In Nederlands oppervlaktewater komen overal poepbacteriën voor die resistent zijn tegen één of meerdere antibiotica. Dit zijn bijvoorbeeld ESBL-producerende Escherichia coli (E.coli) en ampicilline-resistente Enterococcus faecium die grote problemen geven in de kliniek. Omdat oppervlaktewater gebruikt wordt voor besproeiing van onze gewassen, voor zwemmen en watersport, en voor de productie van drinkwater komen mensen hiermee in aanraking.
In het water voor besproeiing van onze gewassen worden vaak resistente bacteriën (onder andere ESBL-producerende bacteriën) gevonden. Zo kunnen door het eten van besproeide gewassen resistente bacteriën uit oppervlaktewater bij de mens komen. Ook zijn op rauw te consumeren groenten resistente bacteriën gevonden uit de bodem waarop de gewassen worden gekweekt.
In Nederlands recreatiewater zijn ESBL-producerende E.coli gevonden waardoor blootstelling aan resistente bacteriën door zwemmen en watersporten aannemelijk is.

Het oppervlaktewater waar drinkwater van wordt gemaakt, wordt grondig gezuiverd van bacteriën voor consumptie. Grondwater dat hiervoor wordt gebruikt is vaak al vrij van bacteriën en wordt streng gecontroleerd. Wat we niet weten is of resistentiegenen in Nederlands drinkwater aanwezig zijn en zo ja of dit een bedreiging vormt voor onze gezondheid.
Mest en afvalwater
Resistente bacteriën in het milieu zijn afkomstig uit mest en afvalwater. Die resistente bacteriën komen op het land door bemesting. Mest van varkens, rundvee, en vooral pluimvee bevatten veel ESBL-producerende E.coli. Mest kan ook afkomstig zijn van wilde dieren en weidedieren.
Resistente bacteriën van mensen worden gevonden in afvalwater. Ook als het afvalwater gezuiverd is bevat het nog resistente bacteriën. Als het hard regent, komen resistente bacteriën direct en zonder zuivering in ons oppervlaktewater terecht.
Resistentie in ons milieu en onze gezondheid
Dat het milieu een rol speelt bij het ontstaan, de verspreiding en de blootstelling van mensen aan antibioticaresistentie, dat is zeker. In welke mate de verschillende bronnen en blootstelling aan resistentie in ons milieu bijdragen aan de resistentieproblematiek bij mensen is nog onduidelijk. Meer kwantitatieve studies zijn dan ook dringend nodig om daar zicht op te krijgen.