Even ‘googelen’ op ‘aardverschuiving in Nederland’ en het gaat al gauw over politiek. Nee, in Nederland moeten we niet wezen voor natuurlijke aardverschuivingen, met uitzondering van Zuid-Limburg. Daar is wel reliëf, één van de voorwaarden voor aardverschuivingen.
Elders op onze planeet komen mensen met enige regelmaat om door naar beneden denderende brokken en modderstromen. Tot op heden wisten we niet goed hoeveel slachtoffers aardverschuivingen eisten per jaar, maar daar brengt David Petley (Durham University, Groot-Brittannië) verandering in in het oktobernummer van Geology.

Wat is er nodig voor een aardverschuiving?
De aanwezigheid van bergen hangt nauw samen met de plaattektonische geschiedenis. Als een berggebied nu nog steeds wordt opgegeven door krachten in Moeder Aarde, dan is de kans nog groter op een aardverschuiving. Met een helling gebeurt echter weinig tot niets zonder neerslag. Regen is dé trigger van veel aardverschuivingen en zeker in het onderzoek van Petley, waar aardverschuivingen veroorzaakt door aardbevingen niet zijn meegenomen. In droge berggebieden zoals de centrale delen van de Andes komen namelijk verhoudingsgewijs veel minder aardverschuivingen voor.

Ook al zou het keihard regenen in dit gedeelte van de Andes, dan nog is er weinig aan de hand bij een enorme verschuiving. Er wonen namelijk nauwelijks mensen daar. Dat geldt niet voor delen van Californië, de Alpen, maar vooral ook Zuid- en Zuid-Oost Azië.
Een treffend voorbeeld komt uit de Himilaya’s: aan de noordrand vallen nauwelijks slachtoffers door aardverschuivingen, terwijl dat compleet anders is aan de zuidrand. Dat komt vooral omdat er aan de noordrand weinig mensen wonen. Ook regent het minder aan de noordrand van de Himilaya’s. Eén van de grootste tragedies van de recente geschiedenis vond plaats net voor de eeuwwisseling in Venezuela. Door aardverschuivingen als gevolg van 91 cm regen in een paar dagen kwamen rond de 30.000 mensen om het leven half december 1999.
Vooral de Aziatische moesson zorgt voor bakken met neerslag in de zomers op het noordelijk halfrond. Orkanen zorgen met name in het Caribische gebied voor modderstromen. Omdat de hevige regens vooral in de zomer van het noordelijk halfrond voorkomen (waar ook de meeste mensen wonen), vallen hier meer slachtoffers door aardverschuivingen in de zomer.
Een aardverschuiving live opgenomen op 11 december 2002 in de Amerikaanse staat Washington.

Harde cijfers
In totaal kwamen er van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2010 2620 dodelijke aardverschuivingen voor waarbij 32.322 doden vielen. Om een idee te geven van de omvang: bij verkeersongevallen in Nederland kwamen in diezelfde periode ‘slechts’ 5410 mensen om (data CBS). Het aantal verschuivingen is 20 maal zoveel in vergelijking met een eerdere database; het aantal slachtoffers is 4,3 maal zo groot. Vooral kleine aardverschuivingen die weinig slachtoffers eisten, komen nu wel voor in de nieuwe database.
Onderschatting
Eerdere schattingen waren altijd wat aan de lage kant omdat er onvoldoende data was en omdat een deel van de doden door aardverschuivingen vaak werden geclassificeerd onder orkanen of cyclonen. Volgens Petley is er met zijn nummers nog steeds sprake van onderschatting. Uit bijvoorbeeld Ethiopië en Noord-Korea komen nog steeds te weinig meldingen. In het geval van Italië komt het relatief lage dodenaantal door iets anders: daar worden aardverschuivingen actief tegengegaan.
Voor het eerst is dus nu duidelijk geworden hoe dodelijk aardverschuivingen zijn. Zo veroorzaken ze op jaarbasis meer doden dan andere natuurrampen zoals bosbranden en vulkaanuitbarstingen. Ben je dus op vakantie in een berggebied en het regent pijpestelen, dan kan uitkijken zeker geen kwaad.
Bron:
Petley, D., Global patterns of loss of life from landslides, Geology (oktober 2012) 927-930.
Zie ook:
- Fossiele aardverschuivingen in de Nederlandse ondergrond (Kennislinkartikel)
- Langste, onderzeese aardverschuiving (Kennislinknieuws)
- Tsunami’s ook door aardverschuivingen (Kennislinkartikel)
- Nederlandse bodem beweegt (Kennislinknieuws)
- Wetenschapscafé over aardverschuivingen (Wetenschap24)