begon vierenhalf miljard jaar geleden. Ons zonnestelsel is dan net uit de luiers en heeft een helse, gewelddadige tijd achter de rug. Planeten sloegen op elkaar in, sommige smolten samen tot grotere, nieuwe planeten en vielen vervolgens weer uiteen door de inslag van een nóg grotere planeet. Maar intussen heeft elke planeet zijn plekje gevonden en is er rust ontstaan in ons zonnestelsel.
De jonge aarde lijkt in niets op de aarde zoals we hem vandaag kennen. Het is een kale, rotsachtige planeet met water en actieve vulkanen. Er is niets groens in zicht. Bomen bestaan nog niet en rotsen zijn nog niet bedekt met een zachte laag mos. Er zwemmen geen vissen in de zee en in de lucht is geen vogel te bekennen.
En dan gebeurt er iets bijzonders, ergens op onze planeet. Wetenschappers weten nog altijd niet zeker hoe en waar het gebeurde, maar er vormde zich een cel. Het eerste levende wezen op aarde was geboren. Vanuit daar ontstonden nieuwe soorten. De aarde kreeg te maken met verschillende massa-uitsterving, maar ondanks zware tijden ging het leven door.
Doorloop het zelf
Met fossielen, gesteente en DNA reconstrueren wetenschappers de ontwikkeling van het leven op aarde. Maar hoe verder we teruggaan in de tijd, hoe onzekerder de geologische tijdschaal wordt. Toch kunnen we een redelijk goede schatting maken van hoe leven op onze planeet evolueerde. Bekijk hieronder hoe het leven zich ontwikkelde en speculeer mee over waar de evolutie ons verder naartoe brengt.