In het onderzochte model van de studenten Pieter Crucq en Hendrik Jan Hemminga van de RUG blijkt dat de economie van regio’s in federale staten als Duitsland en België significant sneller groeit dan die van regio’s in gedecentraliseerde staten als Nederland en Frankrijk ( zie Box 1). Bovendien is de gemiddelde groeivoet de procentuele verandering ten opzichte van het begin van de autonome regio’s per hoofd van de bevolking, na correctie van andere groeibepalende factoren, een half procent hoger dan die van de overige regio’s in de EU. Aangezien de gemiddelde groeivoet in de overige regio’s 1,7% bedraagt, is dit laatste percentage – hoewel statistisch niet significant – een aanzienlijk verschil. Een verklaring is dat een autonoom regionaal bestuur efficiënter is en meer verantwoording aan de lokale bevolking aflegt.
Box 1: De Fryske Nasjonale Party (FNP) heeft opdracht gegeven onderzoek te doen naar autonome regio’s. Het begrip autonomie is afgeleid van het Grieks (zelf) + nomos (wet), autonomos (eigen wetten opleggend)) en beschrijft het vrij zijn van extern bestuur. Het verwijst naar de capaciteit om zelfstandig verantwoorde beslissingen te nemen. Politiek/staatsrechtelijk is autonomie de onafhankelijkheid van een staat/regio/gebied/volk van een grotere staat; dit staat er los van of er ook een afscheiding plaats vindt. Het heet ook wel zelfbestuur. In een federale staat een staat waarbinnen het gezag gedeeld wordt tussen het geheel (de overheid, de staat) en delen (deelstaten) die elk een eigen rechtsordening hebben kennen regio’s meer autonomie dan in eenheidsstaten zoals Nederland. In Nederland worden overigens wel bevoegdheden gedecentraliseerd -bevoegdheden worden minder centraal geregeld, ze verschuiven bijvoorbeeld van de staat naar gemeenten, of een staatsbedrijf wordt opgesplits in losse onderdelen (zoals bij de NS). Bron: Wikipedia
Elk voordeel heb z’n nadeel
Er zijn echter ook nadelen aan meer autonomie, dan wel decentralisatie van overheidsbevoegdheden. Er kan bijvoorbeeld minder geprofiteerd worden van schaalvoordelen goedkoper produceren bij een hogere productie; zo is het voordeliger nationaal een spoorwegnetwerk te coördineren dan regionaal in de voorziening van publieke goederen goederen waarvan je mensen niet kunt buitensluiten, bijv. defensie, dijken of lucht en bij het innen van belastingen. Nederlandse provincies zijn zó klein dat de baten dit schaalniveau veelal overstijgen, terwijl lokale politici dit niet in hun afweging meenemen.
…Er kan bijvoorbeeld minder geprofiteerd worden van schaalvoordelen in de voorziening van publieke goederen, zoals dijken…
Decentralisatie niet altijd de beste oplossing
Deze nadelen zorgen ervoor dat niet kan worden geconcludeerd dat decentralisatie altijd een gunstig effect heeft op de groei van de economie. Om de nadelen van decentralisatie zo gering mogelijk te houden, zijn in het rapport een aantal richtlijnen geformuleerd voor zo efficiënt mogelijke decentralisatie.
De eerste keer
Het is de eerste keer dat in Europa het effect van autonomie en decentralisatie op de regionale economie met regionale data op zo’n grote schaal en over zo’n lange periode zijn onderzocht. In totaal zijn de groeicijfers van 192 regio’s in de landen België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden geanalyseerd over een periode van 25 jaar, namelijk van 1978–2002.