Naar de content

Australië staat in brand

Oorzaken en gevolgen van de bosbranden in Australië

NASA Earth Observatory, met toestemming

De bosbranden in Australië zijn hoogstwaarschijnlijk deels te wijten aan de opwarming van het klimaat. Vervelend, want het vuur zet zelf de thermostaat ook nog eens een tandje hoger…

Op Twitter worden de tweets van de Australische wetenschapscommunicator Ketan Joshi deze week gretig gedeeld. De bosbranden die Australië momenteel teisteren, waren lang geleden al voorspeld, zo blijkt uit de tekstfragmenten afkomstig uit rapporten en artikelen die hij bij elkaar heeft gesprokkeld.

“In Zuidoost-Australië is in 2020 het aantal dagen met zeer hoog tot extreem brandgevaar waarschijnlijk met 4 tot 25 procent toegenomen”, schreef het klimaatpanel van de Verenigde Naties IPCC bijvoorbeeld al in 2007. Een rapport van het Australisch onderzoeksinstituut CSIRO en het bosbrandenonderzoekscentrum CRC, in opdracht van het Climate Institute of Australia, meldde in 2009 dat zelfs bij een milde opwarming van het klimaat catastrofale branden in delen van Victoria elke vijf tot zeven jaar zullen voorkomen

Beide fragmenten kloppen, zo blijkt als je er even in duikt. En de lijst van Joshi gaat nog wel even door. Zijn boodschap: De opwarming van het klimaat veroorzaakt hetere en drogere zomers en meer hittegolven, waardoor branden meer kans hebben om zich heen te grijpen – en dat wisten we al lang.

Een koala in betere tijden. Great Otway National Park, Victoria, Australië (juli 2004).

David ILIFF, CC BY-SA 3.0

Honderden miljoenen dieren

Deze zomer staan er inderdaad grote delen van Australië in brand, en de situatie is grimmiger dan in andere jaren. De branden begonnen eerder, houden langer aan, en verspreiden zich over veel grotere gebieden dan de Australiërs gewend zijn. Een gebied groter dan de oppervlakte van Nederland is al in rook opgegaan. Vierentwintig mensen en honderden miljoenen dieren (insecten niet meegerekend) kwamen om het leven. En dat terwijl het droge seizoen nog wel een maand kan aanhouden.

Maar komt het inderdaad door de opwarming van het klimaat? “In elk geval voor een deel”, zegt Guido van der Werf, klimaatwetenschapper en bosbrandenspecialist aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Maar zonder opwarmend klimaat was het waarschijnlijk ook een extreem seizoen geweest.”

De Indiase Niño

De droogte van dit jaar is voornamelijk te danken aan de Indische Oceaan Dipool, ook wel de Indiase Niño genoemd. Dit is een ongeveer vierjaarlijkse maar niet erg regelmatige schommeling in de temperatuur van het zeewater aan het oppervlak van de Indische Oceaan. Soms is het water in het westen warmer dan in het oosten (de positieve fase), soms ook andersom.

Tijdens een positieve fase – waar we nu middenin zitten – blijft de neerslag in Australië vaak weg. “Dat heeft met klimaatverandering niks te maken”, zegt Van der Werf. “Maar als je er dan ook nog een paar flinke hittegolven overheen krijgt, droogt het bos wel heel erg snel uit. En hittegolven worden wél versterkt door de opwarming van het klimaat.”

Dat blijkt. De afgelopen jaren brak de zomertemperatuur in Australië record na record, met afgelopen december als voorlopig hoogtepunt. Op dinsdag 17 december 2019 was het (gemiddeld over het hele land) 40,9 graden, de hoogste temperatuur ooit gemeten. De dag erna kwam daar nog eens een hele graad bovenop.

Bosbeheer

Maar had het bosbeheer dan niet beter gekund? Volgens Van der Werf zijn er wel maatregelen die er normaliter voor zorgen dat het vuur zich op een gegeven moment niet verder kan verspreiden: regelmatig stukken land gecontroleerd in brand steken bijvoorbeeld, en zorgen dat er onbegroeide landstroken tussen bosgebieden in liggen.

“Maar de huidige branden in Australië zijn zo hevig dat zulke brandgangen weinig nut hebben. Vonkenregens waaien er gewoon overheen.” Bovendien kan door de extreme hitte een sterke luchtstroming ontstaan die uiteindelijk tot onweer leidt, zij het zonder regen. Van der Werf: “En door de bliksem worden dan weer nieuwe bosgebieden in brand gezet.”

Nog warmer

De bosbranden worden niet alleen veroorzaakt door het opwarmende klimaat, maar versterken deze opwarming ook, door CO2 uit te stoten. Bij de branden in de regio’s New South Wales en Victoria is al evenveel koolstofdioxide vrijgekomen als door het jaarlijkse gebruik van fossiele brandstoffen in heel Australië – namelijk rond de 400 miljoen ton.

Net na de brand. Prospect Hill, Greystanes, even ten noorden van Wetherill Park in Sydney, Australië.

Meganesia, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

“Die vergelijking kan je zowel gebruiken om te laten zien hoe erg de branden zijn, als om te laten zien hoe groot onze eigen uitstoot eigenlijk is”, merkt Van der Werf droogjes op.

Vergeleken met de jaarlijks terugkerende branden in noordelijke delen van Australië, hebben de branden in het zuidoosten een veel grotere invloed op het klimaat. In het noorden gaat het om grasland en savannes. Daar keert de begroeiing vrij snel terug, en haalt daarbij de CO2 weer uit de lucht. De bossen in het zuidoosten kost dat veel meer tijd. Voor een bos zo ver is aangegroeid dat het alle vrijgekomen CO2 weer heeft opgenomen, zijn we enkele decennia verder.

Bovendien bestaat de kans dat het bos niet meer in zijn huidige vorm terugkeert. De branden zijn erg extreem, wellicht zijn zaden in de grond ook aangetast. Van der Werf: “Als de brandfrequentie in deze opwarmende wereld inderdaad toeneemt, is de kans groot dat de vegetatie niet meer tot het oude niveau zal herstellen.”

ReactiesReageer