Psychologe Kathy Hirsh-Pasek – verbonden aan de Temple University – en haar collega’s hebben onderzocht of een baby van 10 maanden oud al woordjes kan leren.
Om dit te weten te komen, lieten ze vier voorwerpen aan de baby zien: een blauw en glitterend toverstokje, een witte deurknop, een roze en ratelend speeltje en een beige flesopener. De onderzoekers koppelden deze voor de baby nieuwe voorwerpen aan onzin-woorden: modi, glorp, dawnoo en blicket. Op deze manier konden ze er zeker van zijn dat de baby de woorden niet al eens gehoord had.
Felgekleurde speeltjes zijn interessant
De baby’s mochten een tijdje spelen met twee van de voorwerpen. Hierbij kregen ze steeds een ‘saai’ voorwerp (de deurknop of de flesopener) en een ‘leuk’ voorwerp (de glitterende toverstok of het ratelende speeltje). Zoals verwacht, vinden de baby’s de felgekleurde en lawaaierige speeltjes het interessantst.
Psychologe Kathy Hirsh-Pasek speelt met een baby
Daarna plaatsten de onderzoekers de twee voorwerpen voor de baby op een tafel. Hier werden de baby’s verdeeld in twee groepen: in de eerste groep wees de onderzoeker naar het interessante voorwerp en gaf dat een onzinwoord als ‘modi’. In de tweede groep wees de onderzoeker het saaie voorwerp aan en gaf dat hetzelfde onzinwoord ‘modi’. Ondanks het aanwijzen van de onderzoekers, bleven de baby’s naar het felgekleurde, interessante voorwerp kijken. Ze konden dus niet meegaan in de belangstelling van de onderzoeker voor een saaie deurknop en flessenopener.
Een ‘dawnoo’ is iets anders dan een ‘modi’
Tot zover vertoonden de baby’s geen enkel teken dat ze ook een woordje hadden geleerd. Het maakte immers niet uit wat de onderzoeker deed of zei, ze bleven naar het interessante speelgoed kijken, ook als de onderzoeker het onzinwoord had gekoppeld aan een saai voorwerp, en dat bleef herhalen.
Toen de onderzoekers echter – zonder iets aan te wijzen – een nieuw onzinwoord introduceerden (bijvoorbeeld ‘dawnoo’) begonnen de baby’s druk om zich heen te kijken, op zoek naar een nieuw felgekleurd en dus interessant voorwerp. En zodra de onderzoekers weer het oorspronkelijke onzinwoord uitsprak (‘modi’) keken 80% van de baby’s weer terug naar het oorspronkelijke interessante voorwerp. De baby’s hadden dus wel degelijk geleerd dat het onzinwoord bij een voorwerp hoorde, ze koppelden het alleen altijd aan het voorwerp dat zij interessant vonden.
Taalontwikkeling stimuleren
Het is de eerste keer dat is aangetoond dat baby’s van 10 maanden al woordjes kunnen leren en kunnen koppelen aan een voorwerp. Shannon Pruden, een van de collega’s van psychologe Kathy Hirsh-Pasek drukt het als volgt uit: “Baby’s van 10 maanden oud ‘lijmen’ als het ware het woord dat ze horen aan het interessante voorwerp dat ze op dat moment zien.” Dat kinderen al zo vroeg woordjes kunnen leren kan grote invloed hebben op de opvoeding en het leren van taal aan hele jonge kinderen. Ouders kunnen bijvoorbeeld de taalontwikkeling stimuleren door al vroeg voorwerpen die de baby interessant vindt te benoemen.