Je leest:

Amberkleurige verlichting stoort vleermuis niet

Amberkleurige verlichting stoort vleermuis niet

Auteur: | 8 september 2011

Standaard wit licht en licht met een groen tintje werken erg storend voor vleermuizen, maar van amberkleurig licht hebben de dieren geen last. Dat blijkt uit onderzoek van de Zoogdiervereniging in opdracht van Rijkswaterstaat.

Vleermuizen hebben veel staafjes in het oog en zijn dus erg gevoelig voor licht.
Wikimedia Commons

Vleermuizen zijn nachtdieren en zijn dan ook niet zo dol op licht. Dat komt met name doordat hun ogen zijn aangepast aan een lage lichtintensiteit. Net als onze ogen hebben de ogen van vleermuizen kegeltjes (om kleuren te onderscheiden) en staafjes (om in het donker te kunnen waarnemen). Maar de verhouding tussen kegeltjes en staafjes ligt bij vleermuizen heel anders dan bij ons. Vleermuizen hebben veel meer staafjes dan kegeltjes zodat zij ’s nachts op pad kunnen om te jagen.

Onze – doorgaans witte – straatverlichting stoort vleermuizen bij hun nachtelijke activiteiten. Vanwege de sterke lichtgevoeligheid van de staafjes en om te voorkomen dat er op ze gejaagd wordt, proberen de dieren zoveel mogelijk in het donker te blijven. Op verlichte plaatsen vliegen vleermuizen vaak laat uit waardoor zij doorgaans niet kunnen jagen tijdens de piek van de insectenactiviteit. Sommige verlichte jachtgebieden worden dan ook minder of helemaal niet meer gebruikt.

Vleermuisvriendelijk

Omdat de vleermuis een strikt beschermde diersoort is, moet er volgens de wet iets aan die lichtverstoring gedaan worden. Recent werd een natuurvriendelijke groene lamp ontwikkeld. Vogels zijn slechts beperkt gevoelig voor groen licht, en hebben dus baat bij die lamp. Maar omdat staafjes juist erg gevoelig zijn voor blauwgroen licht heeft de natuurvriendelijke lamp voor vleermuizen waarschijnlijk weinig zin.

Dit is hem dan: de amberkleurige ledlamp, ontwikkeld door LEDexpert.

Wat helpt dan wel? Die vraag legde Rijkswaterstaat neer bij de Zoogdiervereniging. Vleermuisspecialisten van die vereniging gingen op zoek naar een kleurenspectrum dat voldoende contrast en onderscheidend vermogen levert voor mensenogen, maar door vleermuisogen nauwelijks wordt waargenomen. Gegevens over de gevoeligheid van ogen van Europese vleermuissoorten ontbrak en dus richtten de specialisten zich op de ogen van Zuid-Amerikaanse vleermuizen, die sterk op de Europese soorten lijken.

Het kleurenspectrum van vleermuizen is in vergelijking met mensen verschoven naar de kant van ver blauw en ultraviolet. Waarschijnlijk worden kleuren aan de rode kant van het spectrum door vleermuizen niet zo goed waargenomen. Op basis van dat resultaat produceerde het bedrijf LEDexpert een ledlamp met een oranje rode kleur (amber) die vleermuisvriendelijk zou moeten zijn.

Liever door het donker

In de zomer van 2010 voerde de Zoogdiervereniging een veldproef uit waarbij de nieuwe amberkleurige verlichting werd vergeleken met standaard witte straatverlichting en de natuurvriendelijke groene lamp.

De vaart in proefopstelling. Half donker en half verlicht met amber ledlampen.

Op een doorgaande vleermuisvliegroute in de Noordoostpolder – waar in de zomer iedere avond honderd vleermuizen langs vliegen – werd één zijde van een vaart verlicht met zes straatlampen. Ontvangers in het midden van de vaart registreerden aan welke kant een vleermuis langs vloog.

Bij gebruik van het witte en groene licht vliegen vleermuizen het liefst langs de onverlichte kant van de vaart. Amberkleurig licht stoort de vleermuizen niet. Ze vliegen net zo vaak over het verlichte als over het onverlichte deel van de vaart.

De resultaten van het onderzoek van de Zoogdiervereniging zijn voor Rijkswaterstaat aanleiding om op korte termijn amberkleurige ledlampen te plaatsen op gevoelige vleermuislocaties, zoals aan de A74 bij Venlo.

Lees meer over vleermuizen op Kennislink:

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/vleermuis/vleermuizen/index.atom", “max”=>"7", “detail”=>"minder"}

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 08 september 2011
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.