Je leest:

Beeldmateriaal gebarentaal beschikbaar

Beeldmateriaal gebarentaal beschikbaar

Door Creative Commons licenties is het mogelijk wetenschappelijke informatie op een veilige manier via het internet toegankelijk te maken. Het Corpus Nederlandse Gebarentaal, dat een unieke verzameling videomateriaal omvat, wordt op deze manier voor een grote groep mensen beschikbaar.

Binnenkort zal het Corpus Nederlandse Gebarentaal (NGT), bestaande uit een grote verzameling videomateriaal van de Nederlandse gebarentaal, op het internet beschikbaar worden gesteld. Een bijzondere gebeurtenis, want niet eerder is er in Nederland zo’n grote collectie aan beeldmateriaal van gebarentaal voor het publiek toegankelijk gemaakt. Bovendien is het project een treffend voorbeeld van het effectief gebruik van Creative Commons licenties binnen een wetenschappelijke context.

Gebarentaal was in Nederland tot voor kort een ondergeschoven kindje binnen het wetenschappelijk taalonderzoek. Dit is opmerkelijk omdat zo’n 1,3 miljoen Nederlanders niet in staat zijn alles te kunnen horen. Hieronder vallen niet alleen slechthorenden maar ook mensen die op latere leeftijd geleidelijk of plotseling doof zijn geworden, evenals meervoudige gehandicapten zoals doofblinden. Sommigen van hen zijn louter aangewezen op deze communicatiemethode: voor circa 5.000 mensen is Nederlandse gebarentaal de eerste taal en voor 15.000 mensen de tweede taal.

Voor circa 5.000 mensen is Nederlandse gebarentaal de eerste taal en voor 15.000 mensen de tweede taal.

Open source cultuur

Het Corpus Nederlandse Gebarentaal bouwt voort op de wetenschappelijke uitkomsten van het Cultural Heritage Online project (ECHO), een initiatief van drie Max Planck Instituten in Europa (Rome, Berlijn en Nijmegen) en enkele samenwerkingspartners. In 2003 is tijdens een Europees wetenschappelijk congres in Berlijn de ‘Declaration on open access to knowledge in the sciences and humanities’ ondertekend.

De bedoeling hiervan is om open source cultuur verder te ontwikkelen om zodoende publieke en wetenschappelijk exploitatie van cultureel en wetenschappelijk erfgoed op het internet te bevorderen. Het European Cultural Heritage Online Project geeft invulling aan deze doelstelling met vijf grote pilotprojecten. Een van de deelprojecten betreft taalkundig onderzoek, meer specifiek, onderzoek naar gebarentaal in diverse Europese landen.

Vergelijkend onderzoek

Wetenschappers uit Groot-Brittannië en Zweden verrichtten samen met taalspecialisten van de Universiteit van Nijmegen onderzoek naar de samenstelling van de gebarentaal in deze drie landen. In Nederland was de taalwetenschapper Onno Crasborn een van de onderzoekers die direct betrokken was bij het ECHO-project. Samen met zijn Europese partners en zijn Nijmeegse collega’s zette hij een unieke, publiekelijk toegankelijke, internationale database op voor gebarentaalonderzoek. Deze collectie van videobeelden van gebarentaal is op de website van het Echoproject terug te vinden.

Het bijzondere van de database is dat het om een vergelijkend onderzoek ging tussen de drie landen. De filmpjes zijn naderhand door de wetenschappers geannoteerd en beschreven. Dit houdt in dat er wordt aangegeven welk gebaar met welk woord overeenkomt en waar de klemtoon ligt, hetgeen het Max Planck instituut er toe aangezet heeft speciale softwaretools te ontwikkelen.

In Nederland bestaat er maar een klein aantal scholen waar speciaal onderwijs voor doven aangeboden wordt.

Met de nieuwe technologische inzichten en het feit dat een database voor gebarentaal wel degelijk relevant kan zijn, werd in 2006 besloten om een Corpus gebarentaal voor Nederland op te zetten. Crasborn heeft samen met zijn collega’s van de Radboud Universiteit veel werk moeten verzetten om tachtig uur beeldmateriaal van doven op te nemen. Het lesmateriaal omvat bijna duizend videofragmenten van gesprekken in gebarentaal tussen doven. Deze zijn geannoteerd, vertaald door de wetenschappers en zullen binnenkort op een website te bezichtigen zijn.

Lesmateriaal voor scholen

Het Corpus NGT schept voor diverse partijen nieuwe mogelijkheden. Voor taalwetenschappers en andere wetenschappelijke onderzoekers is het uitermate interessant om de structuren en grammatica van de gebarentaal te onderzoeken en bloot te leggen. De kennis van gebarentaal in Nederland is namelijk aan het afnemen doordat onder andere de technologie van gehoorapparaten enorm verbeterd is in het afgelopen decennium. Door het vastleggen van gebarentaal kan kennis hiervan niet verder verloren gaan.

Daarnaast bestond er voorheen nauwelijks lesmateriaal om gebarentaal te leren. Het corpus kan een bijdrage leveren aan het onderwijs aan universiteiten voor tolken van gebarentaal. Maar ook op het lager onderwijs kan het corpus een grote impact hebben. In Nederland bestaat er maar een klein aantal scholen waar speciaal onderwijs voor doven aangeboden wordt. Het lesmateriaal en de methodes waarmee deze scholen nu werken is beperkt. Ook voor ouders van dove kinderen en voor mensen die op latere leeftijd doof zijn geworden was het vooralsnog niet eenvoudig om gebarentaal te leren.

Het Corpus Nederlands Gebarentaal tracht onder andere dit hiaat op te vullen door de collectie die in het kader van taalwetenschappelijk onderzoek is aangelegd op het internet onder een Creative Commons licentie voor iedereen vrij beschikbaar te maken. Een bewuste keuze, aldus Crasborn, die door artikelen in de krant met Creative Commons in aanraking is gekomen. Op deze manier ziet hij kans het soms privacygevoelige materiaal van zijn mammoetwerk te beschermen.

zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 05 maart 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.