Er is zeker geen tekort aan enthousiasme voor synthetische biologie, de volgende stap van genetische modificatie. Volgens een rapport van onder meer de Gezondheidsraad investeren Nederlandse instituten en universiteiten de komende vijf tot tien jaar in totaal maar liefst zestig miljoen euro in het nieuwe onderzoeksveld. Maar is het eindeloos sleutelen aan organismen wel veilig? Naast zorgen over bioterrorisme is het terecht om je af te vragen of een herontworpen bacterie, die braaf medicijnen voor ons maakt of hout tot biobrandstof herkauwt, kan ontsnappen. En vervolgens het milieu gaat verpesten. Hoe waarschijnlijk is dat?
In theorie kan een vreemde bacterie het milieu wel verknoeien. Maar denk niet aan toestanden waarin houtafbrekende biobrandstofbacteriën ineens hele bossen gaan opvreten. Daar zijn houtwormen toch echt beter in.
Maar een grote invloed hebben ze wel. Dat tonen wetenschappers in onder meer het vakblad Biochemie aan. In veldproeven kwamen ze erachter dat genetisch gemodificeerde bacteriën hun eigen omgeving drastisch kunnen veranderen. Nieuwe, synthetische bacteriën verdringen bijvoorbeeld oude, natuurlijke bacteriën, omdat ze het voedsel voor diens neus wegkapen. En als ze zich daarna voortplanten loopt de boel uit de hand. De genen waarmee de bacterie de omgeving verandert, kunnen zich dan ongecontroleerd verspreiden. De natuurlijke balans in de grond ligt dan overhoop. En een andere grond betekent ander soort planten, of misschien zelfs helemaal geen planten. Dág natuur.
Dit scenario is reden genoeg om daar iets op tegen te hebben. Greenpeace-campagneleider over gentechnologie Herman van Bekkem vindt dat we voorzichtig moeten omgaan met nieuwe technieken als synthetische biologie: “Als mensen bacteriën gaan herontwerpen, moet dat veilig gebeuren. Er moet honderd procent garantie zijn dat een synthetische bacterie niet in het milieu terecht kan komen.”
Volgens Ron Fouchier, viroloog en medeauteur van het recent verschenen veiligheidsrapport over synthetische biologie door de Commissie Genetische Modificatie (COGEM) is dat onjuist. “Natuurlijk kun je geen enkele gebeurtenis honderd procent uitsluiten.” Maar volgens de viroloog valt goed in te schatten hoe groot de kans is dat een bacterie ontsnapt en wat er zal gebeuren als het organisme in het milieu belandt.
Want sommige genetisch gemodificeerde bacteriën zijn zo hulpeloos, dat ze volgens Fouchier ongevaarlijk zijn. “Bacteriën waarvan we zeker weten dat ze veilig zijn, noemen we ‘biologisch ingeperkt’”, zegt Fouchier. “Dat wil zeggen dat ze alleen in een laboratorium kunnen overleven, omdat ze bijvoorbeeld afhankelijk zijn van voedsel dat niet in de natuur voorkomt of buiten het lab geen nakomelingen kunnen krijgen. Dat maakt het risico op verspreiding van ongewenste genen verwaarloosbaar klein.” In dat geval mag een synthetisch bioloog dus gerust verder gaan om een nuttige bacterie te ontwerpen. Als een bacterie niet biologisch ingeperkt is, zijn de veiligheidsvoorschriften een stuk strenger.
Positief is dat met synthetische biologie het zelfs alleen maar makkelijker wordt om bacteriën biologisch in te perken. Fouchier legt uit: “Synthetisch biologen kunnen veel van de in het milieu noodzakelijke genen verwijderen en genen inbouwen die ervoor zorgen dat de bacterie zich niet kan aanpassen; het wordt zelfs mogelijk om een zelfmoordcommando in te bouwen.”
Met zulke handige inperktrucs is het zelfs niet ondenkbaar dat synthetisch biologen bacteriën herontwerpen om ook buiten het lab klusjes te klaren. Zoals het opruimen van afval. Hoewel daar nog geen harde plannen voor zijn – er bestaat voorlopig nog geen synthetische opruimbacterie – zijn de ideeën er wel. Wat Fouchier betreft zou dit mogen, maar dan onder strenge voorwaarden: “Ik kan me voorstellen dat de bacterie dan op meerdere manieren biologisch ingeperkt moet zijn, om de bacterie te doden wanneer deze in het milieu belandt of verspreiding van genetische gemodificeerd materiaal te voorkomen.”
Greenpeace-woordvoerder Van Bekkem vindt dat geen enkele voorwaarde voldoende is om een herontworpen organisme opzettelijk los te laten. “De kunstmatige genen van zo’n bacterie horen niet in de natuur, dus het zou absurd zijn om ze willens en wetens los te laten.”
Overigens is Greenpeace niet tegen andere vooruitgang die synthetische biologie kan brengen, aldus Van Bekkem. Als het milieu maar buiten schot blijft. “Greenpeace vindt het idee van herontworpen bacteriën die medicijnen maken aanvaardbaar. Zolang ze achter slot en grendel zitten vinden wij het prima.”
Ook in dit dossier
- Wat is synthetische biologie? (Kennislinkartikel)
- Klussen met beloftes (Kennislinkartikel)
- Synthetische biologie: een gevaarlijk wapen? (Kennislinkartikel)
- De tweede oorsprong van leven (Kennislinkartikel)
Zie ook
- Nuttig genoom van penicilline-schimmel bekend (Kennislinkartikel)
- “Burger kan profiteren van synthetische biologie” (Kennislinkartikel)
- Persbericht Biologische machines (COGEM, PDF)
- Buitenhof: de razendsnelle opkomst van de synthetische biologie (Video van VPRO)
Meer biotechnologie op Ditisbiotechnologie.nl